Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Vlaams gewest, Agentschap Natuur en Bos |
18 juni 2018 |
10 juli 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
27 maart 2018 |
16 april 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Vlaams gewest, Agentschap Wegen en Verkeer Antwerpen |
27 maart 2018 |
12 april 2018 |
Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
27 maart 2018 |
31 maart 2018 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
27 maart 2018 |
12 april 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt
geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden toegevoegd
De archeologienota werd bekrachtigd door het agentschap Onroerend Erfgoed op 22 januari 2018. De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Op de aanvraag wordt een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden:
Er werd vergeten advies te vragen aan het agentschap Natuur & Bos.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd, om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
Het agentschap Natuur & Bos verleent op 10 juli ongunstig advies voor een bepaald gedeelte, gelet op strijdigheden met direct werkende normen:
De aanvraag omvat een ontbossing, dit voor de aanleg van een trappenpartij richting Brilschansvijver.
Volgens het gewestplan is het perceel gelegen in parkgebied. Volgens art. 90bis van het Bosdecreet (laatst gewijzigd bij decreet van 08/11/2014) kan ontbossing voor algemeen belang, of in woongebied of industriegebied, of gelegen in een goedgekeurde verkaveling, vergund worden mits compensatie.
In alle andere gevallen dient voorafgaandelijk een individuele ontheffing van het ontbossingsverbod te worden verleend door de Vlaamse Regering.
Een ontheffing van het ontbossingsverbod werd tot op heden niet aangevraagd en bijgevolg nog niet verleend. De vergunningsaanvraag is bijgevolg onvolledig voor dit gedeelte.
Conform artikel 4.3.3. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening dient de aanvraag voor dat gedeelte te worden geweigerd.
Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft geen bezwaren voor het overige gedeelte van voorliggende aanvraag.
De aanvraag betreft onder andere de aanleg van openbare wandel en andere paden voor de zwakke weggebruiker en natuur- en landinrichtingswerken alsook het inrichten van oevers ten behoeve van het openbaar bufferbekken.
Deze werken zijn handelingen van algemeen belang volgens de bepalingen van ‘Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening’.
Op 10 juli werd een ‘Boscompensatievoorstel bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of het verkavelen van gronden’ toegevoegd.
Het agentschap Natuur & Bos verleent op 25 juli nieuw advies. Dit advies is gunstig mits naleving van de volgende voorwaarde: Het goedgekeurde boscompensatievoorstel met inbegrip van haar voorwaarde(n) op het gebied van compenserende maatregelen dient integraal deel uit te maken van de stedenbouwkundige vergunning.
Functionele inpasbaarheid
Het terrein is een onderdeel van het huidige Brilschanspark. De huidige juridische bestemming van het terrein is parkgebied. Het Brilschanspark zal op termijn worden omgevormd tot het park Brialmont. Deze terreinwerken kaderen binnen het masterplan Park Brialmont. In dit masterplan worden op termijn de verschillende groenruimtes langsheen beide zijden van de Ring onderling verbonden en heringericht tot een natuurpark. Deze aanvraag tot omgevingsvergunning vormt een eerste stap in de gefaseerde realisatie van het masterplan Park Brialmont.
Cultuurhistorische aspecten / Visueel-vormelijke elementen
Er werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies is gunstig voor de aangevraagde werken en luidt als volgt: De aanvraag voor de infrastructuurwerken in het Brilschanspark kaderen in de uitvoering van de totaalaanleg en omvorming tot Brialmontpark. De aandacht gaat daarbij zowel naar het element natuur als naar de culturele component van de site, te weten de referentie naar de oorspronkelijke brilschans, onderdeel van de 19de-eeuwse Brialmontomwalling. De vernieuwing van het park is een bijzondere gelegenheid om de herinnering aan de Brialmontomwalling, een zone die in de jaren 60 van de vorige eeuw werd ingenomen door de huidige ring, te versterken. De plannen werden tijdens het voortraject verschillende malen met de afdeling Onroerend Erfgoed teruggekoppeld.
De werken die het onderwerp uitmaken van de voorliggende bouwaanvraag zorgen voor een versterking van de historische referentie naar de brilschans die zich hier aan de extra muras zijde van de ring uitstrekte. De nieuwe toegang tot het park werd op een zorgvuldige manier ingesneden in de te herstellen aardwerken die onderdeel uitmaakten van de brilschans.
In het kader van de heraanleg werd ook advies gevraagd aan de stedelijke dienst archeologie. Hun advies is voorwaardelijk gunstig en luidt als volgt: Het geplande bouwproject valt binnen de drempelwaarden voor de verplichte opmaak van een archeologienota volgens art. 5.4.1. van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013: de perceelsoppervlakte bedraagt meer dan 3000m2 en de ingreep in de bodem meer dan 1000m².
De archeologienota (nr. 6283) werd op 22 januari 2018 ingediend door het archeologisch bedrijfA BO en door het agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd. De bouwheer voegde bij de bouwaanvraag de bekrachtigde archeologienota toe. Uit het Programma van maatregelen blijkt dat vanwege de beperkte ingrepen geen archeologische begeleiding of opgraving worden opgelegd.
Anderzijds worden nieuwe graafwerken gepland op een historisch vestingwerk (19de-eeuwse Brilschans) waarbij de kans blijft bestaan dat vondsten aan het licht komen. Vanuit archeologische erfgoedzorg worden werfcontroles door stadsarcheologen gevraagd.
Hinderaspecten - gezondheid - gebruiksgenot - veiligheid in het algemeen
De voorgestelde wijzigingen (herstel glacis en nieuwe toegangszone Brilschans, oeveromvorming tot trappenpartij en heraanleg van paden) werden besproken tijdens de Commissie openbaar domein waar alle betrokken stadsdiensten aanwezig waren. De aanvraag is dan ook het resultaat van een ontwerptraject in samenspraak met de stad waarbij alle bovenstaande aspecten in rekening werden gebracht.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag infrastructuurwerken betreft.
Advies aan het college
Stedenbouwkundige handelingen
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
de voorwaarden in het advies van het Agentschap Natuur & Bos strikt na te leven:
de vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 18-210781;
de te ontbossen oppervlakte bedraagt 1555m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet;
de resterende bosoppervlakte moet als bos behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren;
de compenserende bebossing op het perceel/de percelen ANTWERPEN 21 AFD/BERCHEM 1 AFD/, A, 0159, W/ANTWERPEN 21 AFD/BERCHEM 1 AFD/, A, 0159, E/ANTWERPEN 21 AFD/BERCHEM 1 AFD/, A, 0159, F over een oppervlakte van 2333m² dient uitgevoerd te worden binnen 2 jaar vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning. De compenserende bebossing zal uitgevoerd worden door de aanvrager van de vergunning. Deze verbindt er zich toe om minstens binnen 30 dagen voordat de compenserende bebossing wordt uitgevoerd dit aan het Agentschap voor Natuur en Bos te melden. Wanneer de compenserende bebossing volledig is uitgevoerd, kan men hiervan een attest bekomen bij de provinciale afdeling van het Agentschap voor Natuur en bos.
de voorwaarden uit het advies van de stedeljke dienst archeologie strikt na te leven:
de bouwheer meldt vooraf de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);
de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
22 februari 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
23 maart 2018 |
Start openbaar onderzoek |
3 april 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
2 mei 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
4 september 2018 |
Verslag GOA |
6 augustus 2018 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
3 april 2018 |
2 mei 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018021126 |
Gegevens van de aanvrager: |
AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VOOR VASTGOEDBEHEER EN STADSPROJECTEN - VESPA met als contactadres Generaal Lemanstraat 55 bus 4 te 2018 Antwerpen en de heer Hardwin De Wever met als adres Generaal Lemanstraat 55 bus 4 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Brilschanspark ZN te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 21 sectie A nrs. 160Z, 160M2 en 160N2 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
infrastructuurwerken in het Brilschanspark |
Omschrijving aanvraag
Stedenbouwkundige handelingen
Bestaande toestand
grasveld en bomenweide;
wandel- en fietspaden;
voormalig glacis;
vijver.
Inhoud van de aanvraag:
herstellen glacis;
de paden worden opnieuw aangelegd in halfverharding;
het fietspad wordt omgevormd tot een betonpad;
creëren nieuwe toegangszone voor het park;
oeveromvorming tot trappenpartij;
verplaatsen, vellen en planten van bomen.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven;
de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
de voorwaarden in het advies van het Agentschap Natuur & Bos strikt na te leven:
de vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 18-210781;
de te ontbossen oppervlakte bedraagt 1555m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet;
de resterende bosoppervlakte moet als bos behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren;
de compenserende bebossing op het perceel/de percelen ANTWERPEN 21 AFD/BERCHEM 1 AFD/, A, 0159, W/ANTWERPEN 21 AFD/BERCHEM 1 AFD/, A, 0159, E/ANTWERPEN 21 AFD/BERCHEM 1 AFD/, A, 0159, F over een oppervlakte van 2333m² dient uitgevoerd te worden binnen 2 jaar vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning. De compenserende bebossing zal uitgevoerd worden door de aanvrager van de vergunning. Deze verbindt er zich toe om minstens binnen 30 dagen voordat de compenserende bebossing wordt uitgevoerd dit aan het Agentschap voor Natuur en Bos te melden. Wanneer de compenserende bebossing volledig is uitgevoerd, kan men hiervan een attest bekomen bij de provinciale afdeling van het Agentschap voor Natuur en bos.
de voorwaarden uit het advies van de stedeljke dienst archeologie strikt na te leven:
de bouwheer meldt vooraf de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);
de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
Het college beslist de plannen, waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.