Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
DL adresbeheer (huisnummers) |
7 juni 2018 |
7 juni 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
7 juni 2018 |
25 juni 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt in de verkaveling EK/2013/V/0019, goedgekeurd op 6 juni 2014, meer bepaald in lot(en) 9.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgende punten:
de hoogte van het bijgebouw is 3,15m. Dit is hoger dan de maximaal toegelaten hoogte van 3m in deze zone;
in de bouwvrije zone wordt een oprit aangelegd van 3m x 5m en een tuinpad naast het huis van 1m breed. Deze zone zou onverhard en zoveel mogelijk groen moeten zijn.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
§2 gevels die aan de straatzijde liggen, moeten voorzien zijn van een fundering met minimale diepte van 1,75m onder het straatpeil. De fundering is hier maar voorzien tot 1,35m onder het straatpeil.
§3 het gedeelte van de scheidingsmuren van het hoofddak heeft slechts een opstand van 20cm, hoewel dit 30cm zou moeten zijn.
Sectorale wetgeving
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Het blijkt dat niet voldaan is aan het artikel uit de verkaveling aangaande de maximale bouwhoogte van het garagedeel. Dit is namelijk 3,15 m hoog ingetekend in plaats van de opgelegde 3 m.
Hiertoe is een openbaar onderzoek georganiseerd. Er zijn geen bezwaren zijn ingediend, waardoor gefundeerd kan afgeweken worden.
Functionele inpasbaarheid
De functie van eengezinswoning is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van de geldende verkaveling. De aanvraag is functionele inpasbaar in dit ontwikkeld woongebied.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. Tot en met een hoeveelheid van 5 wooneenheden is de parkeerbehoefte 1 per wooneenheid. Aangezien het hier de bouw van één eengezinswoning betreft is de berekende werkelijke parkeerbehoefte bijgevolg 1 parkeerplaats. |
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit aantal is toereikend. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0 . Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 15 december 2014. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Fietsstalplaatsen
Voor iedere wooneenheid moeten per slaapkamer 1 fietsstalplaats worden voorzien en 1 bijkomende plaats. De aanvraag telt 3 slaapkamers, wat resulteert in 3 plaatsen + 1 bijkomende met een totaal van 4 plaatsen.
De tuinberging heeft een oppervlakte van 15 m² en is in principe groot genoeg om 4 fietsen te stallen. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het ontwerp past zich in het maximaal bebouwbare gabarit dat is opgenomen in de voorschriften van de verkaveling. Enkel het gelijkvloerse garagedeel aan de rechterzijde van de woning wordt beperkt hoger uitgevoerd. Het gebouw past zich in de bestaande straatwand en het gabarit van de woningen uit zijn omgeving. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels worden afgewerkt met lichtgrijze gevelsteen, donkere alu buitenschrijnwerk. Het tuinhuis wordt afgewerkt als een houten blokhut. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn conform de verkavelingsvoorschriften.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag voldoet aan de wetgeving op lichten en zichten en heeft niet meer impact op de belendende percelen dan dat normalerwijze kon verwacht worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
14 mei 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
7 juni 2018 |
Start openbaar onderzoek |
13 juni 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
12 juli 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
20 september 2018 |
Verslag GOA |
28 augustus 2018 |
naam GOA |
Martijn Coppoolse |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
13 juni 2018 |
12 juli 2018 |
0 |
0 |
0 |
1 |
Bespreking van de bezwaren
Privacy, hinder: de bezwaarindiener gaat niet akkoord met de deur op de eerste verdieping die uitgang geeft op het plat dak van de aanbouw. Indien dit dak als een dakterras wordt aangelegd zou de aanvrager zicht hebben in de tuin van de bezwaarindiener.
Beoordeling: In de aanvraag zit geen aanleg van een dakterras vervat. De gelijkvloerse uitbouw van de aanvraag bevindt zich conform de verkavelingsvoorschriften op 3 m van de perceelgrens. He toekomstig dakterras zou zich dus ook op 3 m van de perceelgrens bevinden. Daarmee is de aanvraag conform de wetgeving op lichten en zichten.
Echter laten de verkavelingsvoorschriften geen dakterras toe, dus de deur naar het plat dak is niet nodig. Daarom wordt in voorwaarden opgenomen dat er een balustrade moet worden voorzien aan de deur zodat het plat dak niet betreedbaar is. Het bezwaar is ongegrond.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018056643 |
Gegevens van de aanvrager: |
Bouwwerken Versnel met als adres Merksemsebaan 264 te 2110 Wijnegem |
Ligging van het project: |
De Rozentuin 7 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 35 sectie F nr. 356F3 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een eengezinswoning in verkaveling 'De rozentuin' lot 9 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij:
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.