Terug

2018_CBS_10211 - Omgevingsvergunning - OMV_2018109124. Rederijkersstraat 8. District Wilrijk - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 23/11/2018 - 09:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_10211 - Omgevingsvergunning - OMV_2018109124. Rederijkersstraat 8. District Wilrijk - Weigering 2018_CBS_10211 - Omgevingsvergunning - OMV_2018109124. Rederijkersstraat 8. District Wilrijk - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018109124

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Zozan Kilic met als adres Winkelstap 65 te 2900 Schoten

Ligging van het project:

Rederijkersstraat 8 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 43sectie A nr. 38A5

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

slopen van een eengezinswoning en het bouwen van een meergezinswoning met twee appartementen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          17/08/1953: vergunning (238#8257) voor het bouwen van een huis;

-          12/04/2018: weigering (20172197) voor het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning naar een handelspand met twee appartementen.

 

Laatst vergunde toestand

-          het pand bestaat uit twee bouwlagen onder een plat dak;

-          het gebouw is ingericht als eengezinswoning;

-          de woning heeft op het gelijkvloers een garage, leefruimte en keuken;

-          op de eerste verdieping zijn drie slaapkamers en een badkamer ingericht.

 

Bestaande toestand

-          conform de laatst vergunde toestand.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de eengezinswoning;

-          bouwen van een meergezinswoning met twee en gedeeltelijk drie bouwlagen;

-          aan de zijde Rederijkersstraat, ter hoogte van de perceelsgrens, wordt een doorgang voorzien die tevens gebruikt wordt als carport en fietsenberging;

-          op het gelijkvloers en de eerste verdieping wordt een duplexappartement ingericht met op het gelijkvloers twee slaapkamers, een badkamer en een keuken met leefruimte. Op de tweede verdieping worden twee bijkomende slaapkamers ingericht. De oppervlakte van het appartement bedraagt ongeveer 130,46m². De buitenruimte op het gelijkvloers wordt benoemd als ‘gemeenschappelijke buitenruimte’ en heeft een oppervlakte van ongeveer 41,83m²;

-          op de eerste en tweede verdieping wordt een tweede duplexappartement ingericht, met een living, eetkamer, keuken, badkamer en slaapkamer op de eerste verdieping en drie bijkomende slaapkamers op de tweede verdieping. De oppervlakte van het tweede appartement bedraagt ongeveer 150,11m². Het appartement heeft een private buitenruimte aan de straatzijde met een oppervlakte van ongeveer 4,78m²;

-          alle platte daken worden ingericht als groendak;

-          de gevels worden afgewerkt in rood genuanceerde gevelsteen met grijs aluminium buitenschrijnwerk.  

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

2 oktober 2018

31 oktober 2018

Ongunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ mobiliteit

2 oktober 2018

5 oktober 2018

Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam

2 oktober 2018

4 oktober 2018

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)

De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

-          Artikel 6 Harmonie en draagkracht: De geveluitwerking is niet in overeenstemming met wat in de omgeving kenmerkend is.

-          Artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimte: De buitenruimte van het appartement op de eerste en tweede verdieping is ca. 4,59m² groot, wat beduidend kleiner is dan de 10m² die de bouwcode voorschrijft;

-          artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: er ontbreekt een parkeerplaats voor de bijkomende wooneenheid.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Het ontwerp wijkt af van de bouwcode op volgende artikels:

-          Artikel 6. Het voorgestelde ontwerp is voor wat het gevelbeeld betreft niet in overeenstemming met wat kenmerkend is in de omgeving. De Rederijkersstraat en in mindere mate ook de Letterkundestraat worden gekenmerkt door typische architectuur uit de jaren 1960-1970 met een horizontaliteit in raamopeningen, benadrukking deuropening, duidelijke kroonlijst, … De architectuur van de voorgestelde gevels is hier niet op afgestemd.

Ook terrassen in de voorgevel zijn niet kenmerkend in de straat. Een inpandig terras zou hier beter inpasbaar zijn.
Een afwijking op dit artikel van de bouwcode kan niet worden toegestaan.

-          Artikel 28. De buitenruimte bij het grondgebonden duplexappartement aan de Letterkundestraat wordt in de aanvraag benoemd als ‘gemeenschappelijk terras/tuin’. Voor de woonkwaliteit is het onvoldoende dat een appartement met 4 slaapkamers geen volwaardige en private buitenruimte krijgt. Deze tuinzone kan dus enkel ingezet worden als buitenruimte bij dit grondgebonden appartement, en kan niet worden gedeeld met het andere appartement.

Daaruit volgt dat de buitenruimte bij het duplexappartement op de eerste en tweede verdieping voldoende groot moet zijn, conform art. 28 van de bouwcode. Vastgesteld wordt dat het terras slechts 4,59m² groot is, meer dan de helft kleiner dan wat de bouwcode voorschrijft (10m² voor een appartement met 4 slaapkamers). Dit appartement moet worden voorzien van een volwaardig en optimaal bruikbaar terras van ten minste 10m². Een afwijking op de bouwcode kan niet worden toegestaan.

Gezien de gelijkvloerse buitenruimte enkel betrekking kan hebben op het grondgebonden appartement, dient de oppervlakte te worden beperkt tot de strikt noodzakelijke oppervlakte voor 1 gezin en moet de tuin voor de overige oppervlakte onverhard en groen worden ingericht, conform art. 27 van de bouwcode.

-          Artikel 30. Er ontbreekt een parkeerplaats voor de bijkomende wooneenheid. Zie parkeerparagraaf.

 

Functionele inpasbaarheid

Een meergezinswoning is op deze locatie functioneel inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

Advies Mobiliteit:

“Er was reeds 1 woongelegenheid aanwezig, er komt 1 woongelegenheid bij.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

De werkelijke parkeerbehoefte is 1 x 1 = 1 parkeerplaats.”

De plannen voorzien in 0 bijkomende nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Advies Mobiliteit:

“In de vergunde toestand was er een garage. Er blijft nu in de nieuwe toestand 1 staplaats. Er zijn dus geen bijkomende nuttige parkeerplaatsen.”

Het bijkomend aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Vanuit oogpunt goede ruimtelijke ordening is dit onaanvaardbaar. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein. Niet vatbaar voor vergunning.

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Indien het project vergunbaar wordt geacht wordt het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

De dienst mobiliteit merkt verder op dat de inrit aan de Letterkundestraat moet verdwijnen. Deze opmerking is als voorwaarde op te nemen in een vergunning.

 

Ook de fietsvoorzieningen worden beoordeeld in het advies:

“Er is een fietsparkeerbehoefte voor 1 appartement met 4 slaapkamers en dus 1 x (4 + 1) = 5 fietsenstallingen. Er wordt plaats voorzien voor 10 stallingen, wat de behoefte denkt voor beide appartementen.

De fietsen liggen achter de geparkeerde wagen. De doorgang van de carport is 4m breed. Om de fietsen bereikbaar te maken is het nodig dat de wagen die wil parkeren onder de carport goed opzij parkeert en niet in het midden gaat staan. Als de wagen in het midden staat is er niet voldoende ruimte om met de fiets langs de wagen te gaan zonder deze te beschadigen.”

Deze opmerking is als voorwaarde op te nemen in een vergunning.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het voorgestelde is voor wat betreft volume en inplanting inpasbaar in de stedelijke omgeving en verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

Het nieuwe volume sluit aan op de bestaande bebouwing de Rederijkersstaat en Letterkundestraat. Een derde bouwlaag op de hoek wordt gunstig beoordeeld gezien in beide straten panden voorkomen met drie bouwlagen, en omdat het gaat om een hoekgebouw, op een plek met ruimere straatprofielen waar deze verdichting op zijn plaats is.

 

Visueel-vormelijke elementen

In de architectuur van de gevel is de verhouding van open en gesloten delen onevenwichtig uitgewerkt. Het algemene beeld is onrustig. Dit komt voornamelijk door de ramen die, op enkele na, verschillende afmetingen hebben en andere onderverdelingen. Om de woonkwaliteit van leefruimten, keukens, slaapkamers te vergroten is het ook aangewezen dat grotere raamopeningen worden voorzien. De aansluiting met het pand Rederijkersstraat nr. 10 is onlogisch en vreemd, omdat de kroonlijst niet wordt gevolgd.

Tot slot is de toegang tot de appartementen aan de doorgang gesitueerd, waardoor het pand geen adressering heeft aan de straat. De grote opening op het gelijkvloers aan de Letterkundestraat is geen deur, maar een raamopening bij het appartement op het gelijkvloers.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De bouwaanvraag werd voorgelegd aan de brandweer voor advies. Dit advies is ongunstig omwille van de vele en belangrijke conceptuele tekortkomingen. De aanpassingen die nodig zijn om tegemoet te komen aan het advies van de brandweer wijzigen de bouwplannen op essentiële punten, waardoor een nieuwe aanvraag noodzakelijk is. Deze risico’s zijn tijdens het vooroverleg gecommuniceerd met de aanvragers.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van een ongunstig brandweeradvies, het ontbreken van een terras met een voldoende grote oppervlakte bij het duplexappartement op de eerste en tweede verdieping (de gelijkvloerse buitenruimte kan niet gedeeld worden door beide duplexappartementen) en de onevenwichtige uitwerking van de gevels.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

11 september 2018

Volledig- en ontvankelijk

2 oktober 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

1 december 2018

Verslag GOA

15 november 2018

naam GOA

Martijn Coppoolse

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

2

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

1.      Strijdigheid met het burgerlijk wetboek betreffende het gebruik van de gemene muur: Bezwaarindiener geeft aan dat er geen akkoord is van de aanpalende bewoners om te bouwen tot tegen de perceelgrens. Uit de plannen blijkt dat een overname van de scheidingsmuur noodzakelijk is. De scheidingsmuur is niet gemeen en de aanvrager is verplicht toelating te vagen om hier tegenaan te bouwen. Er werd geen voorstel door de bouwheer en/of zijn architect voorgelegd.

De scheidingsmuur van het pand Letterkundestraat 90 is afgewerkt met twee types metselwerk, gezien steeds werd meegedeeld door de bevoegde instanties dat tegen het pand enkel een garage kan worden gebouwd.

Beoordeling:

De overname van een gemene muur is niet stedenbouwkundig maar burgerrechtelijk van aard. De vergunningverlenende overheid kan geen uitspraak doen over dit aspect. Het bezwaar is ongegrond.

 

2.      Impact op de waterhuishouding: De bebouwde oppervlakte van 80,68 m² wordt uitgebreid naar een oppervlakte van 210,43m². Dit is meer dan een verdubbeling. Een dergelijke ingreep heeft een enorme impact op de waterhuishouding. Er wordt slechts een open, onbebouwde oppervlakte van 21,31m² voorzien, hetgeen geenszins voldoende is om te kunnen voldoen aan de wettelijke bepalingen.

Beoordeling:

De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke verordening hemelwater. Er wordt geoordeeld dat de aanvraag in overeenstemming is met deze verordening en dat voldoende maatregelen worden genomen om de impact op de waterhuishouding te beperken. Het bezwaar is ongegrond.

 

3.      Strijdigheid met art. 27 van de bouwcode: De oppervlakte die niet bebouwd wordt is slechts nipt 20% van de oppervlakte van het perceel (excl. tuinzone): 20% van 210m² = 42,09m²; de tuin en het terras meten samen 42,91m². Voor het terras wordt ook een verharding voorzien en het is niet ondenkbaar dat dit terras op termijn zal worden omgebouwd tot veranda.

Beoordeling:

De oppervlakte aan onbebouwde ruimte is inderdaad beperkt, maar is, gezien het gaat om een hoekperceel, aanvaardbaar. De bebouwing die wordt gerealiseerd, heeft een zelfde bouwdiepte als de aanpalende bebouwing in Rederijkersstraat en Letterkundestraat. De resterende ruimte dient inderdaad zo veel als mogelijk groen en onverhard te worden aangelegd. Het terras bij de grondgebonden duplexwoning kan beperkt worden tot de oppervlakte die strikt noodzakelijk is voor het gebruik als terras. Zie ook ‘beoordeling goede ruimtelijke ordening’.

Het plaatsen van een veranda is hypothetisch, vergunningsplichtig en wordt beoordeeld op het moment dat een omgevingsvergunning wordt ingediend. Het bezwaar is deels gegrond.

 

4.      Te grote bouwhoogte, waardoor de draagkracht wordt overschreden:De omgeving wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door bebouwing met 2 bouwlagen. Bezwaarindiener concludeert dat de visuele impact van de voorgestelde constructie groot is. De schaal van het ontwerp zou een belangrijke ongewenste weerslag op de omgeving hebben. Ten opzichte van de omgeving is het gebouw grootschalig, ook omwille van de architectuur met uitsprongen en hoogteaccent. Bezwaarindiener stelt vast dat er sprake is van disharmonie en bijgevolg strijdigheid met de criteria van de goede ruimtelijke ordening.

De typologie van het geplande bouwwerk is vreemd ten opzichte van de aangrenzende woningen. De aangrenzende woningen tellen minder bouwlagen dan het voorgestelde ontwerp.

Beoordeling:

Een derde bouwlaag wordt gunstig beoordeeld gezien in beide straten panden voorkomen met drie bouwlagen. Het perceel is tevens gelegen op een hoek, waar een accent van drie bouwlagen toelaatbaar is. Bovendien zijn door de ruimere straatprofielen geen negatieve effecten op de luchtkwaliteit door het street-canyon-effect te verwachten. Het bezwaar is ongegrond.

 

5.      Inperking bezonning: Het project neemt alle rechtstreekse bezonning weg van de naburige tuinen/terrassen en andere buitenruimten. Door het project wordt het comfort van de omliggende bewoners drastisch ingeperkt en kunnen deze niet meer genieten van een kwaliteitsvolle buitenruimte. Elk straaltje direct zonlicht wordt de aanpalende woningen ontnomen. De beschikbaarheid van licht, lucht en open ruimte voor de omliggende gebruikers komt hierdoor ernstig in het gedrang. Hetzelfde geldt voor de toetreding van licht in de aanpalende woning.

Beoordeling:

De bouwdiepten van voorliggend ontwerp zijn afgestemd op de bouwdiepten van de aangrenzende percelen en zijn in die zin vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar. Er wordt voldoende afstand gehouden tot de rechter- en linker perceelgrens, er wordt rekening gehouden met de 45° regel, waardoor het effect op de bezonning beperkt zal zijn. Bovendien is de bouwdiepte van het project, zowel op het gelijkvloers als de eerste verdieping, niet groter dan de bouwdiepte van het rechts aanpalende pand, waardoor de impact, ook voor lichttoetreding in de naastgelegen woning, tot een minimum wordt beperkt. Het bezwaar is ongegrond.

 

6.      Strijdigheid met de wetgeving betreffende lichten en zichten: het ontwerp creëert volgende inbreuken:

  • Rechtstreeks en schuin zich op de buitenruimte van de aanpalende woning in de Letterkundestraat;
  • Rechtstreeks en schuin zicht op de binnen- en buitenruimte van de naburen in de Rederijkersstraat;
  • Op het groendak kan op eenvoudige wijze een terras worden ingericht (gelet ook op de eerste bouwaanvraag). Dit terras geeft rechtstreeks zicht op de buiten- en binnenruimte van de aanpalende woning in de Letterkundestraat. De wettelijk voorgeschreven afstanden worden niet gerespecteerd.

Beoordeling:

De plannen tonen geen conflicten met de wetgeving op lichten en zichten. Waar rechtstreekse zichten mogelijk zijn, is er steeds een minimale groter dan 1,90 meter. Waar schuine zichten mogelijk zijn, is er steeds een afstand van minimaal 0,60 meter tot de perceelgrens.

De aanvraag doet niet vermoeden dat het groendak zal worden gebruikt als dakterras. Een vergunning geeft geen vrijgeleide aan de aanvrager om zich te ontzien aan burgerrechtelijke wetgeving. Indien een terras wordt aangelegd, moet dit voldoen aan de vigerende wetgeving.

Het bezwaar is ongegrond.

 

7.      Diepte van de graafwerken en hinder door schade: de diepte van de graafwerken, in functie van de fundering, is niet duidelijk uit de aanvraag op te maken. Er kan dan ook niet geoordeeld worden of de aanvrager alle nodige maatregelen neemt om schade aan de aanpalende woning tegen te gaan.

Beoordeling:

Eventuele schade is zuiver hypothetisch en niet van stedenbouwkundige aard. Er wordt van uit gegaan dat de werken worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst. Het bezwaar is ongegrond.

 

8.      Akoestiek:op de plannen staat vermeld dat geen akoestische isolatie zal worden geplaatst tussen de nieuwe op te bouwen muur en de eigendom van bezwaarindiener. Door de insijpeling van geluiden zal het huidige comfortniveau van de woning, en de levenskwaliteit, drastisch dalen.

Beoordeling:

Het al dan niet voorzien van akoestische isolatie is een vraagstuk dat op detailniveau moet worden uitgewerkt en in die zin de schaal van een aanvraag omgevingsvergunning overstijgt.

Er wordt vanuit gegaan dat de werken worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst. Eventuele overlast is hypothetisch en niet van stedenbouwkundige aard. Het bezwaar is ongegrond.

 

9.      Afvalverzameling: het ontwerp voorziet geen afgescheiden en voldoende grote en kwalitatieve afvalberging. Vanuit het oogpunt van comfort en hygiëne van de bewoners en gebruikers van een gebouw met meerdere gezinnen is dit wel noodzakelijk. Bezwaarindiener vreest geurhinder, ongedierte,…

Beoordeling:

De aanvraag voldoet op dit punt aan de bouwcode. Omdat slechts 2 wooneenheden worden gerealiseerd, moet geen afgesloten afvalberging worden voorzien. Eventuele overlast is niet bewezen en niet van stedenbouwkundige aard. Het bezwaar is ongegrond.

 

10.  Brandveiligheid:de informatie betreffende brandveiligheid is slechts summier weergegeven op de plannen. Het weinige dat vermeld staat doet vermoeden dat de aanvrager zich niet geïnformeerd heeft.

Beoordeling:

Het dossier werd ter advies voorgelegd aan de brandweer. Er werd een ongunstig advies verleend. De opmerkingen in het advies zijn van die aard dat wijzigingen moeten worden doorgevoerd die aanleiding geven tot het indienen van een nieuwe aanvraag. Het bezwaar is gegrond.

 

11.  Gebrek aan parkeerplaatsen:Voor de twee appartementen zouden twee parkeerplaatsen moeten worden voorzien. Dit is niet het geval. Er is een strijdigheid met de bouwcode art. 30.

Er zal ernstige hinder zin in de onmiddellijke omgeving zijn. Er zal overlast zijn door wild parkeren waardoor bezwaarindiener niet meer in zijn garage kan parkeren.

De aanvrager kan geen beroep doen op de afwijkingsmogelijkheden die voorzien zijn in e bouwcode, gezien op een perceel van dergelijke omvang / vorm wel degelijk parkeerplaatsen kunnen worden ingericht.

In de Rederijkersstraat wordt een oprit van 3,00meter breed voorzien. De vrees bestaat dat deze zal worden gebruikt voor het stallen van voertuigen. Parkeren in open lucht is volgens de bouwcode enkel als laatste optie mogelijk. Er is dus ook op dit vlak sprake van schending van de bouwcode.

Beoordeling:

In functie van de realisatie van een bouwprogramma met 2 appartementen moet 1 bijkomende parkeerplaats worden gerealiseerd (op basis van de bouwcode, zie ook advies dienst Mobiliteit en de parkeerparagraaf). Deze parkeerplaats moet in eerste instantie gerealiseerd worden op eigen terrein. Als de ontbrekende parkeerplaats niet op eigen terrein kan worden gerealiseerd, komt deze inderdaad op het openbaar domein terecht, wat een, weliswaar beperkte, verzwaring van de parkeerdruk betekent.

Indien een vergunning zou worden afgeleverd voor een ontwerp met slechts 1 parkeerplaats, wordt als voorwaarde opgelegd dat per ontbrekende parkeerplaats (1 in dit geval) een eenmalige belasting moet worden betaald. Het bezwaar is gegrond.

 

12.  Verkeersdruk en parkeerdruk: Bijkomende mobiliteitseffecten naar aanleiding van de project zijn onvermijdelijk, doch zijn voor bezwaarindiener niet duidelijk. In de aanvraag wordt de impact van de toenemende verkeersdruk en andere mobiliteitseffecten niet verder verduidelijkt.

Beoordeling:

Het mobiliteitseffect van de vermeerdering van 1 naar 2 woongelegenheden is beperkt. De verkeersgeneratie is niet in die mate dat onaanvaardbare negatieve effecten op de verkeersafwikkeling worden verwacht.

Het voorgestelde programma valt onder de grenswaarden voor de opmaak van een mobilteitstoets of Mober. Het dossier is in die zin volledig. Het bezwaar is ongegrond. 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij: 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.