Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018104068 |
Gegevens van de aanvrager: |
KEVIN en VICKY WOUTERS - HERMANS met als adres Predikherenbos 5 te 2040 Berendrecht (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
De Vest 7 te 2040 Berendrecht (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 20sectie C nr. 295E2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een eengezinswoning in verkaveling lot 6 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 16/04/2000: vergunning (ZA/2000/V/0004) voor het verkavelen van gronden;
- 23/01/2015: vergunning (3582#6713) voor het bouwen van een eengezinswoning.
Laatste vergunning
- de vergunning voor het bouwen van een eengezinswoning werd niet uitgevoerd.
Bestaande toestand
- braakliggend perceel.
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een gekoppelde eengezinswoning in een verkaveling;
- het hoofdvolume van 2 bouwlagen met bijkomend zadeldak, met een garage links onder plat dak;
- het hoofdvolume met een bouwbreedte van 7m, -diepte van 12m, -hoogte tot aan de kroonlijst van 6m en totale –hoogte van 10,5m;
- de dieper gelegen garage aan de linkerzijde met een bouwbreedte van 3m, -diepte van 7m en -hoogte van 3m onder plat dak;
- het gelijkvloers bevat een inkomhal, trap, toilet, wasplaats, keuken, woonkamer en garage;
- de garage wordt ingericht als fietsstalling;
- de eerste verdieping bevat 3 slaapkamers, trappenhal, toilet en badkamer;
- de tweede verdieping bevat 1 slaapkamer met badkamer en dressing, trappenhal en technische ruimte;
- de gevels worden opgetrokken in grijze gevelsteen;
- het schuin dak wordt bekleed met zwarte pannen;
- de dorpels zijn van arduin:
- het schrijnwerk wordt voorzien in donkergrijs aluminium;
- in de voortuin zijn enkel de ruimten naar de toegangen verhard.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
13 september 2018 |
2 oktober 2018 |
Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam |
13 september 2018 |
13 september 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt in de verkaveling ZA/2000/V/0004, goedgekeurd op 16 april 2004, meer bepaald in lot(en) 6.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgende punten:
- 1.04. Afwijking van de stedenbouwkundige voorschriften:
in het huizenblok werd reeds een woning opgericht in rode baksteen met beige schrijnwerk. De aanvraag voorziet een woning in grijze baksteen en grijs aluminium schrijnwerk, hoewel deze in principe moet gebouwd worden naar analogie met de reeds bestaande bebouwing;
- 1.05. Algemeen geldende voorschriften:
8° Autogarages in de bouwvrije stroken:
de garage wordt afgewerkt in grijze gevelsteen. Gevels zichtbaar vanaf de openbare weg dienen uitgevoerd te worden in rode gevelsteen;
- Addendum. Aanleg tuin:
Gelet op het niveauverschil dat er is tussen de straatpas en het oorspronkelijk maaiveld moet het niveauverschil opgevangen worden door middel van een keermuur of een helling gelegen tussen 4 en 6 meter achter de maximum bouwdiepte van de woningen. Achter de keermuur of de helling moet het oorspronkelijk maaiveld behouden blijven.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De voorgestelde grijze kleur van de gevelsteen voor de woning en de garage wijkt af van de verkavelingsvoorschriften artikel 1.04 en 1.05 8°. In principe moeten gevelmaterialen qua kleur overeenstemmen met de reeds bestaande bebouwing. Echter aangezien in de verkaveling reeds diverse kleuren van gevelsteen voor zowel woningen als garages werden vergund, is de grijze kleur inpasbaar. Bijgevolg is een afwijking op de verkavelingsvoorschriften 1.04 en 1.05 8° aanvaardbaar.
De uitlaten van ventilatie en verwarming in het schuine dak worden op minder dan 60cm van de perceelgrens geplaatst, wat afwijkt van de bouwcode artikel 35. Bovendien wordt de afvoer van de dampkap in de voorgevel geplaatst, wat niet aanvaardbaar is. Als voorwaarde wordt opgelegd dat alle uitlaten en afvoeren moeten voldoen aan de bouwcode.
Functionele inpasbaarheid
Het nieuwbouwen van een halfopen bebouwing met oog op een eengezinswoning is inpasbaar in deze verkaveling met gelijkaardige eengezinswoningen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats. De garage is ingericht als fietsenstalling, maar er is wel nog 1 nuttige autostaanplaats op de oprit.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit aantal is toereikend.
|
Fietsvoorzieningen:
De fietsen worden gestald in de garage in de zijtuinstrook, wat aanvaardbaar is.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het volume met twee bouwlagen en bijkomend zadeldak wordt ingericht met gelijkvloerse inkomhal, garage, leefruimte en keuken, en op de verdiepingen met 4 slaapkamers en 2 badkamers. Het geheel beschikt over voldoende lichtinval en woonkwaliteit.
Visueel-vormelijke elementen
De grijze gevelsteen, zwarte dakpannen en grijs schrijnwerk is aanvaardbaar.
Bodemreliëf
De voorwaarden met betrekking tot het terreinprofiel uit de vorige vergunning 2014/2904 en uit andere vergunningen aan deze zijde van de straat worden overgenomen en opgelegd bij deze vergunning. De straat werd vermoedelijk iets hoger aangelegd dan de aanpalende percelen. Hoewel het terreinprofiel op plan een vlak terrein aangeeft, helt het in werkelijkheid af naar de achtertuin toe. Vanuit een goede ordening van de plaats is het niet aanvaardbaar om het volledige terrein met grond aan te vullen. Gelet op het niveauverschil tussen de straatpas en het oorspronkelijk maaiveld, moet het niveauverschil opgevangen worden door middel van een keermuur of een helling gelegen tussen 4,00 en 6,00 meter achter de maximum bouwdiepte van de woningen. Achter de keermuur of de helling moet het oorspronkelijk maaiveld behouden blijven. Bovendien wordt opgelegd dat de hoogte van de kroonlijst moet overeenstemmen met de hoogte van de kroonlijst van de rechterbuur, teneinde de harmonie te respecteren.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits voldaan aan de voorwaarden voldoet de aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
2. alle uitlaten en afvoeren moeten voldoen aan de bouwcode artikel 35. Uitlaten in de voorgevel zijn niet toegestaan, uitlaten op minder dan 60cm van de perceelsgrens eveneens niet;
3. hoewel het terreinprofiel op plan een vlak terrein aangeeft, helt het in werkelijkheid af naar de achtertuin toe. Vanuit een goede ordening van de plaats is het niet aanvaardbaar om het volledige terrein met grond aan te vullen. Gelet op het niveauverschil tussen de straatpas en het oorspronkelijk maaiveld, moet het niveauverschil opgevangen worden door middel van een keermuur of een helling gelegen tussen 4,00 en 6,00 meter achter de maximum bouwdiepte van de woningen. Achter de keermuur of de helling moet het oorspronkelijk maaiveld behouden blijven. Bovendien wordt opgelegd dat de hoogte van de kroonlijst moet overeenstemmen met de hoogte van de kroonlijst van de rechterbuur, teneinde de harmonie te respecteren;
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
29 augustus 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
13 september 2018 |
Start openbaar onderzoek |
19 september 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
18 oktober 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
27 december 2018 |
Verslag GOA |
25 november 2018 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
19 september 2018 |
18 oktober 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
2. alle uitlaten en afvoeren moeten voldoen aan de bouwcode artikel 35. Uitlaten in de voorgevel zijn niet toegestaan, uitlaten op minder dan 60cm van de perceelsgrens eveneens niet;
3. hoewel het terreinprofiel op plan een vlak terrein aangeeft, helt het in werkelijkheid af naar de achtertuin toe. Vanuit een goede ordening van de plaats is het niet aanvaardbaar om het volledige terrein met grond aan te vullen. Gelet op het niveauverschil tussen de straatpas en het oorspronkelijk maaiveld, moet het niveauverschil opgevangen worden door middel van een keermuur of een helling gelegen tussen 4,00 en 6,00 meter achter de maximum bouwdiepte van de woningen. Achter de keermuur of de helling moet het oorspronkelijk maaiveld behouden blijven. Bovendien wordt opgelegd dat de hoogte van de kroonlijst moet overeenstemmen met de hoogte van de kroonlijst van de rechterbuur, teneinde de harmonie te respecteren;
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.