Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
16 juli 2018 |
16 juli 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften - Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Geen enkele woning die deel uitmaakt van de rij beschikt over een gelijkvloerse achterbouw tot 17m, terwijl de aanvraag er één voorziet. Het aangevraagde is bijgevolg strijdig met het referentiebeeld.
Daar een bouwdiepte van 17m echter niet vreemd is in de wijk, het perceel voldoende diep is om een kwalitatieve tuin over te laten, de gelijkvloerse wijziging geen blinde muur creëert (enkel beperkt een hogere tuinmuur) én de uitbreiding ten behoeve is van het omvormen van de woning tot zorgwoning, kan een afwijking met toepassing van artikel 3 van de bouwcode worden toegestaan.
De ondergeschikte wooneenheid deelt echter slechts de badkamer en een berging met de hoofdwooneenheid waarvan de slaapkamers zich op de tweede verdieping bevinden en daar reeds beschikken over een badkamer. De woning voldoet aan de definitie van zorgwonen conform artikel 4.1.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening op voorwaarde dat er effectief gedeelde ruimten zijn, buiten de hal, tussen de hoofdwooneenheid en de ondergeschikte wooneenheid.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging, er wordt een gelijkvloers volume aangebouwd om er een ondergeschikte wooneenheid in onder te brengen die onderdeel uitmaakt van de bestaande eengezinswoning. De bestaande woonfunctie blijft dus behouden.
Visueel-vormelijke elementen
De materialen van de nieuwe gevels zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De ondergeschikte wooneenheid voldoet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot op voorwaarde dat alle delen van de ondergeschikte wooneenheid en de gedeelde ruimten voldoen aan de bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid, met betrekking tot looppaden, niveauverschillen, toegangen, deurenopeningen en vaste inrichtingselementen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding met een zorgwoning. Voor zorgwoningen geldt een parkeerbehoefte van 0,8 per zorgwoning. De werkelijke parkeerbehoefte is 1. |
De plannen voorzien in 2 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2. Dit aantal is toereikend. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Fietsvoorzieningen
Er dient voor de verbouwing 1 bijkomende fietsstalplaats voorzien te worden, deze werd niet ingetekend op de plannen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
27 juni 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
16 juli 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
14 september 2018 |
Verslag GOA |
28 augustus 2018 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018076897 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Abdelilah Guerti met als adres Valkenputstraat 90 te 2600 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Valkenputstraat 90 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 22 sectie A nr. 63W |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning met een zorgwoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.