Terug

2018_CBS_07951 - Omgevingsvergunning - OMV_2018080571. Dorpstraat 103 . District Berendrecht - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/09/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_07951 - Omgevingsvergunning - OMV_2018080571. Dorpstraat 103 . District Berendrecht - Goedkeuring 2018_CBS_07951 - Omgevingsvergunning - OMV_2018080571. Dorpstraat 103 . District Berendrecht - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd. 

Toetsing voorschriften 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) 

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)

De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater. 

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag. 

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag. 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag. 

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op het volgend punt:

  • Artikel 6 Harmonie en draagkracht: de voorgevel wordt bepleisterd met witte crepie. De andere gevels in de omgeving zijn uitgevoerd in zandkleurige en roodbruin genuanceerde gevelsteen;
  • Artikel 12 Levendige plint: een berging aan de straatkant is geen levendige functie;
  • Artikel 21 Minimale hoogten van ruimten: de binnenhoogte bedraagt niet overal minstens 2.60 meter;
  • Artikel 38: Groendaken: de nieuwe aanbouw wordt niet voorzien van een groendak; 

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode. 

Omgevingstoets 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 6 ‘harmonie en draagkracht’. Wit pleisterwerk wijkt af van het kenmerkende gevelbeeld in de omgeving, dat overwegend bestaat uit zandkleurige of roodbruin genuanceerde gevelsteen. Aangezien het een vrijstaande woning betreft, zijn zowel de voor- als zijgevels zichtbaar vanaf de straat. Daarom wordt als voorwaarde voor vergunning opgelegd dat de voor- en zijgevels moeten voorzien worden van steenstrips of een gevelsteen in een kleurstelling die aansluit bij de omgeving (zandkleur, roodbruine kleur).

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 12 ‘levendige plint’. De vergunde bureauruimte wordt ingevuld als berging, wat niet als een levendige functie wordt aanzien. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd deze in te richten als bureau of een andere levendige functie.

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 21 ‘minimale hoogten van ruimten’. De bestaande woning beschikt over binnenhoogtes van 2.50 meter. Deze zijn vergund waardoor een afwijking op basis van bouwcode artikel 3 aanvaardbaar is. De nieuwe uitbreidingen worden wel voorzien van binnenhoogtes van minstens 2.60 meter.

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 38 ‘groendaken’. Omdat het nieuwe platte dak aan de achterzijde groter is dan 20m², wordt als voorwaarde voor vergunning opgelegd dat het platte dak aan de achterzijde moet voorzien worden van een groendak. 

Functionele inpasbaarheid

De verbouwing en uitbreiding van deze vergunde eengezinswoning is inpasbaar in de woonwijk, de functie wijzigt niet. 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De uitbreiding achteraan betreft een gelijkvloers volume met plat dak van +/- 58m², dit is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

Aan de achterzijde van het zadeldak is de nieuwe dakkapel aanvaardbaar.

Het volume tegen de linker perceelgrens in de achtertuin betreft een vergunde garage die nooit werd gebouwd. Er wordt een nieuwe garage van 8 x 3.15 meter voor één wagen opgericht tegen de perceelgrens aan de linkerzijgevel van de woning.

Er werd een tuinhuis van 6 x 4 meter achteraan in de tuin gebouwd. Mogelijk staat dit tuinhuis volgens het gewestplan in agrarisch gebied. Omwille van onvoldoende maatvoering op de plannen kan dit volume niet stedenbouwkundig beoordeeld worden. Dit tuinhuis wordt uitgesloten uit de vergunning, zoals in rood aangeduid op de plannen. 

Visueel-vormelijke elementen

De vergunde bruine dakpannen worden vervangen door antracietgrijze keramische dakpannen. Het bruinkleurige buitenschrijnwerk en detaillering worden vervangen door zwart gelakt aluminium ramen, dakranden en raamdorpels.

De bestaande gevels worden geïsoleerd, de voorgestelde dikte is onduidelijk. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat de isolatie + gevelmateriaal exact 14 cm moet bedragen. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits voldaan aan de voorschriften voldoet de aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening. 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven. 

Advies aan het college 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden. 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. de voor- en zijgevels moeten voorzien worden van steenstrips of een gevelsteen in een kleurstelling die aansluit bij de omgeving (zandkleur, roodbruine kleur), conform bouwcode artikel 6;
  2. de gelijkvloerse ruimte links vooraan in te richten als bureau of een andere levendige functie, conform bouwcode artikel 12;
  3. het nieuwe platte dak van de gelijkvloerse uitbreiding achteraan te voorzien van een groendak, conform bouwcode artikel 38;
  4. de gevelisolatie + gevelbekleding moet exact 14 cm bedragen;
  5. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen. 

Uitsluitingen

Het tuinhuis in de achtertuin, zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan, omdat niet kan worden beoordeeld of het in woongebied is gelegen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 juni 2018

Volledig- en ontvankelijk

16 juli 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

14 september 2018

Verslag GOA

30 augustus 2018

naam GOA

Martijn Coppoolse

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer :

OMV_2018080571

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Dominique Ooye met als adres Dorpstraat 103 te 2040 Antwerpen en de heer Kim Sonck met als adres Dorpstraat 103 te 2040 (Berendrecht) Antwerpen

Ligging van het project:

Dorpstraat 103 te 2040 Berendrecht (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 19 sectie B nr. 188A2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen 

Relevante voorgeschiedenis

  • 12/12/1988: vergunning (86#880678) voor het bouwen van een woonhuis. 

Laatst vergunde toestand

  • de eengezinswoning is een vrijstaande woning met één bouwlaag onder een zadeldak:
  • de bouwdiepte van de woning bedraagt 8 meter;
  • de kroonlijsthoogte van de woning bedraagt 3,54 meter en de nokhoogte bedraagt 8,04 meter;
  • de gevels van de woning zijn opgetrokken lichtbruin genuanceerde gevelsteen;
  • er werd een garagebox tegen de linker perceelgrens in de achtertuin voorzien. 

Bestaande toestand

  • de woning is idem aan de laatst vergunde toestand;
  • de garagebox in de achtertuin werd niet uitgevoerd.

Inhoud van de aanvraag

  • verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning;
  • aan de bestaande woning wordt een achterbouw aangebouwd en een garage in de linkerzijtuinstrook;
  • in de achterbouw komt de keuken en de zithoek ter uitbreiding van de leefruimte;
  • de bouwdiepte van de achterbouw bedraagt 6 meter zodat de totale bouwdiepte op 14,05 meter komt;
  • de voorgevel van de garage wordt 3,15 meter achter de voorgevel van de woning geplaatst;
  • de zijgevel van de garage wordt op de linkse perceelsgrens geplaatst;
  • de bouwdiepte van de garage bedraagt 8 meter;
  • de bouwhoogte van de achterbouw en de garage bedraagt 3 meter en worden afgewerkt met platte daken;
  • op het achterste dakvlak wordt een dakkapel geplaatst;
  • de dakkapel heeft een een lengte van 8 meter en een hoogte van 2,50 meter;
  • de voorgevel van de woning wordt geïsoleerd en bepleisterd met witte crepie;
  • de achtergevel van de achterbouw en de gevels van de garage worden opgetrokken gevelmetselwerk;
  • het buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in zwart gelakt aluminium;
  • de bestaande oprit in de rechtse zijtuinstrook wordt opgebroken en aangelegd als tuin.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, zijn strikt na te leven;
  2. de voor- en zijgevels moeten voorzien worden van steenstrips of een gevelsteen in een kleurstelling die aansluit bij de omgeving (zandkleur, roodbruine kleur), conform bouwcode artikel 6;
  3. de gelijkvloerse ruimte links vooraan in te richten als bureau of een andere levendige functie, conform bouwcode artikel 12;
  4. het nieuwe platte dak van de gelijkvloerse uitbreiding achteraan te voorzien van een groendak, conform bouwcode artikel 38;
  5. de gevelisolatie + gevelbekleding moet exact 14 cm bedragen;
  6. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen. 

Uitsluitingen

Het tuinhuis in de achtertuin, zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan, omdat niet kan worden beoordeeld of het in woongebied is gelegen.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.