Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
13 augustus 2018 |
5 september 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
13 augustus 2018 |
14 augustus 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
13 augustus 2018 |
14 augustus 2018 |
stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen |
13 augustus 2018 |
16 augustus 2018 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen |
13 augustus 2018 |
20 augustus 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
- Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van artikel 26 van de bouwcode. Functies anders dan wonen, dienen een afgescheiden ruimte voor afvalberging te hebben die voorzien wordt van verluchting en minimaal 4m² groot is. De aanvraag voorziet geen afvalberging. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.
De aanvraag wijkt af van artikel 38 van de bouwcode. Het afdak van de verbinding tussen de uitbreiding en het bestaand schoolgebouw wordt niet aangelegd als een groendak. Omwille van de 2 volumes afzonderlijk te accentueren wordt deze verbinding volledig in een glazen gevel uitgevoerd. De draagconstructie laat dus niet toe om hier een groendak aan te leggen. Het college wordt geadviseerd om op basis van bovenvermelde argumenten af te wijken van de voorschriften, conform artikel 3 van de bouwcode.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft een uitbreiding van een bestaand schoolgebouw. De aanvraag betreft geen functiewijziging. De bestaande gemeenschapsfunctie blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende functies in de Winkelstap.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen. In de bouwcode worden geen specifieke normen voorgesteld voor parkeerplaatsen voor kleuteronderwijs. Indien we ons baseren op de parkeernormen voor het basisonderwijs, is de behoefte: 0,75/leslokaal. In dit geval met 3 leslokalen, komt dit neer op een parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen. We gaan ervan uit dat het lerarenlokaal geen extra parkeervraag genereert. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 . ‘Op dit perceel staat een school met bijhorende speelplaats voor kinderen. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.’ |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 . Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 0 = 2 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Echter kan aan de zijde van de Van Praetlei 2 plaatsen worden aangeboden. Deze plaatsen worden in rood aangeduid op plan en opgelegd in voorwaarden. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 2 parkeerplaatsen. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 – 2 = 0. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen
De bouwcode stelt dat er voor kleuteronderwijs 3 fietsstaplaatsen per klaslokaal moeten worden voorzien: dit komt neer op 9 fietsparkeerplaatsen. Momenteel worden er geen fietsparkeerplaatsen voorzien, of zijn deze niet op het plan ingetekend. In voorwaarden wordt opgelegd dat 9 stalplaatsen voor fietsen moeten worden voorzien.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het gebouw past zich niet in de bestaande straatwand en het gabarit van de woningen uit zijn omgeving. Echter betreft het een uitbreiding van een school en dus is het aangewezen dat de grond optimaal te gebruiken. De uitbreiding ligt in het midden van het perceel waardoor eventuele toekomstige uitbreiding in de hoogte nog mogelijk is. De grond rondom wordt gebruikt als speelplaats voor de school.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels worden afgewerkt met donkerrode paramentsteen, verticale gevelbeplanking bamboe, aluminium buitenschrijnwerk, gegalvaniseerde stalen kollommen en houten dakconstructie voor luifel. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De dienst stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen heeft geen bezwaren aangezien de te rooien bomen binnen het bouwraam vallen.
De aanvraag is voor advies opgestuurd naar stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen. De dienst geeft volgende beoordeling:
“Type: nieuwbouw voor uitbreiding van bestaande school
Advies: Op basis van het beoordelingskader luchtkwaliteit en geluidshinder (2018_CBS_04164) wordt gunstig geadviseerd.”
De aanvraag is voor advies opgestuurd naar stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen. De dienst geeft volgende beoordeling:
“De aanvraag betreft de uitbreiding van een school gelegen Winkelstap 108 te 2170 Merksem. Er worden 3 extra kleuterklassen en een sanitair blok, deels binnen-, deels buitentoiletten (toegankelijk vanaf de speelplaats) opgericht. De school beschikt over een melding (200438) voor het lozen van huishoudelijke afvalwater, een stookinstallatie (371 kW) en stookolie (5.000 liter). Mogelijk moet de melding aangepast en geactualiseerd worden aan de uitbreiding (verhoging lozing huishoudelijk afvalwater, opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen, airconditioningsinstallatie, vermogen stookinstallatie,…). De exploitant dient dit na te gaan en indien nodig een melding in te dienen. Er wordt een hemelwaterput geplaatst zodat het water kan gebruikt worden voor het sanitair. Er wordt echter geen infiltratie voorzien waardoor de overstort van het water van de hemelwaterput in de riolering terecht komt. Door plaatsing van infiltratievoorzieningen wordt het overtollige regenwater geborgen en geïnfiltreerd in de bodem.”
In voorwaarden wordt opgenomen dat de exploitant moet nagaan of de huidige melding nog voldoet en of er een nieuwe moet worden aangevraagd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
6 augustus 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
13 augustus 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
12 oktober 2018 |
Verslag GOA |
24 september 2018 |
naam GOA |
Martijn Coppoolse |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018095008 |
Gegevens van de aanvrager: |
VZW KATHOLIEK ONDERWIJS BISDOM ANTWERPEN NOORDKANT met als contactadres Noorderlaan 108 te 2030 Antwerpen (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Winkelstap 108 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 41 sectie B nr. 273L |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
uitbreiden van een school |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 8/7/1947: vergunning (1974#7426) voor het bouwen van vier klaslokalen met aanhorigheden;
- 1/6/1978: vergunning (19787040) voor het oprichten van een garage;
- 16/11/2009: vergunning (3275#491) voor het uitbreiden en aanpassen van een kleuter en lagere school;
- 10/06/2016: vergunning (2016550) voor het bouwen van 3 nieuwe kleuterklassen en 1 leraarslokaal (niet uitgevoerd);
Laatst vergunde toestand
- schoolgebouwen (kleuter- en lagere school);
- terrein oppervlakte van 6667 m²;
- inkom naar school mogelijk via twee omliggende straten.
Bestaande toestand
- bestaande houten gebouw werd afgebroken, voor het overige idem als laatst vergunde toestand.
Inhoud van de aanvraag
- het betreft de uitbreiding van een kleuterschool met lagere school op de hoek van de Winkelstap met de Van Praetlei;
- achteraan links aan de uitgang richting speelplaats wordt via een in glas uitgevoerde inkom/ontvangstruimte een verbinding gemaakt naar een nieuw volume met 1 bouwlaag;
- het nieuwe volume biedt plaats aan een groot klaslokaal (75 personen) en een gecompartimenteerd sanitair blok dat betreden kan worden zowel vanuit de klas, als vanaf de speelplaats als vanuit de inkom;
- links van de uitbreiding komt een luifel met zonnepanelen die naast beschutting tegen de regen tevens dienst doet als zonnewering voor het klaslokaal;
- in de inkomhal komt een platformlift om het hoogteverschil van 70 cm met het hoofdgebouw te overbruggen;
- de bestaande luifel wordt afgebroken;
- de bestaande bomen (apenboom en berk) wordt gekapt;
- de daken van het grote klaslokaal worden uitgevoerd als groendak;
- het dak van de inkom/ontvangstruimte wordt voorzien in witte reflecterende roofing.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.