Terug

2018_CBS_10978 - Omgevingsvergunning - OMV_2018122822. Zuidhavendijk ZN. District Berendrecht - Zandvliet - Lillo - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/12/2018 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_10978 - Omgevingsvergunning - OMV_2018122822. Zuidhavendijk ZN. District Berendrecht - Zandvliet - Lillo - Goedkeuring 2018_CBS_10978 - Omgevingsvergunning - OMV_2018122822. Zuidhavendijk ZN. District Berendrecht - Zandvliet - Lillo - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018122822

Gegevens van de aanvrager:

Sven en Tineke Verbist - Bonaers met als contactadres Walenhoek 56 te 2040 Zandvliet (Antwerpen)

Ligging van het project:

Zuidhavendijk zn te 2040 Zandvliet (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 20sectie D nr. 136H

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een eengezinswoning (verkaveling 20176, lot 2)

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/04/2005: weigering (853 # 546) voor het verbouwen woning met benzinestation tot 3 appartementen en een benzinestation met shop.

Laatst vergunde toestand

-          2017: verkavelingsvergunning (20176) opdelen van een perceel in 2 percelen.

Bestaande toestand

-          het perceel is momenteel braakliggend.

Inhoud van de aanvraag

-          bouwen van een halfopen eengezinswoning onder een schuin dak;

-          de bouwdiepte van het gelijkvloers bedraagt 16,40 meter, de kroonlijsthoogte 4,55 meter en de nokhoogte 7,70 meter;

-          de bouwdiepte van de dakverdieping bedraagt 8,26 meter

-          de gevels worden afgewerkt met een roodbruine gevelsteen en pvc buitenschrijnwerk;

-          het dak van het hoofdgebouw wordt met donkere pannen afgewerkt;

-          bouwen van een fietsenberging in de achtertuin met een oppervlakte van ongeveer 40 m² en een hoogte van 3 meter. 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.


Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam

26 oktober 2018

26 oktober 2018

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

 

De aanvraag ligt in de verkaveling ZA/2017/V/0003, goedgekeurd op 17 november 2017, meer bepaald in lot(en) 2.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verkavelingsvergunning.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

-          artikel 15 In- en uitsprongen aan daken: de dakkapel doorbreekt de kroonlijst en ligt in lijn met de voorgevel;

-          artikel 21 Minimale hoogte van de ruimten: de vrije hoogte van de slaapkamer op de zolder is +/-2,60 meter aangegeven, de minimale vrije hoogte dient minstens 2,60 meter te zijn;

-          artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: er is geen autostalplaats en geen autoparkeerplaats voorzien voor de woning;

-          artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: de diepte van de fundering langs de straat voldoet niet aan dit artikel;

-          artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: het gedeelte van de scheidingsmuren van de aanbouw heeft geen opstand van minimaal 30 centimeter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak;

-          artikel 43 Septische put: de inhoud van de septische put is niet aangegeven op de plannen.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Bouwcode artikel 15 ‘in- en uitsprongen aan daken’: de uitsprong aan het dak mag de kroonlijst niet onderbreken, en moet 60cm afstand van de perceelsgrenzen houden. Echter indien de dakkapel zich in het dakvlak zou bevinden, verkleint het raam en dus de lichtinval in de dakkamer. Bovendien zorgt deze dakkapel voor een aanzienlijke vermeerdering van ruimte en dus ook van woonkwaliteit in deze woning die eerder beperkt is qua grootte op de verdieping. Daarom is een afwijking op de bouwcode aanvaardbaar.

 

Bouwcode artikel 21 ‘minimale hoogten van ruimten’: de vrije hoogte in de slaapkamers is aangegeven als +/- 2.60 meter. Als voorwaarde wordt opgelegd dat deze minstens 2.60 meter moet bedragen.

 

Bouwcode artikel 34 §2 ‘stabiliteit en scheimuren’: de fundering grenzend aan het openbaar domein is niet minstens 1.75 meter diep. Als voorwaarde wordt opgelegd hieraan te voldoen.

 

Bouwcode artikel 34 §3 ‘stabiliteit en scheimuren’ en artikel 38 ‘groendaken’: het dak is groter dan 20m² waardoor een groendak verplicht is. Dit wordt opgelegd bij de vergunning. Bijkomend heeft de scheimuur geen dakopstand van 30cm aan het hoogst aangrenzende dakvlak. Met oog op brandveiligheid kan niet afgeweken worden. Een verhoging van de scheimuur kan enkel met een nieuw openbaar onderzoek waarvoor een nieuwe vergunningsaanvraag moet gebeuren. Als voorwaarde wordt dan ook opgelegd dat ofwel het dakpakket ter hoogte van de scheimuur minder dik moet uitgevoerd worden, ofwel het volledige dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog moet uitgevoerd worden met als bijkomende voorwaarde dat steeds minstens 2.60 meter binnenhoogte moet gegarandeerd blijven, ofwel een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed tussen de vegetatie van het groendak en de scheimuur moet voorzien worden.

 

Bouwcode artikel 43 ‘septische put’: de plannen zijn onduidelijk over de dimensioneringen van de septische put. Als voorwaarde wordt opgelegd dat een septische put moet voorzien worden conform de vereisten van de bouwcode.

 

Functionele inpasbaarheid

De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk ééngezinswoningen in een landelijk bebouwde woonwijk, waardoor de gevraagde eengezinswoning inpasbaar is in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De bestaande eengezinswoning werd reeds afgebroken, en een nieuwbouw woning wordt opgetrokken conform de verkavelingsvoorschriften. Gelijkvloers wordt voorzien in een open leefruimte met keuken en bureau en slaapkamer, en op de verdieping twee slaapkamers. Het geheel betreft een aanvaardbaar volume met 1 bouwlaag en bijkomend zadeldak met holle knik.

 

Visueel-vormelijke elementen

De roodbruine gevelsteen met donkere pannen zijn aanvaardbaar. Ramen en deuren worden voorzien in PVC, en poorten in meranti.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

Tot 5 woongelegenheden bedraagt de parkeerbehoefte 1.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Er wordt geen parkeermogelijkheid voorzien op het terrein.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen.

Er wordt opgemerkt dat de woning niet over een garage of een voortuin beschikt.

De woning bevindt zich bovendien binnen de grenzen van een geldige verkaveling waarin het voorzien van autobergplaatsen strikt verboden is (artikel 2.2), en waar verhardingen in het niet-bebouwd gedeelte (achtertuinzone) worden beperkt tot 40m², en dit enkel voor terrassen (artikel 4.2).

Dit standpunt werd ingenomen in de recent vergunde verkaveling (2017/6).

Bijgevolg kan niet voldaan worden aan de parkeernormen op eigen terrein, en is een parkeerplaats niet mogelijk.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

 

Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw van eengezinswoningen kan echter afgeweken worden van de berekening van de parkeerbehoefte zoals vermeld in bovenstaande tabel, indien realisatie van

de parkeerplaatsen niet mogelijk is. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits voldaan aan de voorwaarden voldoet de aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

2.      de vrije hoogte in de slaapkamers moet minstens 2.60 meter bedragen, conform bouwcode artikel 21;

3.      de fundering grenzend aan het openbaar domein moet minstens 1.75 meter diep zijn, conform bouwcode artikel 34 §2;

4.      de platte daken van de achterbouw en de tuinberging moeten voorzien worden van een groendak, conform bouwcode artikel 38;

5.      met oog op brandveiligheid conform bouwcode artikel 34 §3 moet ofwel het dakpakket ter hoogte van de scheimuur minder dik uitgevoerd worden, ofwel moet het volledige dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uitgevoerd worden met als bijkomende voorwaarde dat steeds minstens 2.60 meter binnenhoogte moet gegarandeerd blijven, ofwel moet een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed tussen de vegetatie van het groendak en de scheimuur voorzien worden;

6.      een septische put moet voorzien worden conform de vereisten van de bouwcode artikel 43. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 oktober 2018

Volledig- en ontvankelijk

26 oktober 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

25 december 2018

Verslag GOA

10 december 2018

naam GOA

Helia Dezhpoor

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

2.      de vrije hoogte in de slaapkamers moet minstens 2.60 meter bedragen, conform bouwcode artikel 21;

3.      de fundering grenzend aan het openbaar domein moet minstens 1.75 meter diep zijn, conform bouwcode artikel 34 §2;

4.      de platte daken van de achterbouw en de tuinberging moeten voorzien worden van een groendak, conform bouwcode artikel 38;

5.      met oog op brandveiligheid conform bouwcode artikel 34 §3 moet ofwel het dakpakket ter hoogte van de scheimuur minder dik uitgevoerd worden, ofwel moet het volledige dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uitgevoerd worden met als bijkomende voorwaarde dat steeds minstens 2.60 meter binnenhoogte moet gegarandeerd blijven, ofwel moet een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed tussen de vegetatie van het groendak en de scheimuur voorzien worden;

6.      een septische put moet voorzien worden conform de vereisten van de bouwcode artikel 43.

 


 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.