Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
9 juli 2018 |
30 juli 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er werden in de aanvraag geen afwijkingen ten opzichte van de geldende voorschriften geconstateerd.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt louter de verbouwing van een bestaande eengezinswoning en gelet op de ligging hiervan in een ontwikkeld woongebied is er in deze effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De nieuwe volumetrie wijkt nagenoeg niet af van de bestaande toestand en respecteert voldoende de open ruimte en de afstanden en licht wegname ten aanzien van de buurpanden en –percelen. Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook eenduidig gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
Het materiaalgebruik van het op de inventaris van het cultuurbezit vermelde hoofdgebouw wordt behouden, uitgezonderd het aanwezige aluminium schrijnwerk. Dit schrijnwerk is niet origineel en doet afbreuk aan de visuele erfgoedwaarde van het pand. Het zal dan ook, in navolging van het advies van de dienst monumentenzorg, worden uitgesloten uit de vergunning.
De materialisatie van het bijgebouw, in lichte pleister, blauwe steen en donker schrijnwerk, is visueel in overeenstemming met het bestaande hoofdgebouw en in harmonie met de omliggende bebouwing. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg dan ook gunstig.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag heeft betrekking op een eenvoudige burgerwoning uit 1910 tot 1920 (vermoedelijk de woning van de plaatselijke onderpastoor), met kleine voortuin. Het betreft een bakstenen gebouw van twee bouwlagen en twee traveeën onder zadeldak met uitkragende dakrand en dakkapellen. De lijstgevel is opgebouwd uit rood bakstenen parement met bezette gevelbanden boven een hardstenen plint. Tegelvelden zijn aanwezig boven en onder de vensteropeningen en boven de deur met een doorlopend tegelveld ter bekroning van de gevel.
Het object is beeldbepalend omwille van de aanwezige architecturale en esthetische kwaliteiten van de buitenschil en de typologische opbouw van het pand.
Vanuit oogpunt monumentenzorg is er geen bezwaar. Het project werd voorbesproken en is conform de meegegeven randvoorwaarden. De beeldbepalende buitenschil en de typologie van het pand blijven afleesbaar en gevrijwaard.
Het is echter jammer dat het vervangen van het bestaande aluminium schrijnwerk in de voorgevel geen deel uitmaakt van de aanvraag. Schrijnwerk is immers een erfgoedkenmerk bij uitstek aangezien het essentieel bijdraagt tot de belevingswaarde van de voorgevel. Om geen afbreuk te doen aan de historiciteit pleiten wij in de eerste plaats voor het behoud van het oorspronkelijke schrijnwerk. Authenticiteit is immers een belangrijk uitgangspunt in de monumentenzorg. Om toch aan betere comforteisen tegemoet te komen wordt er vaak wel toegelaten om dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning. Pas wanneer behoud niet mogelijk blijkt, kan er geopteerd worden voor de vervanging van het schrijnwerk naar oorspronkelijk model, dit zowel wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking. Indien het schrijnwerk reeds vervangen werd door afwijkend schrijnwerk, pleiten wij eveneens voor het vervangen van dit schrijnwerk naar oorspronkelijk model, materiaal en profilering. In dit geval: houten geschilderd schrijnwerk met T-verdeling. Deze uitgangspunten hanteert de dienst monumentenzorg bij de advisering van bouwaanvragen voor panden gelegen in een beschermd stads- of dorpsgezicht of panden opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.
Indien het bestaande aluminium schrijnwerk niet vergund werd, dient dit uitgesloten te worden uit de vergunning en vervangen te worden door correct geprofileerd, geschilderd houten schrijnwerk. Detailtekeningen zijn voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg. Indien gewenst kunnen er op vraag detailtekeningen van historische T-ramen worden aangeleverd.
Gelet op de historiciteit van het gebouw en dat er geen vergunningen beschikbaar zijn die dateren van na 1964 wordt geoordeeld dat geen vergunning verleend werd voor het plaatsen van het aluminium schrijnwerk en wordt bovenstaande voorwaarde dan ook overgenomen in de eindbeoordeling van het dossier.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
1 juli 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
9 juli 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
7 september 2018 |
Verslag GOA |
22 augustus 2018 |
naam GOA |
Martijn Coppoolse |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
1 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
Beantwoording: In de aanvraag is geen sprake van het opdikken van de scheimuur. Wel wordt voor de linker scheimuur een afwerking aangevraagd met een isolerende pleister in gebroken wit. Dit komt overeen met wat bezwaarmaker als billijk beschouwd. Tussen aanvraag en bezwaar is geen discrepantie. Het bezwaar is ongegrond.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018079042 |
Gegevens van de aanvrager: |
mevrouw Annemie De Ridder met als adres Keurelaan 8 te 2180 Ekeren (Antwerpen) en de heer Rob Lavigne met als adres Keurelaan 8 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Prinshoeveweg 32 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 34 sectie E nr. 48S6 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij:
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.