Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ team stadsbouwmeester - welstandscommissie |
15 juni 2018 |
15 juni 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied dat op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven bruinomrand en met het Romeinse cijfer II overdrukt is.
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De nieuw op te trekken bebouwing staat door zijn min of meer strakke vorm effectief in contrast met de omliggende bebouwing en de in de conventie Della Faille vooropgestelde vormgeving. Er is echter geen voorbehoud bij het hanteren van de regels van de geldende conventie als basis maar daarbij te streven naar een hedendaagse maar kwaliteitsvolle invulling, dewelke in dit geval leidt tot een rijkere en doordachte architectuurtaal. Zo wordt bijvoorbeeld de daklaag als een rechtopstaand volume geconcipieerd maar door het gebruik van een duidelijk afwijkend metselverband wordt deze bouwlaag eenduidig gelezen als een verticale beëindiging van het gebouw, een daklaag als het ware.
Het project past zich qua volume bovendien in in zijn omgeving door onder andere voldoende afstand te bewaren ten aanzien van de aangrenzende bebouwing. Bijkomend klopt het dat de bouwhoogte in zijn totaliteit eveneens niet voldoet aan de in de conventie opgenomen richtlijnen maar de afwijkingen zijn eerder beperkt (7,75 m qua kroonlijst in plaats van de voorziene 7 m) en mede door de eerder vermelde ruime afstanden tot de aanpalende bebouwing en het feit dat het gebouw enigszins een signaalfunctie heeft door zijn ligging op een hoekperceel zijn dergelijke afwijkingen aanvaardbaar en te verantwoorden.
Er wordt dan ook geoordeeld dat gefundeerd kan afgeweken worden van vermelde voorschriften, mede door het bekomen gunstige advies van de stedelijke welstandscommissie, waardoor aan het college wordt geadviseerd deze onregelmatigheden te bekrachtigen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt het optrekken van een eengezinswoning en gelet op de ligging van het perceel in een ontwikkeld woongebied en het feit dat deze bestemming voldoet aan de voorschriften van de geldende conventie Della Faille is er in deze effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. Tot 5 wooneenheden is er volgens de bouwcode sprake van een parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats per wooneenheid. Gelet op het feit dat deze aanvraag het optrekken van een eengezinswoning betreft is de werkelijke parkeerbehoefte in deze 1. |
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit aantal is toereikend. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het is correct dat de bouwhoogte in zijn totaliteit niet voldoet aan de in de conventie Della Faille opgenomen richtlijnen maar de afwijkingen zijn eerder beperkt (7,75 m qua kroonlijst in plaats van de voorziene 7 m) en het project past zich qua volume bovendien in in zijn omgeving door onder andere voldoende afstand te bewaren ten aanzien van de aangrenzende bebouwing. Mede hierdoor en het feit dat het gebouw enigszins een signaalfunctie heeft door zijn ligging op een hoekperceel zijn dergelijke afwijkingen aanvaardbaar en te verantwoorden.
Bovendien wordt door het hanteren van de regels van de geldende conventie als basis maar het tegelijkertijd streven naar een hedendaagse maar kwaliteitsvolle invulling een in dit geval een rijkere en doordachte architectuurtaal gecreëerd. Zo wordt bijvoorbeeld de daklaag als een rechtopstaand volume geconcipieerd maar door het gebruik van een duidelijk afwijkend metselverband wordt deze bouwlaag eenduidig gelezen als een verticale beëindiging van het gebouw, een daklaag als het ware. Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is bijgevolg gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De te hanteren materialen, rode baksteen met grijze voeg, blauwe hardsteen en zwart aluminium schrijnwerk, zijn in combinatie aanvaardbaar, getuigen van duurzaamheid en degelijkheid en zijn rijk en hoogwaardig, waardoor het geheel bijzonder ingepast is in zijn gebouwde omgeving. Het advies voor dit deelaspect van de omgeving is dan ook zonder meer gunstig.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
28 augustus 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
13 september 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
12 november 2018 |
Verslag GOA |
24 september 2018 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Openbaar onderzoek
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018103730 |
Gegevens van de aanvrager: |
mevrouw Tejal Shah met als adres Theo Mertensplein 7 te 2650 Edegem |
Ligging van het project: |
Della Faillelaan 56 te 2020 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 12 sectie M nr. 73D3 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
slopen van een villa en bouwen van een nieuwbouwvilla |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 26/08/1927: vergunning (1927#27624) voor veranderingen en garage;
- 07/12/1927: vergunning (1927#28618) voor garage;
- 28/12/1928: vergunning (1928#31863) voor het bouwen van een serre;
- 01/03/1929: vergunning (1928#31590) voor veranderingen cottage;
- 16/06/1929: vergunning (1929#32992) voor een afsluiting;
- 23/03/1956: vergunning (18#35005) voor veranderingswerken;
- 10/02/2000: vergunning (556#37) voor verbouwen van een villa met uitbreiding.
Laatst vergunde toestand
- vrijstaande villa in eclectische stijl op de hoek van de Della Faillelaan en de Vijverlaan;
- L-vormig gebouw van 3 bouwlagen onder zadeldak met een ronde centrale hal onder torenvormig dak.
Bestaande toestand
- conform laatst vergunde toestand.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van een vrijstaande villa;
- bouwen van een vrijstaande nieuwbouwvilla met 3 bouwlagen onder plat dak. De villa bestaat uit 3 gestapelde volumes met een terras per verdieping;
- de totale maximum bouwhoogte meet 10,30 m, een -diepte van 15,85 m en een -breedte van 12,90 m;
- een kelder met ondergrondse parking met plaats voor 1 auto en 5 fietsen;
- de gevels zijn opgetrokken uit rode baksteen in kettingverband met grijze voeg;
- de muurdekstenen, dorpels en plinten worden voorzien in blauwe hardsteen;
- het schrijnwerk wordt uitgevoerd in zwartgelakt aluminium;
- de tuinafsluiting en 3 toegangspoorten worden uitgevoerd in aluminium hekwerk.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.