Terug

2018_CBS_08817 - Omgevingsvergunning - OMV_2018018410. Nerviërsstraat 13. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/10/2018 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_08817 - Omgevingsvergunning - OMV_2018018410. Nerviërsstraat 13. District Antwerpen - Goedkeuring 2018_CBS_08817 - Omgevingsvergunning - OMV_2018018410. Nerviërsstraat 13. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen 

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

20 augustus 2018

18 september 2018

Voorwaardelijk gunstig

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam

20 augustus 2018

20 augustus 2018

stadsontwikkeling/ geacht vergund

20 augustus 2018

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsontwikkeling/ mobiliteit

20 augustus 2018

22 augustus 2018


Toetsing voorschriften 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’. 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) 

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

          De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-        Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

-        Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-        Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    de kelder heeft geen minimale plafondhoogte van 2,60 meter  en ligt lager dan 1,10 meter onder het niveau van de tuin, daarom kan hier geen verblijfsruimte ingericht worden.
  • artikel 26 Afvalverzameling:
    er is geen afvalberging voorzien;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    de fietsstalling in de inkomhal voldoet niet aan dit artikel;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    er is geen autostalplaats voorzien voor de bijkomende woonentiteit.
     

Sectorale wetgeving

-        MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 

-        Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-        Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

Omgevingstoets 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Deze aanvraag wijkt mogelijk af van artikel 21 van de bouwcode. In de kelder wordt een polyvalente ruimte ingericht. Deze ruimte voldoet echter niet aan de minimale plafondhoogte en bevindt zich te diep onder het aangrenzende maaiveld om in aanmerking te komen als verblijfsruimte volgens artikel 21. In voorwaarde bij deze vergunning wordt het gebruik als verblijfsruimte uitgesloten.

Voor meergezinsgebouwen met minimaal 4 woningen moet volgens artikel 26 van de bouwcode een gemeenschappelijke afvalberging voorzien worden. Door de aanvrager wordt hiervoor een afwijking gevraagd op basis van de ruime private bergruimte per woning. Uit de motivatie van de aanvrager blijkt dat de meerwaarde van een aparte afvalberging zeer beperkt is, zodat op basis van artikel 3 van de bouwcode een afwijking kan worden toegestaan. 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De werken beperken zich binnen het bestaande en vergunde bouwvolume.

Door het uitbreiden van het woonprogramma met 1 woonentiteit wordt de draagkracht van de site niet overschreden.

De bestaande drie appartementen op de verdiepingen lijden geen verlies aan woonkwaliteit door het toevoegen van een extra gelijkvloerse woning. Zij bezitten en behouden elk ruime woningen met eigen buitenruimte en parkeerplaats. De nieuwe gelijkvloerse woning heeft een grote kwaliteit dankzij de ligging aan de tuin. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. 

Functionele inpasbaarheid

De Nerviërsstraat wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door één - en meergezinswoningen in gesloten bebouwing. De bestaande meergezinswoning blijft behouden en is functioneel inpasbaar in de omgeving. 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein). 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen. 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen. 

Uit het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit:

“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en functiewijziging van 3 naar 4 wooneenheden. De speelruimte achter de garage wordt omgevormd naar wonen en ook de kelderruimte zal deel uitmaken van deze woning. De 3 bovenliggende appartementen blijven ongewijzigd.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 [per woning].

De werkelijke parkeerbehoefte is 1.” 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

“De 3 bestaande parkeerplaatsen blijven behouden maar er komt geen bijkomende parkeerplaats bij.” 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden:

‘Het betreft een bestaand appartementsgebouw met drie vergunde parkeerplaatsen. Gezien de afmetingen van het perceel (met een breedte van maximaal 7 meter) is het maximale reeds bereikt en kunnen er geen extra plaatsen gerealiseerd worden.’ 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1. 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats. 

Het advies Mobiliteit bevat ook het volgende inzake de fietsvoorzieningen:

“Voor de bijkomende wooneenheid moeten er 2 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-        1 appartement met 1 slaapkamer = 1 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 2

Er worden in de gang 2 fietsstalplaatsen voorzien.” 

Advies aan het college 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden. 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  2. de kelder te gebruiken als bergruimte;
  3. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 augustus 2018

Volledig- en ontvankelijk

20 augustus 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

19 oktober 2018

Verslag GOA

1 oktober 2018

naam GOA

Brenda Dierckx

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer :

OMV_2018018410

Gegevens van de aanvrager:

de heer Kris Daem met als adres Frankrijklei 92 te 2000 Antwerpen (Antwerpen)

Ligging van het project:

Nerviërsstraat 13 te 2018 Antwerpen (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 6 sectie F nr. 1231V8

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

functiewijzigen van de gelijkvloerse verdieping achteraan naar een wooneenheid en regulariseren van de uitbreiding van de kelder

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen 

Relevante voorgeschiedenis

-        28/03/1911: vergunning (1911 # 484) voor binnenveranderingen;

-        24/02/1967: weigering (18 # 49495) voor flatgebouw;

-        05/07/1968: vergunning (18 # 51097) voor flatgebouw;

-        10/12/1968: vergunning (18 # 51752) voor flatgebouw;

-        03/03/1978: vergunning (18 # 59252) voor het bouwen van een appartementsgebouw. 

Laatst vergunde toestand

-        de laatst vergunde toestand van het gebouw betreft een appartementsgebouw opgetrokken over 6 bouwlagen onder plat dak met drie wooneenheden;

-        op het gelijkvloers bevinden zich een garage en 4 bergingen;

-        op de eerste verdieping bevindt zich een appartement met twee slaapkamers;

-        op de bovenliggende verdiepingen bevinden zich twee ruime duplex appartementen, telkens over twee bouwlagen;

-        op elke verdieping is er een terras aan de achterzijde. 

Bestaande toestand

-        de bestaande toestand betreft een appartementsgebouw met 6 bouwlagen onder plat dak met drie woonentiteiten,;

-        in plaats van kelderbergingen op het gelijkvloers, werd bij de uitvoering in 1978 een ondergrondse kelderruimte toegevoegd;

-        achteraan het gelijkvloers werd in 1978 een speelruimte uitgevoerd, momenteel in gebruik als bijkomende wooneenheid met tuintoegang.

Inhoud van de aanvraag

-        wijzigen van het aantal woongelegenheden van drie naar vier;

-        de speelruimte achteraan op het gelijkvloers en een deel van de kelder worden omgevormd tot één wooneenheid, de badkamer wordt in de kelder voorzien;

-        regularisatie van de kelder die niet werd uitgevoerd conform de vergunning van 1978, er werd een volwaardige kelderzone uitgevoerd in plaats van een verluchting;

-        de bovenliggende appartementen blijven ongewijzigd;

-        het volume en de voorgevel blijven ongewijzigd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  2. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, zijn strikt na te leven;
  3. de kelder te gebruiken als bergruimte;
  4. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.