Terug

2018_CBS_07392 - Omgevingsvergunning - OMV_2018038737. Gitschotellei 97. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/08/2018 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Anne  Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_07392 - Omgevingsvergunning - OMV_2018038737. Gitschotellei 97. District Berchem - Goedkeuring 2018_CBS_07392 - Omgevingsvergunning - OMV_2018038737. Gitschotellei 97. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

28 juni 2018

24 juli 2018

Voorwaardelijk gunstig

Agentschap Zorg en Gezondheid

28 juni 2018

28 juli 2018

Ongunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen

30 juli 2018

2 augustus 2018

stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen

28 juni 2018

4 juli 2018

stadsontwikkeling/ mobiliteit

28 juni 2018

12 juli 2018

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

28 juni 2018

12 juli 2018

cultuur, sport, jeugd en onderwijs/ jeugd/ regie kinderopvang

28 juni 2018

Geen tijdig advies ontvangen

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

 Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

  • De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

    Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
    De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
    De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
    De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

    Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
    De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

    • artikel 26 Afvalverzameling:
      Er werd geen afgescheiden ruimte voor afvalberging voorzien.

    • artikel 29 Fietsenstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
      Er werden geen voorzieningen voor het stallen of parkeren van fietsen getroffen.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt

    geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
     

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag met betrekking tot het regulariseren van een functiewijziging van horeca naar een kinderdagverblijf is vanuit stedenbouwkundig standpunt aanvaardbaar gezien de bestemming woongebied is.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De functiewijziging beperkt zich binnen het bestaande volume waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven. Er is voldoende ruimte over op het gelijkvloers om een kwalitatieve tuinzone in functie van het kinderdagverblijf in te richten.

De aanvraag is passend in de omgeving en verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag werd voorgelegd aan het Agentschap Zorg en Gezondheid en stedelijke dienst Energie en Milieu (EMA) om deze te toetsen aan gezondheidsnormen inzake luchtkwaliteit en geluidshinder. Zorg en Gezondheid bracht een ongunstig advies uit. Zowel de concentratie aan stikstofdioxide en het aanwezige decibelniveau op de locatie van de aanvraag werden als onaanvaardbaar hoog beschouwd.

EMA bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit: Kinderen zijn extra gevoelig voor luchtverontreiniging en geluidshinder. Langdurige blootstelling kan leiden tot blijvende lichamelijke schade, slaapstoornissen of verstoring van spraak- en leervermogen. Daarom wordt bij het advies voor een kinderdagverblijf rekening gehouden met de specifieke lokale omstandigheden op het vlak van luchtkwaliteit en geluidshinder. De beoordeling gebeurt op basis van onderstaand kader dat op 2 mei 2018 door het college van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen werd goedgekeurd (2018_CBS_04164). (…)

Luchtkwaliteit: Het perceel bevindt zich grotendeels in een zone met een jaargemiddelde concentraties NO2 van 30-37 µg/m³. Dit is onder de wettelijke en gezondheidskundige norm van 40 µg/m³ en deze concentraties verantwoorden een gunstig advies volgens het beoordelingskader.  Aan de straatzijde is er echter kans dat het gebouw wordt blootgesteld aan concentraties van > 42 µg/m³. Gelet op de oriëntatie van het gebouw en de omliggende bebouwing, zijn milderende maatregelen mogelijk om de blootstelling bij de kinderen voldoende te beperken. In deze situatie wordt bij toepassing van het beoordelingskader luchtkwaliteit gunstig geadviseerd mits voorwaarden.

Geluidshinder: Het gebouw bevindt zich voor een groot deel in een zone met geluidsniveaus (Lden) van meer dan 60dB(A). Aan de straatzijde is het gebouw onderhevig aan geluidsniveaus (Lden) van meer dan 70 dB(A). Permanente blootstelling van kinderen aan een  Lden van meer dan 70 dB(A) wordt gezien als onaanvaardbaar hoog. Gelet op de oriëntatie van het gebouw en de omliggende bebouwing, zijn milderende maatregelen mogelijk om de blootstelling bij de kinderen voldoende te beperken. In deze situatie wordt bij toepassing van het beoordelingskader geluidshinder gunstig geadviseerd mits voorwaarden.

Zowel de adviezen van Agentschap Zorg en Gezondheid en stedelijke dienst Energie en Milieu maakten een vaststelling van dezelfde knelpunten. Gezien de overeenstemming tussen de adviezen kan geredeneerd worden dat mitigerende maatregelen, zo voorgesteld door EMA, tegemoet kunnen komen aan de problematiek inzake luchtkwaliteit en geluidshinder op de locatie van de aanvraag. Deze voorwaarden zijn in de vergunning opgenomen.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op basis van de functiewijziging.  Vermits de brutovloeroppervlakte van de crèche 148m² (< 500 m²) bedraagt, wordt er geen parkeerbehoefte aangerekend.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Dit aantal is toereikend. Daarenboven heeft  voorliggende aanvraag betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0 – 0 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 – 0= 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 15 december 2014. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

Advies aan het college

Stedenbouwkundige handelingen

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

  2. inpandige fietsstalplaatsen te voorzien voor de personeelsleden;

  3. een afvalberging van minstens 4m² te voorzien;

  4. een ventilatiesysteem te installeren waarbij de ventilatieopeningen zich zoveel mogelijk aan de achterzijde van het gebouwd bevinden. Het ventilatiesysteem moet in staat zijn om het gelijkvloers volledig en voldoende te ventileren. Het ventileren moet daarnaast gecontroleerd kunnen gebeuren;

    • langs de achterzijde van het gebouw zijn alle ventilatiesystemen mogelijk;

    • langs de straatzijde is een ventilatiesysteem met luchtbehandeling noodzakelijk. Indien een mechanisch systeem ventilatielucht aanzuigt vanaf de straatzijde dient deze te worden uitgerust met een fijnstoffilter van minstens type F7 (of gelijkwaardig). Daarnaast kan een luchtzuiveringssysteem voor de verwijdering van fijn stof (<PM2.5) uit de binnenlucht worden voorzien in de ruimten die vanaf de straatzijde worden geventileerd;

  5. de gevel, inclusief ramen en deuren, en bufferruimtes langs de straatzijde moeten voldoende akoestische isolatie bieden tegen omgevingslawaai. Dit om in de slaapruimtes een gemiddeld geluidsniveau van maximaal 35 dB en in de leefruimtes en buitenruimtes maximaal 55 dB te realiseren;

  6. de slaapruimtes niet aan de straatzijde te organiseren;

  7. de leefruimtes zoveel mogelijk weg van de straatzijde te organiseren.

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

11 juni 2018

Volledig- en ontvankelijk

28 juni 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 augustus 2018

Verslag GOA

7 augustus 2018

naam GOA

Wim Van Roosendael

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer :

OMV_2018038737

Gegevens van de aanvrager:

Kaldoun met als contactadres Sint-Gillisbaan 129 bus 5 te 9100 Sint-Niklaas

Ligging van het project:

Gitschotellei 97 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 22 sectie A nr. 39X2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van een functiewijziging van horeca naar kinderdagverblijf en de bestaande toestand

Omschrijving aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

          Relevante voorgeschiedenis

  • 03/07/2015: vergunning (2015926) voor de verbouwing van het gelijkvloers van een rijwoning met een commerciële activiteit.

    Laatst vergunde toestand

  • op de gelijkvloerse verdieping werd het sanitair aangepast aan de nieuwe horecafunctie zodat er twee toiletten, waarvan één integraal toegankelijk, verwezenlijkt werden;

  • de bestaande gelijkvloerse achterbouwen werden grotendeels gesupprimeerd en vervangen door een terras.

    Bestaande toestand

  • op de gelijkvloerse verdieping werd de functie van commerciële functie omgevormd naar een kinderdagverblijf (dienstverlening);

  • de vergunning afgeleverd in 2015 werd slechts gedeeltelijk uitgevoerd;

  • de bestaande veranda en de uitbouw tegen de linker perceelgrens bleven behouden;

  • de toegangsdeur tot het kinderdagverblijf werd rechts in plaats van links voorzien in de vitrine in de voorgevel.

          Inhoud van de aanvraag

  • regulariseren van een functiewijziging van horeca naar kinderdagverblijf;

  • regulariseren van de bestaande toestand met de bestaande veranda en de uitbouw tegen de linker perceelgrens;

  • de volgende werken, opgenomen in de vergunning van 2015, werden niet uitgevoerd:

  • op de volledige gelijkvloerse verdieping werd de veranda aan de achtergevel behouden;

  • de linkerzijde van de achterbouw werd niet opengemaakt en betrokken bij de tuinzone;

  • de totale diepte van het pand blijft zo op 25,88m met een veranda van 3,54m diepte;

  • de gelijkvloerse uitbouw heeft een hoogte tussen 2,60 m en 3,50 m.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

 Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven;

  2. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

  3. inpandige fietsstalplaatsen te voorzien voor de personeelsleden;

  4. een afvalberging van minstens 4m² te voorzien;

  5. een ventilatiesysteem te installeren waarbij de ventilatieopeningen zich zoveel mogelijk aan de achterzijde van het gebouwd bevinden. Het ventilatiesysteem moet in staat zijn om het gelijkvloers volledig en voldoende te ventileren. Het ventileren moet daarnaast gecontroleerd kunnen gebeuren;

    • langs de achterzijde van het gebouw zijn alle ventilatiesystemen mogelijk;

    • langs de straatzijde is een ventilatiesysteem met luchtbehandeling noodzakelijk. Indien een mechanisch systeem ventilatielucht aanzuigt vanaf de straatzijde dient deze te worden uitgerust met een fijnstoffilter van minstens type F7 (of gelijkwaardig). Daarnaast kan een luchtzuiveringssysteem voor de verwijdering van fijn stof (<PM2.5) uit de binnenlucht worden voorzien in de ruimten die vanaf de straatzijde worden geventileerd;

  6. de gevel, inclusief ramen en deuren, en bufferruimtes langs de straatzijde moeten voldoende akoestische isolatie bieden tegen omgevingslawaai. Dit om in de slaapruimtes een gemiddeld geluidsniveau van maximaal 35 dB en in de leefruimtes en buitenruimtes maximaal 55 dB te realiseren;

  7. de slaapruimtes niet aan de straatzijde te organiseren;

  8. de leefruimtes zoveel mogelijk weg van de straatzijde te organiseren.

Artikel 3

Het college beslist de plannen, waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.