De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
4 juli 2018 |
2 augustus 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018071629 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer François Van Noten met als adres Ernest Claesstraat 27 te 9150 Kruibeke |
Ligging van het project: |
Hoofdfrontweg 17 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 37 sectie C nr. 691X |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen en uitbreiden van een bestaand clubhuis |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Argumentatie :
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college van burgemeester en schepenen conform artikel 4.7.17 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
De aanvraag omvat het verbouwen en beperkt uitbreiden van het huidige clubhuis van de lokale sportvereniging : korfbalclub HMKC. De huidige structuur is volledig verouderd en voldoet niet meer aan de actuele normering en voorschriften van de korfbalbond. De uitbreiding zal het vernieuwde sanitair en de kleedruimtes bevatten evenals de opslag van het sportmateriaal. De kantine wordt vergroot door opname van de bestaande sanitaire ruimte. Op de plannen wordt ook hekwerk aangevraagd, rond het speelveld wordt leunhekwerk voorzien om de toeschouwers van het speelveld te scheiden, en rond het terrein hekwerk om ongewenst bezoek te vermijden. Hekwerk werd wel aangegeven op de plannen maar door een materiele fout werd dit niet opgenomen in de beschrijvende nota. Het hekwerk sluit aan bij de reeds aanwezige hekwerken in en rondom Fort VIII en kan daarom vergund worden zoals aangegeven op de plannen.
Door de omgevingsambtenaar wordt aangegeven om de voorwaarden van het Agentschap Natuur en Bos op te volgen, één van de voorwaarden van dit agentschap is echter redundant, in verband met het verwijderen van onvergunde constructies, in wezen gaat het hier over een te verwijderen container die reeds op de plannen vermeld staat als te verwijderen.
De aanvrager vroeg een afwijking van de bouwcode in verband met het voorzien van groendaken door het plaatsen van regenwaterputten met recuperatie van regenwater, de omgevingsambtenaar volgt hierin de aanvrager niet. De bouwcode laat echter een afwijking van artikel 38 – “groendaken” – toe, via artikel 3 – “afwijkingsmogelijkheid” – en door toepassing punt 38 § 5, hierbij dient door een waterbalans aangetoond te worden dat het hergebruik van regenwater een belangrijke troef betekent. De aanvrager heeft alsnog dergelijk waterbalans aangeleverd. Regenwater zal o.a. gebruikt worden in de verschillende sanitaire installaties, voor het wassen van sporttenues en voor onderhoud van de terreinen. De afwijking kan dan ook aanvaard worden.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Onroerend Erfgoed |
27 juni 2018 |
10 juli 2018 |
Gunstig |
Vlaams gewest, Agentschap Natuur en Bos |
27 juni 2018 |
2 juli 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
27 juni 2018 |
23 juli 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten |
19 juli 2018 |
20 juli 2018 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
27 juni 2018 |
5 juli 2018 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
27 juni 2018 |
28 juni 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
27 juni 2018 |
4 juli 2018 |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten |
27 juni 2018 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ ruimte |
27 juni 2018 |
17 juli 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag is niet in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):
Algemene bouwverordeningen
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale wetgeving
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.). De aanvraag tot het verbouwen van een korfbalclub is niet in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestplan.
De aanvraag betreft dagrecreatie in een zone met bestemming parkgebied. In toepassing van artikel 4.4.6 van de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening kan, onder voorwaarden, worden afgeweken van de verordenende voorschriften. In dit artikel wordt gesteld dat in een omgevingsvergunning betreffende een bestaande hoofdzakelijk vergunde constructie die krachtens decreet definitief of voorlopig beschermd is als monument, of deel uitmaakt van een krachtens decreet definitief of voorlopig beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, kan worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften, voor zover de betrokken handelingen gunstig worden geadviseerd vanuit het beleidsveld onroerend erfgoed. Hetzelfde geldt voor handelingen in de omgeving van een niet ontsloten monument die noodzakelijk zijn voor de rechtstreekse ontsluiting van het monument. Het advies van Onroerend Erfgoed is gunstig (zie verder: cultuurhistorische aspecten). De aangevraagde handelingen doen geen afbreuk aan de bescherming en zijn ze niet in strijd met de bovenvermelde direct werkende normen. Er kan bijgevolg worden afgeweken door toepassing van artikel 4.4.6 van de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening.
Een afwijking wordt gevraagd op de verordening hemelwater. Volgens de verordening dient de aanvraag een infiltratievoorziening te plaatsen. Doordat er recentelijk twee kunstgrasvelden aangelegd werden blijkt dat de infiltratie van regenwater in de bestaande ondergrond vrij moeizaam verloopt en volgens de indiener geen treffelijke oplossing biedt. Bovendien betreft het volgens de aanvrager een klein dakoppervlak tegen over de volledige gracht rond het Fort VIII waardoor een infiltratiebekken verwaarloosbaar zou zijn en vooral een complexe ingreep zou zijn in de bestaande context van het terrein. De aanvrager stelt voor om de overloop van de nieuwe regenwaterputten in de bestaande grachtengordel te laten uitmonden, na filtering. Met deze voorwaarde kan worden ingestemd, aangezien het grachtenstelsel voldoende groot is om het hemelwater van een dergelijk dakoppervlak op te vangen. Een afwijking op de verordening hemelwater wordt toegestaan.
Inzake artikel 29 van de verordening toegankelijkheid wordt een afwijking aangevraagd. Artikel 29 stelt dat er minstens 4% van het totale aantal kleedruimtes of pashokjes moeten voldoen aan artikel 12 en van artikel 22 tot en met 26. Deze kleedruimtes dienen geschikt gemaakt te worden voor minder mobiele gebruikers. De aanvrager stelt dat er heel wat aanpassingen gebeurd zijn zodat mindervalide bezoekers/ supporters gemakkelijk gebruik kunnen maken van de nieuwe faciliteiten. Een helling werd aangelegd, een nieuwe inkomdeur werd voorzien en intern werd nieuwe sanitair voorzien. Volgens de aanvrager is het voorzien van kleedruimtes of pashokjes voor minder mobiele mensen geen noodzaak aangezien de sport korfbal niet beoefende kan worden door deze personen. Een afwijking kan worden bekomen aangezien er wel werd voldaan aan faciliteiten voor mindervalide bezoekers en supporters.
Het bestaande dak zal door de voorliggende aanvraag volledig vervangen worden. Een afwijking op artikel 38 wordt aangevraagd in de beschrijvende nota. Volgens de aanvrager zou het plaatsen van een groendak nadelig zijn voor het hergebruik van regenwater. Een afwijking kan niet worden bekomen omwille van volgende redenen: Een groendak beperkt gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien, een groendak werkt als (extra) dakisolatie, een groendak verhoogt de biodiversiteit en is aangenamer om op te kijken en een groendak verminderd de verharde oppervlakte. Voornamelijk het verminderen van de verharde oppervlakte is hier doorslaggevend aangezien het platte dak een oppervlakte van 407m² heeft én gelegen is in parkgebied, waar verharde oppervlakten zo weinig mogelijk dienen aangelegd te worden. Een afwijking op het niet plaatsen van een groendak wordt bijgevolg niet bekomen. In voorwaarde wordt opgenomen om het nieuwe platte dak uit te voeren met een extensief groendak, conform artikel 38.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het verbouwen en beperkt uitbreiden van de korfbalclub zodat het opnieuw voldoet aan de normeringen. Het nieuwe gebouw vormt een uniform geheel door bestaande bergingen, een container en een houten barak te slopen. De aanvraag betreft geen functiewijziging.
De aanvraag is strijdig met bestemming parkgebied, het betreft immers dagrecreatie. Rekening houdend met artikel 4.4.6 van de codex ruimtelijk ordening is een gemotiveerde afwijking echter mogelijk (zie voorgaand).
De voorliggende aanvraag is gelegen in het masterplan Fort 8. De stad Antwerpen wil Fort 8 verder uitbouwen tot een cultureel-recreatieve zone. Het masterplan Fort 8 zet in op onder andere aanwezige functies en recreatief medegebruik. Het masterplan bevordert het recreatieve medegebruik van de ruimte in en rond het fort. Het moderniseren van de korfbalclub door middel van een uitbreiding brengt de ambitie van het masterplan niet in het gedrang en bevordert wel degelijk het recreatief medegebruik.
Advies werd gevraagd aan de dienst vastgoed. Het advies luidt als volgt: ‘De dienst vastgoed formuleert een gunstig advies. De renovatie en uitbreiding zorgen voor een opwaardering van de vastgoedprotefeuille. Wel dient de club na uitvoering van de werken de as-built plannen over te maken aan de stad, zodat de concessieovereenkomst kan worden aangepast.’ Het overmaken van de as-built plannen aan de stad wordt meegenomen in de voorwaarden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. De parkeerbehoefte aan sportgelegenheden wordt berekend op het aantal sportvelden. Het aantal sportvelden breidt hier niet uit. De uitbreiding van het clubhuis is zeer beperkt. Het maximaal aantal toegelaten personen in het clubhuis opgelegd door de brandweer neemt niet toe. Er is voor deze verbouwing dan ook geen bijkomende parkeerbehoefte. De werkelijke parkeerbehoefte is 0 parkeerplaatsen. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit aantal is toereikend. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Aan de rechterzijde van het bestaande gebouw wordt een volume toegevoegd nadat enkele bergruimtes, een container en een houten barak worden gesloopt. Het betreft een minimale uitbreiding waarbij het momenteel lege tussenstuk tussen de houten barak en de het bestaand clubhuis wordt verbonden, waardoor alles ruimtelijk wordt gebundeld. Het gebouw wordt compacter doordat er geen verspreide constructies meer aanwezig zijn. Het nieuwe clubhuis heeft een lengte van 25,35m en een breedte van 16,05m met een hoogte van 3,75m over 1 bouwlaag. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is er inzake schaal en ruimtegebruik geen bezwaar tegen de uitbreiding.
Visueel-vormelijke elementen
Het nieuwe gebouw wordt aan de voorzijde voorzien van een donkerrode gevelsteen met buitenschrijnwerk en dakprofielen in grijs aluminium. Vooraan wordt een vast paneel toegevoegd met opschrift ‘H.M.K.C. vzw Korfbalclub’. De linker- en achterzijde worden voorzien van een rode bepleistering. De buitenberging wordt opgetrokken in grijze betonstenen met schuin dak in geprofileerde staalplaat. Het materiaalgebruik is eerder eenvoudig. Aangezien het een clubhuis betreft voor het uitvoeren van een sport en ontvangen van supporters/ bezoekers kan worden ingestemd met de visuele en vormelijke elementen van de constructie.
Cultuurhistorische aspecten
De voorliggende aanvraag omvat een pand beschermd als monument. Advies werd gevraagd aan monumentenzorg. Het advies luidt als volgt: Vanuit oogpunt monumentenzorg geen bezwaar. De uitgebreide kantine doet geen afbreuk aan de monumentwaarde van Fort VIII. Gezien het beschermd statuut van het complex dient er een toelating bekomen van het Agentschap Onroerend Erfgoed. Onroerend Erfgoed levert een gunstig advies af: De aangevraagde handelingen worden gunstig geadviseerd omdat zij geen afbreuk doen aan de bescherming. (En dus niet in strijd zijn met de bepalingen uit het Onroerend Erfgoeddecreet, het Onroerend Erfgoedbesluit en/of de individuele bepalingen in het beschermingsbesluit). Dit advies geldt als
toelating voor de gunstig geadviseerde handelingen. Het clubhuis is een moderne toevoeging op het terrein van Fort VIII. Structuur en aanzien van het clubhuis blijven behouden. De uitbreiding is beperkt en omvat de ruimte die nu reeds ingenomen wordt door de buitenopslag. De verbouwing en uitbreiding hebben daarom geen impact op de erfgoedwaarden van het fort.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De nieuwe kleedruimtes zijn voorzien van in totaal zes lichtkoepels die de ruimtes van natuurlijk daglicht voorzien. Inzake privacy worden er geen storende effecten verwacht. De sanitaire ruimten en kleedruimten zijn voldoende privaat en worden niet voorzien van zijdelingse ramen.
Aangezien de aanvraag gelegen is in een parkgebied werd advies gevraagd aan de groendienst. Het advies luidt als volgt: ‘De groendienst geeft voorwaardelijk gunstig advies. De bestaande bomen dienen beschermd te worden tijdens de werken. Dat wil zeggen dat de volledige werfzone tijdens de werken dient afgeschermd te worden met hekken zodat de bomen niet beschadigd worden en er in de boszone geen materiaalopslag kan gebeuren. Dit wordt in voorwaarde opgenomen in de vergunning.’
Inzake toegankelijkheid is de aanvraag strijdig met twee artikel van de verordening toegankelijkheid. Volgens artikel 22 dienen de ruwbouwmaten van toegangen minstens 105cm breed te zijn, zodat na afwerking een vrije en vlakke doorgangsbreedte van minstens 90cm gegarandeerd wordt. De toegangsdeuren staan op de plannen ingetekend met een breedte van 100cm, waardoor een doorgangsbreedte van minstens 90cm niet kan worden gegarandeerd. In voorwaarde wordt opgenomen dat de toegangsdeuren na afwerking minstens 90cm breed dienen te zijn.
Volgens artikel 28 dient een vast inrichtingselement met het oog op het onthaal van het publiek of een daarmee gelijkstelde constructie (toog) voorzien te worden van een verlaagd element. Het is via de plannen of beschrijvende nota onduidelijk of de toog voorzien wordt van aan verlaagd gedeelte. Dit wordt bijgevolg in voorwaarde opgenomen.
In het kader van algemeen belang en omdat hier gaat om een constructie in een parkgebied waar bestemmingen hun sociale functie dienen te vervullen dient minstens 1 toilettengroep publiek toegankelijk te zijn.
De aanvraag is strijdig met artikel 26 van de bouwcode. Bij functies anders dan wonen dient een afgescheiden ruimte voor afvalberging voorzien te worden van verluchting en minimaal 4m² groot. De aanvraag voorziet niet in een afvalberging. Bij voorkeur wordt een afvalberging in één van de bergingsruimten voorzien.
Advies aan het college
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
12 juni 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
27 juni 2018 |
Start openbaar onderzoek |
4 juli 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
2 augustus 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
10 oktober 2018 |
Verslag GOA |
14 september 2018 |
naam GOA |
Martijn Coppoolse |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.