Terug

2018_CBS_07728 - Omgevingsvergunning - OMV_2018079042. Prinshoeveweg 32. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/09/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_07728 - Omgevingsvergunning - OMV_2018079042. Prinshoeveweg 32. District Ekeren - Goedkeuring 2018_CBS_07728 - Omgevingsvergunning - OMV_2018079042. Prinshoeveweg 32. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

9 juli 2018

30 juli 2018

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er werden in de aanvraag geen afwijkingen ten opzichte van de geldende voorschriften geconstateerd.

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt louter de verbouwing van een bestaande eengezinswoning en gelet op de ligging hiervan in een ontwikkeld woongebied is er in deze effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De nieuwe volumetrie wijkt nagenoeg niet af van de bestaande toestand en respecteert voldoende de open ruimte en de afstanden en licht wegname ten aanzien van de buurpanden en –percelen. Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook eenduidig gunstig.

Visueel-vormelijke elementen

Het materiaalgebruik van het op de inventaris van het cultuurbezit vermelde hoofdgebouw wordt behouden, uitgezonderd het aanwezige aluminium schrijnwerk. Dit schrijnwerk is niet origineel en doet afbreuk aan de visuele erfgoedwaarde van het pand. Het zal dan ook, in navolging van het advies van de dienst monumentenzorg, worden uitgesloten uit de vergunning.

De materialisatie van het bijgebouw, in lichte pleister, blauwe steen en donker schrijnwerk, is visueel in overeenstemming met het bestaande hoofdgebouw en in harmonie met de omliggende bebouwing. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg dan ook gunstig.

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag heeft betrekking op een eenvoudige burgerwoning uit 1910 tot 1920 (vermoedelijk de woning van de plaatselijke onderpastoor), met kleine voortuin. Het betreft een bakstenen gebouw van twee bouwlagen en twee traveeën onder zadeldak met uitkragende dakrand en dakkapellen. De lijstgevel is opgebouwd uit rood bakstenen parement met bezette gevelbanden boven een hardstenen plint. Tegelvelden zijn aanwezig boven en onder de vensteropeningen en boven de deur met een doorlopend tegelveld ter bekroning van de gevel.

Het object is beeldbepalend omwille van de aanwezige architecturale en esthetische kwaliteiten van de buitenschil en de typologische opbouw van het pand.

Vanuit oogpunt monumentenzorg is er geen bezwaar. Het project werd voorbesproken en is conform de meegegeven randvoorwaarden. De beeldbepalende buitenschil en de typologie van het pand blijven afleesbaar en gevrijwaard.

Het is echter jammer dat het vervangen van het bestaande aluminium schrijnwerk in de voorgevel geen deel uitmaakt van de aanvraag. Schrijnwerk is immers een erfgoedkenmerk bij uitstek aangezien het essentieel bijdraagt tot de belevingswaarde van de voorgevel. Om geen afbreuk te doen aan de historiciteit pleiten wij in de eerste plaats voor het behoud van het oorspronkelijke schrijnwerk. Authenticiteit is immers een belangrijk uitgangspunt in de monumentenzorg. Om toch aan betere comforteisen tegemoet te komen wordt er vaak wel toegelaten om dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning. Pas wanneer behoud niet mogelijk blijkt, kan er geopteerd worden voor de vervanging van het schrijnwerk naar oorspronkelijk model, dit zowel wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking. Indien het schrijnwerk reeds vervangen werd door afwijkend schrijnwerk, pleiten wij eveneens voor het vervangen van dit schrijnwerk naar oorspronkelijk model, materiaal en profilering. In dit geval: houten geschilderd schrijnwerk met T-verdeling. Deze uitgangspunten hanteert de dienst monumentenzorg bij de advisering van bouwaanvragen voor panden gelegen in een beschermd stads- of  dorpsgezicht of panden opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. 

Indien het bestaande aluminium schrijnwerk niet vergund werd, dient dit uitgesloten te worden uit de vergunning en vervangen te worden door correct geprofileerd, geschilderd houten schrijnwerk. Detailtekeningen zijn voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg. Indien gewenst kunnen er op vraag detailtekeningen van historische T-ramen worden aangeleverd.  

Gelet op de historiciteit van het gebouw en dat er geen vergunningen beschikbaar zijn die dateren van na 1964 wordt geoordeeld dat geen vergunning verleend werd voor het plaatsen van het aluminium schrijnwerk en wordt bovenstaande voorwaarde dan ook overgenomen in de eindbeoordeling van het dossier.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. het niet vergunde bestaande aluminium schrijnwerk dient aan het einde van de levensduur vervangen te worden door correct geprofileerd, geschilderd houten schrijnwerk. Detailtekeningen zijn voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg. Indien gewenst kunnen er op vraag detailtekeningen van historische T-ramen worden aangeleverd;
  2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen. 

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

1 juli 2018

Volledig- en ontvankelijk

9 juli 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

7 september 2018

Verslag GOA

22 augustus 2018

naam GOA

Martijn Coppoolse

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

  1. Beperken nuttige doorgang: Bezwaarmaker verwacht dat het opdikken van linkerzijgevel gaat hinderen wat betreft de nuttige doorgang naar diens tuin en terras toe. Bezwaarmaker verzoekt het opdikken te beperken tot een isolerende pleister van max 1 cm dikte.

Beantwoording: In de aanvraag is geen sprake van het opdikken van de scheimuur. Wel wordt voor de linker scheimuur een afwerking aangevraagd met een isolerende pleister in gebroken wit. Dit komt overeen met wat bezwaarmaker als billijk beschouwd. Tussen aanvraag en bezwaar is geen discrepantie. Het bezwaar is ongegrond.

 

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer :

OMV_2018079042

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Annemie De Ridder met als adres Keurelaan 8 te 2180 Ekeren (Antwerpen) en de heer Rob Lavigne met als adres Keurelaan 8 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Ligging van het project:

Prinshoeveweg 32 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 34 sectie E nr. 48S6

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

  • er zijn geen vergunningen voor dit adres te vinden in de archieven.

 

Laatst vergunde toestand

  • niet van toepassing.

 

Bestaande toestand

  • het pand bestaat uit 2 bouwlagen onder een schilddak;
  • in het schilddak zitten vooraan 2 kleine dakkapellen;
  • de voorgevel is afgewerkt in rode baksteen met tegelvelden boven de deur- en raamopeningen;
  • naast de raamopeningen zitten op gelijke onderlinge afstand in het wit bezette gevelbanden;
  • achter het hoofdvolume is een achterbouw opgetrokken die uit een latere periode stamt.

Inhoud van de aanvraag

  • het betreft de verbouwing van een eengezinswoning;
  • de indeling van de achterbouw wordt gewijzigd;
  • de achterbouw wordt met 1,25 meter naar rechts uitgebreid;
  • de scheimuur op de linkse perceelgrens wordt afgewerkt met een isolerende pleister in gebroken wit;
  • in de zijgevel wordt de gesloten gevel op de gelijkvloerse verdieping gebroken door een nieuwe raamopening;
  • de aanbouw wordt afgewerkt in lichte gevelbepleistering en heeft donkere aluminium ramen;
  • in de hoek achteraan rechts blijft het overdekte terras;
  • achter de aanbouw wordt een terras aangelegd en naast de volledige zijgevel een looppad.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

  • de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt ;
  • het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, stritk na te leven;
  2. het niet vergunde bestaande aluminium schrijnwerk dient aan het einde van de levensduur vervangen te worden door correct geprofileerd, geschilderd houten schrijnwerk. Detailtekeningen zijn voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg. Indien gewenst kunnen er op vraag detailtekeningen van historische T-ramen worden aangeleverd;
  3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.