Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018042387 |
Gegevens van de aanvrager: |
Ann Rosa van den Nieuwenhuyzen met als adres Victor Jacobslei 24 te 2600 Berchem (Antwerpen) en de heer Callewaert Frank met als contactadres Victor Jacobslei 24 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Statiestraat 52-54 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 21sectie B nrs. 33K en 34F8 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
afbreken van twee woningen, restaureren van de voorgevel (Statiestraat 52) en bouwen van een meergezinswoning met kantoorruimte |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Statiestraat 52:
- Statiestraat 54:
- Statiestraat 52-54:
Laatste vergunning
- vergunning deputatie (20173048) welke nog niet werd uitgevoerd, betreft:
Bestaande toestand
- Statiestraat 52:
- Statiestraat 54:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van één appartementsgebouw, verdeeld over de twee percelen, waarbij een groot deel van het pand Statiestraat 52 blijft behouden;
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart |
5 november 2018 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
5 november 2018 |
3 december 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
31 oktober 2018 |
27 november 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
31 oktober 2018 |
9 november 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
31 oktober 2018 |
6 november 2018 |
Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam |
31 oktober 2018 |
10 november 2018 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund |
31 oktober 2018 |
19 november 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
elke verblijfsruimte dient minimaal één te openen geveldeel te hebben zodat de ruimte op natuurlijke wijze geventileerd kan worden. De opening moet volledig afsluitbaar zijn door middel van een draaiend of schuivend venster, deur of luik.De opening mondt direct uit in de open lucht. Momenteel beschikt het kantoor enkel over een vast raamgedeelte zonder directe luchttoevoer;
- artikel 43 Septische putten:
de inhoud van de septische put wordt niet vermeld op de plannen, deze dient minimaal 2.900 l (8 gebruikersequivalenten )te zijn.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt
geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De stad heeft heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Deze woningen worden echter steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Ook zijn er steeds minder vergunningen voor de bouw van eengezinswoningen. Om gezinnen in de stad te kunnen blijven aantrekken en behouden is het nodig om de eengezinswoningen te beschermen.
Indien na de verbouwing, afgestemd op het gebied met culturele, esthetische en/of historische waarde, woongelegenheden overblijven met een voldoende grote oppervlakte dan is een eventuele meergezinswoning mogelijk.
In het voorstel zitten 3 woongelegenheden met voldoende grote oppervlaktes, afgestemd op de aanwezige elementen met culturele, esthetische en/of historische waarde en een evenwichtige ruimteverdeling in verhouding met het aantal slaapkamers.
Daarenboven is laatst een vergunning verleend voor een meergezinswoning zonder afstemming op de aanwezige elementen met culturele, esthetische en/of historische waarde en zonder een evenwichtige ruimteverdeling in verhouding met het aantal slaapkamers.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het voorgestelde volume sluit qua bouwhoogte aan bij wat kenmerkend is in deze omgeving. De bouwdiepte houdt voldoende rekening met de bouwdiepte van de aanpalende bebouwing, waardoor deze aanvaardbaar is.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De panden zijn gelegen in CHE-gebied. Het historisch waardevol pand (nr 52) wordt behouden. Nr 54 wordt vervangen door een nieuwbouw. Het zadeldak van nr 52 wordt vervangen door een mansardedak met vensteropeningen.
Uit de aangeleverde informatie blijkt dat er heel wat inspanningen worden geleverd om het pand nr 52 terug op te waarderen, zowel wat het interieur betreft als het exterieur, wat erg geapprecieerd wordt. Behoud van deze woning in het straatbeeld vormt zeker een meerwaarde.
Kenmerkend in deze omgeving is een perceel geleding in het straatbeeld, die nog waarneembaar is. Door een nieuwbouw te voorzien die zich duidelijk onderscheid van de bestaande woning, blijft deze geleding behouden. Om de geleding nog meer te versterken, dient gebruik gemaakt te worden van een arrière corps, wat kenmerkend is in deze omgeving. Dit wordt dan ook in voorwaarde opgelegd.
Een mansardedak op dit type van burgerhuizen, in deze omgeving, vormt een aanvaardbare oplossing om de bruikbare oppervlakte te vergroten. De voorgestelde openingen in het mansardedak vormen echter een vreemde toevoeging aangezien ze uitsteken boven het voorste dakvlak. Om het principe van het mansardedak niet te erg teniet te doen, zal als voorwaarde worden opgelegd dat de hoogte van de openingen zich moet beperken tot de hoogte van het mansardedak. Dit wordt in voorwaarde opgelegd.
Mobiliteitsimpact
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op bouwen van een kantoorruimte en 3 wooneenheden. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 De parkeerbehoefte voor de wooneenheden is 3 (3*1). 57m² kantoren in stationsomgeving met parkeernorm 0,8/100m² ? 57m² x 0,8/100m² = 0,46 = 0 De Parkeerbehoefte van de kantoorfunctie = 0 De werkelijke parkeerbehoefte is 3 (3+0)
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3.
Het is in deze winkelstraat niet wenselijk een poort te voorzien naar een parkeergarage.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan -2.
De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. De parkeerbehoefte voor de 2 bestaande woningen die worden afgebroken werd ook reeds op het openbaar domein afgewenteld.
Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 2.
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 (3 – 2).
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Fietsvoorzieningen: Er dienen voor het woongedeelte 6 fietsstalplaatsen voorzien te worden. Voor het kantoorgedeelte dient er 1 fietsstalplaats voorzien te worden. Er werden op de plannen 7 fietsstalplaatsen ingetekend. Er dient nog een fietsgoot voorzien te worden op de trap naar de voordeur. Dit zal in voorwaarde opgelegd worden.
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Bouwcode, artikel 6 Harmonie en draagkracht:
Gelet op het voorkomen van meerdere voorgevels in andere materialen en kleuren in het straatbeeld en het feit dat door het toepassen van blauwe hardsteen over de volledige gevel een harmonisch contrast ontstaat met de behouden gevel van nr. 52, kan in toepassing van artikel 3 van de bouwcode een afwijking toegestaan worden voor het toepassen van blauwe hardsteen.
Bouwcode, artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
Momenteel beschikt het kantoor enkel over een vast raamgedeelte zonder directe luchttoevoer. Het raam van het kantoor dient zodanig te worden ingedeeld dat minstens één raamvleugel geopend kan worden. Dit zal in voorwaarde opgelegd worden.
Bouwcode, artikel 43 Septische putten:
De inhoud van de septische put wordt niet expliciet vermeld op de plannen, deze dient minimaal 2.900 l te zijn. Dit zal in voorwaarde opgelegd worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het raam van het kantoor dient zodanig te worden ingedeeld dat minstens één raamvleugel geopend kan worden;
3. de inhoud van de septische punt dient minimaal 2.900 l te zijn;
4. tussen nr. 52 en nr.54 dient gebruik gemaakt te worden van een arrière corps;
5. de uitstekende openingen in het mansardedak van nr. 52 dienen zich te beperken tot de hoogte van het mansardedak:
6. er dient een fietsgoot voorzien te worden op de trap naar de voordeur:
7. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
10 oktober 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
31 oktober 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
30 december 2018 |
Verslag GOA |
11 december 2018 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het raam van het kantoor dient zodanig te worden ingedeeld dat minstens één raamvleugel geopend kan worden;
3. de inhoud van de septische punt dient minimaal 2.900 l te zijn;
4. tussen nr. 52 en nr.54 dient gebruik gemaakt te worden van een arrière corps;
5. de uitstekende openingen in het mansardedak van nr. 52 dienen zich te beperken tot de hoogte van het mansardedak:
6. er dient een fietsgoot voorzien te worden op de trap naar de voordeur:
7. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.