Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart |
4 juni 2018 |
7 augustus 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
4 juni 2018 |
10 juli 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
AQUAFIN NV |
4 juni 2018 |
9 juli 2018 |
Ongunstig |
Fluvius |
4 juni 2018 |
22 juni 2018 |
Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
4 juni 2018 |
8 juni 2018 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
4 juni 2018 |
19 juni 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
4 juni 2018 |
13 juni 2018 |
DL adresbeheer (huisnummers) |
4 juni 2018 |
4 juni 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de uitsprongen uit het gevelvlak zijn qua vorm niet afgestemd op de omgeving. Elke verdieping is ongelijk behandelt. Indien er erkers aanwezig zijn in het referentiebeeld, zijn deze gelijk in diepte over de volledige hoogte van het gebouw;
het advies van de welstandscommissie is ongunstig;
Sectorale wetgeving
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid:
Het voorzien van een nieuwbouw volume met een hoogte gelijk aan de rechterbuur is kenmerkend voor de volumes aan deze zijde van de straat en zorgt voor een aansluiting die niet hinderlijk is.
Echter in diepte wordt er op de verdiepingen vanaf de 2de verdieping een diepte voorgesteld die niet meer aansluit met de buur. Vanaf de 2de verdieping wordt een ‘blinde’ scheimuur gecreëerd ten opzichte van de terrassen van de rechter aanpalende. Dit creëert een onaanvaardbare hinder naar uitzicht van de gebruikers van deze terrassen en de achterliggende woningen.
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Het ontwerp wijkt af van de bouwcode op volgende artikels:
- Artikel 6 De afgeschuinde terrassen zijn niet in harmonie met het straatbeeld. De uitsprongen dienen parallel aan de straat te worden uitgevoerd. De welstandscommissie is dezelfde mening toegedaan. Een afwijking kan niet worden toegestaan;
- Artikel 7. Het advies van de welstandscommissie is ongunstig. Zie beoordeling visueel-vormelijke elementen;
- Artikel 30. Er worden slechts 4 parkeerplaatsen voorzien en geen 11 parkeerplaatsen. In functie van het aantal appartementen dat wordt gerealiseerd, zijn 11 parkeerplaatsen noodzakelijk. Zie parkeerparagraaf;
- art. 34. De opstand van het nieuwe platte dak is 0,23 meter en dus niet niet groter dan 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand is noodzakelijk voor het voorkomen van brandoverslag. Als voorwaarde in een vergunning zou worden opgelegd het dakpakket te beperken tot een dikte waarbij de opstand wel minimaal 30cm bedraagt of dat het groendak wordt gerealiseerd conform volgende eis:
De aanvraag voldoet niet aan het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid, zodat met toepassing van artikel 4.3.7. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, de aanvraag dient geweigerd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 11 parkeerplaatsen. Advies dienst Mobiliteit: “De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw van 9 wooneenheden. 7 appartementen tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1.2 à 7 x 1.2 = 8,4 2 appartementen > 90m² met parkeernorm 1.35 à 2 x 1.35 = 2,7 De werkelijke parkeerbehoefte is 11.” |
De plannen voorzien in 4 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. Advies Mobiliteit: “Nuttige parkeerplaatsen: 4 (mits gebruik van draaischijf om de lift steeds voorwaarts te kunnen in- en uitrijden).” |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4. Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Vanuit oogpunt goede ruimtelijke ordening is dit onaanvaardbaar. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein. Niet vatbaar voor vergunning. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 7. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 7. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 15 december 2014. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 7 plaatsen. |
Advies mobiliteit
De dienst mobiliteit doet daarnaast ook uitspraak over de fietsenstallingen in de kelder:
“Er dienen voor deze nieuwbouw 26 fietsstalplaatsen ingetekend te worden. Op de plannen werden er 27 voorzien. Deze zijn echter allemaal voorzien met een ophangsysteem. Het is beter om hier ook enkele gewone fietsstalplaatsen te voorzien vermits het niet voor iedereen mogelijk is om een zware fiets via een ophangsysteem te parkeren. Ook niet-standaard fietsen zoals bakfietsen dienen gestald te kunnen worden.
In de bouwcode wordt gerekend met 1,5m² per fietsstalplaats. Deze norm wordt in dit project niet gehaald.
De dienst mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:
- Meer specificaties aanleveren van het ophangsysteem voor fietsen.
- Ook gewone fietsstalplaatsen voorzien voor zware fietsen en niet standaardfietsen zoals bakfietsen.”
Deze opmerkingen zijn als voorwaarde op te nemen in een vergunning.
Visueel-vormelijke elementen
Om de visueel-vormelijke aspecten van het voorgestelde bouwvolume te beoordelen werd advies gevraagd aan de welstandscommissie. Op 2 december 2016 brachten zij een ongunstig advies uit in functie van de ingediende bouwaanvraag uit 2016:
De welstandscommissie vraagt om de tuin te benutten als buitenruimte voor het duplexappartement op het gelijkvloers en slechts (inpandige) terrassen toe te passen vanaf de derde laag. De omgeving vraagt een rustige geveluitwerking, waarbij de commissie voorstelt om de schuine lijnen te verlaten en in het gevelvlak te blijven met het volume.
Ook de materiaalkeuze kan hierin bijdragen, door voor één materiaal te kiezen, vb. enkel natuursteen.
De uitwerking van de terrassen kan ook een gelijkmatige geveluitwerking versterken, door vb. de balustrade deels in glas en deels in het gevelmateriaal te voorzien.
Voor het schrijnwerk wordt lichtkleurig aluminium voorzien in dezelfde tint als de natuursteen.
Ook de plint kan op een rustigere en meer logische manier worden uitgewerkt zodat deze meer in relatie staat tot de hogere verdiepingen
Gezien voorliggende aanvraag geen wijziging van de gevels, ten opzichte van de aanvraag die werd voorgelegd aan de welstandscommissie, omvat, werd geen nieuw advies gevraagd aan de welstandscommissie.
Cultuurhistorische aspecten
Gezien het pand is gelegen in een gebied met cultureel, historische en esthetische waarde volgens het gewestplan, werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst monumentenzorg. Het advies luidt:
“De aanvraag heeft betrekking op een perceel bebouwd met garageboxen van één bouwlaag hoog. Het is enerzijds gelegen naast een appartementsgebouw van 6 bouwlagen onder teruggetrokken dakverdieping en anderzijds naast een perceel bebouwd met garageboxen.
Het object/ complex is beeldverstorend omdat er geen aantoonbare algemene historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische of esthetische waarden aanwezig zijn en het daarenboven omwille van zijn verschijningsvorm afwijkt van de omgeving.
B. Afweging
Men wenst een nieuw appartementsgebouw met 9 appartementen op te trekken.
De geplande werken zijn aanvaardbaar vanuit oogpunt monumentenzorg. De nieuwbouw moet beoordeeld worden naar welstand.”
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In het kader van voorliggende werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst groen en begraafplaatsen. Het advies is voorwaardelijk gunstig:
“De groendienst geeft gunstig advies op voorwaarde dat de bestaande bomen beschermd worden zoals beschreven in het bijgevoegde bomenonderzoek en dat zoals voorgesteld, de toekomstboom Carpinus betulus 40/50 wordt aangeplant ter compensatie van de te rooien bomen.”
De aan het advies gekoppelde voorwaarden voor de te beschermen boom zijn als voorwaarde op te nemen in een vergunning.
Aquafin geeft een ongunstig advies omdat het project niet kan worden aangesloten op de openbare riolering:
- “De plaatsing van hemelwaterput en infiltratievoorziening dient herbekeken te worden. De hemelwaterput dient over te lopen naar de infiltratievoorziening, welke dan weer voorzien wordt van een overloop naar de riolering.
- Er is een gemengde riolering aanwezig in de straat. De RWA dient ter hoogte van de rooilijn samen genomen worden met de DWA en zo samen via één huisaansluiting aan te sluiten op de gemengde riolering;
- RWA en DWA moeten volledig gescheiden tot op de rooilijn worden gebracht. De vergunningsaanvrager dient een externe toezichtmogelijkheid op beide aansluitingen te voorzien;
- Gravitaire kelderaansluitingen zijn niet toegelaten. Indien er afvoerpunten van het gebouw (bijv. klokrooster) lager gelegen zijn dan het straatniveau t.h.v. de leiding dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient te worden geplaatst in de aankomende leidingen en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder.
- De aansluiting dient te gebeuren op een diepte van 80 cm onder het straatniveau. Afwijkingen hiervan kunnen eventueel toegelaten worden mits een gemotiveerde aanvraag.”
Deze bemerkingen kunnen als voorwaarde opgenomen worden in een vergunning.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, voornamelijk omwille van de te grote bouwdiepte, de onrustige geveluitwerking met schuine lijnen die het gevelvlak verstoren in het straatbeeld en de onrustige en onlogische uitwerking van de plint waardoor de relatie tot de hogere verdiepingen is verstoord. Daarbij worden ruim onvoldoende autostalplaatsen voorzien en is de fietsenberging niet adequaat ingericht.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
3 mei 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
2 juni 2018 |
Start openbaar onderzoek |
11 juni 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
10 juli 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
14 september 2018 |
Verslag GOA |
28 augustus 2018 |
naam GOA |
Martijn Coppoolse |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
11 juni 2018 |
10 juli 2018 |
14 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
Beoordeling:
Met de realisatie van een programma met 9 appartementen wordt een behoefte van 11 parkeerplaatsen gecreëerd (op basis van de bouwcode – zie ook advies dienst Mobiliteit). Deze moeten gerealiseerd worden op eigen terrein. Als de 7 ontbrekende plaatsen niet kunnen worden gerealiseerd op eigen terrein, komen deze inderdaad op het openbaar domein terecht. Dit betekent een verzwaring van de parkeerdruk in de straat. Het bezwaar is gegrond.
Beoordeling:
Het rooien van de bomen, en het verslag van het bomenonderzoek dat is bijgevoegd bij de aanvraag, werd ter advies voorgelegd aan de betreffende groendienst. Er werd gunstig advies verleend, op voorwaarde dat de beschermende maatregelen, zoals voorgesteld in de bomennota, worden nageleefd en een nieuwe boom wordt aangeplant.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling:
In de bomennota wordt aangegeven dat het grondwater zich zodanig diep bevindt dat de bomen niet doorwortelen naar de grondwaterlaag en hun vochtwaterhuishouding handhaven volgens een hangwaterprofiel. Er is volgens de nota geen grondbemaling nodig om de bouwput droog te maken. De nota geeft aan dat, omdat bomen gevoelig zijn aan een wijziging van de waterhuishouding, het noodzakelijk is om bij aanhoudende droogte een irrigatiesysteem te voorzien. Het bezwaar is deels gegrond.
Beoordeling:
Eventuele, doch niet bewezen overlast is van tijdelijke aard. Een gebouwde omgeving is steeds onderhevig aan evolutie, waardoor werkzaamheden niet uit te sluiten zijn. Bovendien betreft dit bezwaar eerder een zaak van handhaving en onderhoud openbaar domein.
Het bezwaar is ongegrond.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018046333 |
Gegevens van de aanvrager: |
VLIMMO - INVEST met als adres Schupstraat 1 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
De Merodelei 25 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 23 sectie B nr. 349A3 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een meergezinswoning met 9 appartementen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij:
Het college beslist om de omgevingsvergunning te weigeren.