Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018094907 |
Gegevens van de aanvrager: |
BV CVBA WOONHAVEN ANTWERPEN met als adres Jan Denucéstraat 23 te 2020 Antwerpen (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Waterhoenlaan 1-5 te 2050 Antwerpen en Waterhoenlaan 1-5 te 2050 Antwerpen (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 13sectie N nrs. 820C5, 820D5, 820F4, 820M3, 820N3, 820P3, 820Y4, 915P16, 915T9, 915V9 en 915W9 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
slopen van de bestaande bebouwing en bouwen van appartementsgebouwen (Fase 3) |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 30/10/1959: toelating (18#39273) voor het oprichten van drie blokken;
- 26/08/1956: toelating (18#33711) voor het oprichten van 2 wooncomplexen.
Laatst vergunde toestand
- twee appartementsgebouwencomplexen met voortuinstrook van 4 bouwlagen onder een plat dak;
- de appartementsgebouwencomplexen zijn opgericht door de Sociale huisvestingsmaatschappij Woonhaven Antwerpen met in totaliteit 96 appartementen;
- de even zijde van de Waterhoenlaan bestaat uit 4 delen, nummers 2 - 4 - 6 en 8;
- de oneven zijde van de Waterhoenlaan bestaat uit 3 delen, nummers 1 - 3 en 5;
- Er zijn twee types appartementsgebouwen te onderscheiden qua aantal appartementen:
Bestaande toestand
- aan de hand van de aangeleverde bouwplannen in het aanvraagdossier kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat de huidige gebouwen zowel wat vormgeving, indeling als materiaalgebruik betreft, ongewijzigd zijn gebleven ten opzichte van de laatst afgeleverde stedenbouwkundige toelating.
Inhoud van de aanvraag
- het slopen van de meergezinswoningen Waterhoenlaan 2,4,6,8 en 1,3,5 met een totaal bouwvolume van 25.200 m³;
- er worden twee projectdelen (fase 3) gerealiseerd namelijk aan de oost- en westzijde van de Waterhoenlaan;
- er worden in totaal 77 appartementen voorzien, waarvan 35 aan de oostzijde en 42 aan de westzijde;
- in het gebouw langsheen de Westzijde voorziet men een half ondergrondse parkeerkelder met 39 autoparkeerplaatsen –waarvan 3 voor mindervalide personen- en 1 motorstaanplaats;
- de twee appartementsgebouwen tellen overwegend 4 bouwlagen en 8 appartementen en een kopblok met 5 bouwlagen;
- achteraan beide percelen voorziet men een fietsenstalling over één bouwlaag afgewerkt met een plat groendak;
- deze fietsenstalling is toegankelijk zowel vanuit de private tuinen als vanuit een achterliggende collectief private achterpad;
- het gehele gebouwencomplex zal opgetrokken worden in licht geel tot wit gevelmetselwerk, licht geel tot witte lateien/kaders in architectonisch beton, lichtblauw geglazuurde keramische stenen, lichtgrijs architectonisch beton voor plinten en dakranden, licht bronskleurig geanodiseerde aluminium ramen;
- de balustrades boven het metselwerk zijn opgevat als verfijnde decoratieve elementen in staal/smeedwerk in een donkerdere bronskleur;
- de daken van de hoofdgebouwen worden volledig als groendak uitgevoerd en voorzien van zonnepanelen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De vernieuwbouw van de sociale huisvesting gebeurt volgens een uitgestippeld masterplan. In de eerste 3 fases worden er minder parkeerplaatsen gerealiseerd dan de bouwcode voorschrijft. Echter in fase 4 en 5 worden er meer parkeerplaatsen gerealiseerd dan nodig volgens de bouwcodenorm. De bouwcodenormering wordt dus over alle fases heen volledig gerealiseerd, alsook met extra plaatsen zelfs. Dit is positief.
- Na fase 3, Waterhoenlaan is er een tekort van 27.6 plaatsen
- In fase 4 en 5 voorzien ze 165 plaatsen waar volgens BC er maar 124.8 nodig zijn = overschot van 40.2 plaatsen (deze compenseert dus ruimschoots het tekort van fase 1 tot 3)
In vergunning fase 4 en/of 5 zal men dus het tekort van de eerste 3 fases kunnen regulariseren, alsook een overschot aan parkeerplaatsen realiseren bovenop de bouwcode normering. In deze wordt de argumentatie uit de vergunning van fase 2, Lode Zielenslaan 25, ANL/B/ - 20153119, gecorrigeerd. Hier werd in de parkeerparagraaf gesteld dat de parkeernorm van die fase in de volgende, zijnde deze voorliggende aanvraag, zou opgenomen worden. Dit is niet correct aangezien volgens het masterplan deze in fase 4 en/of 5 opgenomen zal worden.
Ter verduidelijking onderstaande tabel die inzicht geeft in de huidige gerealiseerde en voorliggende aanvraag, alsook nog komende fases, met vermelding gerealiseerde, voorziene volgens masterplan, alsook norm bouwcode.
|
Aantal wooneenheden volgens |
Aantal parkeerplaatsen volgens |
Aantal wooneenheden volgens |
Aantal parkeerplaatsen volgens concrete |
BOUWCODE |
|
bouwblokstudie |
bouwblokstudie |
concrete projecten |
projecten |
|
Fase 1 (Lode Zielenslaan) |
63 |
46 |
63 |
48 |
63 x 0.6 = 37.8 |
Fase 2 (Lode Zielenslaan) |
66 |
0 |
51 |
0 |
51x06 = 30.6 |
Fase 3 (Waterhoenlaan) - voorliggende aanvraag |
79 |
40 |
77 |
39 |
77x0.6 = 46.2 |
Fase 4 (Blancefloerlaan) |
123 |
100 |
ntb |
ntb |
123 x 0.6 = 73,8 |
Fase 5 (Blandefloerlaan) |
85 |
65 |
ntb |
ntb |
85 x 0.6 = 51 |
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 46 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op het aantal sociale woningen.
Er worden 2 gebouwen voorzien, 35 aan de oostzijden en 42 aan de westzijde van Waterhoenlaan.
De parkeernorm voor sociale woningen is 0.6/woning. 77 appartementen à 77 x 0.6 = 46.2 à 46.
De plannen voorzien in 39 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 39.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:
Er wordt een ondergrondse parking ingericht onder gebouw west voor 39 auto’s.
De mogelijkheid om een toekomstige parking in de aangrenzende zone aan te sluiten wordt voorzien.
Het project rondom deze laan maakt deel uit van het ruimere projectgebied ‘Blancefloer – Lode Zielens’, waarvoor in 2013 een Bouwblokstudie werd uitgewerkt door De Nijl Architecten i.s.m. Stad Antwerpen. Deze aanvraag is hierin de derde fase waarin bepaald werd dat een ondergrondse parkeervoorziening voor ca. 40 auto’s diende voorzien te worden waarbij de inrit
in de toekomst ook gekoppeld moet kunnen worden aan de parkeerkelder van een volgende fase.
Hieraan werd voldaan.Dit aantal is toereikend.
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 40-39 = 1
Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden bijgesteld naar 0 gezien deze realisatie deel uitmaakt van een gefaseerd project waarbij een totale parkeerbalans werd gemaakt die voldoet aan het finale programma.
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Stedenbouwkundige lasten
Het project valt onder het kaderbesluit ‘Regeling stedenbouwkundige ontwikkelingskosten’ (Jaarnummer 2018_CBS_002203). Dit kaderbesluit bepaalt dat de principes van de stedenbouwkundige lasten niet van toepassing zijn bij projecten waarin sociale woningen worden voorzien, voor wat het aandeel van de sociale woningen binnen het volledige project betreft. In voorliggende aanvraag wordt enkel sociale huisvesting voorzien. Er wordt dan ook geen SOK-procedure opgestart.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
8 oktober 2018 |
6 november 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) |
18 september 2018 |
26 september 2018 |
Gunstig |
lokale politie/ centrale preventie (LP/CP) |
18 september 2018 |
|
Advies niet tijdig gegeven |
AQUAFIN NV |
13 augustus 2018 |
21 september 2018 |
Ongunstig |
Departement Mobiliteit en Openbare Werken |
13 augustus 2018 |
|
Advies niet tijdig gegeven |
Vlaams gewest, Agentschap Wegen en Verkeer Antwerpen |
13 augustus 2018 |
4 september 2018 |
Geen advies |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie |
13 augustus 2018 |
22 augustus 2018 |
Gunstig |
Water-link (AWW) |
13 augustus 2018 |
27 augustus 2018 |
Gunstig |
Fluvius |
13 augustus 2018 |
21 augustus 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Telenet |
13 augustus 2018 |
|
Advies niet tijdig gegeven |
PROXIMUS |
13 augustus 2018 |
31 augustus 2018 |
Gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
13 augustus 2018 |
11 september 2018 |
Ongunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
13 augustus 2018 |
16 augustus 2018 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
13 augustus 2018 |
21 augustus 2018 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen |
13 augustus 2018 |
5 september 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
13 augustus 2018 |
21 augustus 2018 |
stadsontwikkeling/ team stadsbouwmeester - welstandscommissie |
13 augustus 2018 |
13 augustus 2018 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
13 augustus 2018 |
14 augustus 2018 |
stadsontwikkeling/ ruimte (advies inzake grond- en pandendecreet) |
13 augustus 2018 |
24 augustus 2018 |
stadsontwikkeling/ ruimte (advies inzake SOK) |
13 augustus 2018 |
16 augustus 2018 |
Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam |
13 augustus 2018 |
14 augustus 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is conform de bepalingen van de bouwcode
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft geen beperkte oppervlakte maar ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden toegevoegd
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er is geen aanleiding om het college te adviseren beargumenteerd af te wijken van de geldende voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is in overeenstemming met de geldende bestemmingsvoorschriften
De bestemming van meergezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 46 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op het aantal sociale woningen. Er worden 2 gebouwen voorzien, 35 aan de oostzijden en 42 aan de westzijde van Waterhoenlaan
De parkeernorm voor sociale woningen is 0.6/woning. 77 appartementen ? 77 x 0.6 = 46.2 ? 46
|
De plannen voorzien in 39 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. Er wordt een ondergrondse parking ingericht onder gebouw west voor 39 auto’s. De mogelijkheid om een toekomstige parking in de aangrenzende zone aan te sluiten wordt voorzien. Het project rondom deze laan maakt deel uit van het ruimere projectgebied ‘Blancefloer – Lode Zielens’, waarvoor in 2013 een Bouwblokstudie werd uitgewerkt door De Nijl Architecten i.s.m. Stad Antwerpen. Deze aanvraag is hierin de derde fase waarin bepaald werd dat een ondergrondse parkeervoorziening voor ca. 40 auto’s diende voorzien te worden waarbij de inrit in de toekomst ook gekoppeld moet kunnen worden aan de parkeerkelder van een volgende fase. Hieraan werd voldaan.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 39. In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het gevraagde aantal te realiseren plaatsen niet toe.’ Dit aantal is toereikend. |
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Fietsvoorzieningen:
Voor de beide gebouwen moeten voldoende fietsenstallingen voorzien worden.
Oost:
11 appartementen met 1 slaapkamer ? 11 x 2 = 22
10 appartementen met 2 slaapkamers ? 10 x 3 = 30
14 appartementen met 3 slaapkamers ? 14 x 4 = 56
Voor gebouw oost moeten in totaal 108 (22 + 30 + 56 = 108) fietsenstallingen voorzien worden.
Er worden verschillende fietsenbergingen ingericht op het gelijkvloers achter het gebouw voor in totaal 114 fietsen.
Er wordt 1 fietsenberging ingericht met een dubbel systeem. De tussenafstand tussen de fietsen moet hier minimum 50cm zijn. Dit is hier niet voorzien.
West:
11 appartementen met 1 slaapkamer ? 11 x 2 = 22
8 appartementen met 2 slaapkamers ? 8 x 3 = 24
8 appartementen met 3 slaapkamers ? 8 x 4 = 32
14 appartementen met 4 slaapkamers ? 14 x 5 = 70
1 appartement met 5 slaapkamers ? 1 x 6 = 6
Voor gebouw west moeten in totaal 154 (22 + 24 + 32 + 70 + 6 = 154) fietsenstallingen voorzien worden.
Er worden verschillende fietsenbergingen ingericht op het gelijkvloers achter het gebouw voor in totaal 169 fietsen.
Er wordt 1 fietsenberging ingericht met een dubbel systeem. De tussenafstand tussen de fietsen moet hier minimum 50cm zijn. Dit is hier niet voorzien.
Bovenstaand advies van de dienst mobiliteit dient gelezen te worden als voorwaardelijk gunstig
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag bestaat uit 2 projectdelen: de oostzijde en de westzijde van de Waterhoenlaan. Het project rondom deze laan maakt deel uit van het ruimere projectgebied ‘Blancefloer – Lode Zielens’, waarvoor in 2013 een Bouwblokstudie werd uitgewerkt door De Nijl Architecten i.s.m. Stad Antwerpen.In de bouwblokstudie werden de kaders voor elk deelgebied/fase gedefinieerd.
De aanvraag beantwoord volledig aan het vooropgestelde kader uit de studie m.b.t. symmetrie, verhouding en het aantal bouwlagen.Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan dan ook ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld.
Visueel-vormelijke elementen
Architecturaal sluit de aanvraag aan op de bestaande markante hoekblokken langsheen de Blancefloerlaan die zich kenmerkt door een verfijnde modernistische architectuur.
Zo wordt het ritme van deze gevels, zowel horizontaal als verticaal verdergezet. Verder komt ook de materialisatie terug, maar wordt deze op een eigentijdse wijze toegepast.
Bij de uitwerking van de gevels is voldoende aandacht besteed aan de geveldetaillering en geleding zodat het nieuwe gebouw zich naadloos integreert in de bestaande omgeving. Bijgevolg is de geveluitwerking verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
De dienst ontwerp en uitvoering merkt op dat, indien het de bedoeling is dat de stad (delen van) de publiek toegankelijke buitenruimte moet onderhouden, het ontwerp en de materiaalkeuze hiervan voorafgaand aan de uitvoering dient besproken te worden met de betrokken stadsdiensten, wat in voorwaarde zal worden opgelegd.
Archeologische aspecten
Het projectgebied ligt buiten een Vastgestelde Archeologische Zone. De oppervlakte van het projectgebied valt binnen de drempels van de opmaak van een verplichte archeologienota zoals bepaald in artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 21 juli 2013.
De bekrachtigde archeologienota met beperkte samenstelling door All-Archeo (ID 7905, https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/7905) geeft in haar programma van maatregelen het terrein vrij. Het projectgebied situeert zich op Linkeroever, ter hoogte van het voormalige Vlaamse Hoofd. Gezien de opgehoogde gronden zijn deze restanten in hoge graad niet bedreigd. Het aansnijden van restanten is onder deze ophoging echter niet uit te sluiten. Toevalsvondsten dienen verplicht gemeld te worden wat in voorwaarde zal opgelegd worden. De vondstmeldingsplicht is van kracht volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.1.4
Aspecten m.b.t. groen
De groendienst geeft een voorwaardelijk gunstig advies. De bestaande bomen moeten voldoende beschermd worden tijdens de werken.
Aspecten m.b.t. milieu
Vanuit milieutechnisch oogpunt zijn er geen bezwaren ten overstaan van het voorziene woningbouwproject. Uit de beschrijvende nota van de architect ( hoofdstuk E. Stabiliteit) blijkt dat voor de realisatie een bemaling noodzakelijk zal zijn.
De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem II indelingslijst (rubriek 53.2).
Deze vergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Dit zal in voorwaarde worden opgelegd. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m –mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie of rapport bevatten opgemaakt door een erkend deskundige. In de bemalingsstudie worden naast de zettingsberekeningen tenminste ook volgende aspecten beschreven en gemotiveerd:
- het noodzakelijke debiet (zowel initieel als stationair) en een beschrijving van de preventieve ingrepen om het bemalingsdebiet zo laag mogelijk te houden (berlinerwand, bentonietwand, secanspalen, …)
- de duurtijd van de bemaling (in dagen)
- een risico-inschatting van het oppompen van verontreinigd grondwater
- een beschrijving van de mogelijkheden van de retourbemaling (indien onmogelijk een aanduiding van het lozingspunt)
Hydraulisch en technisch advies
Water-link gaf een ongunstig advies, merkt op dat er om verschillende redenen niet kan worden aangesloten, zoals blijkt uit het bijgevoegde advies.
Dit ongunstige advies werd met het oog op de wijzigingsaanvraag doorgegeven aan de aanvrager. De aanvrager meldt dat zij hierover een constructief overleg hadden met Maarten Geens van Aquafin.Hier werd overeengekomen om infiltratieproeven te laten uitvoeren. Afhankelijk van het resultaat zal het ontwerp conform de regels van Aquafin en Rio-link worden aangepast. Dit zal tevens worden afgetoetst met Aquafin. Het ongunstige advies kan onder bovenstaande voorwaarde worden omgezet naar een voorwaardelijk gunstig advies.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De woningen voldoen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. De geplande verbouwingswerken zijn mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
De verkeerspolitie heeft vanuit veiligheidsoogpunt geen opmerking op het voorstel tot het slopen van de bestaande bebouwing en bouwen van appartementsgebouwen.
De ASTRID - veiligheidscommissie meldt dat er omwille van het privékarakter en de beperkte oppervlakte geen indoordekking voorzien dient te worden.
Eandis meldt dat omwille van de omvang van het project het voor hen heden onmogelijk was een gedetailleerde studie te maken. Er zijn geen vermogens van elektriciteit en/of aardgas gekend. Deze gegevens zijn noodzakelijk om tot een realistische studie te komen. Graag hadden zij met de bouwheer en mogelijk andere betrokkenen (andere nutsmaatschappijen) rond de tafel gezeten om alle waarden concreet in te vullen. Dit zal in voorwaarde worden opgelegd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. De fietsenbergingen moeten ingericht worden volgens de inrichtingsprincipes uit de bouwcode. Bij een dubbel systeem moet de tussenafstand minimum 50cm zijn.
3. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
4. De in bijlage toegevoegde voorwaarden van Eandis dienen strikt te worden gevolgd
5. Er dienen infiltratieproeven te worden uitgevoerd. Afhankelijk van het resultaat dient het ontwerp conform de regels van en in overleg met Aquafin en Rio-link te worden aangepast en uitgevoerd.
6. De bestaande hoogstammige bomen binnen de werfzone die worden behouden moeten afdoende beschermd worden tijdens de werken :
- er mag niet gegraven, gereden of gewerkt worden binnen de kroonprojectie, deze wordt waar mogelijk volledig afgeschermd met een vast hekwerk van 2 meter hoog. Binnen deze zone mag geen enkele werfactiviteit plaatsvinden, ook geen stockage van materialen.
- Bij werken binnen de kroonprojectie wordt de boom alsnog beschermd door een kleinere oppervlakte of enkel de stam af te schermen
- Bij grondwaterverlaging wordt een gepaste irrigatie voorzien in samenspraak met de boombeheerder
- De vrije werkhoogte onder bomen is beperkt. Aangepast materiaal moet gebruikt worden. De takken mogen niet geraakt worden door bijvoorbeeld een kraanarm. Er mogen geen kabels door de kruin gespannen worden
- Wortels die vrij komen te liggen worden onmiddellijk afgedekt met een 15 cm dikke laag humusrijke grond, geen zand of puin.
- Terreinophogingen of –afgravingen binnen de kroonprojectie zijn enkel bij uitzondering toegestaan, en dan enkel indien voorgeschreven in het bestek.
- Verdichting van de bodem moet zich beperken tot de op plan aangeduide zones, als er op het plan geen zones werden aangeduid mag er niet worden verdicht.
- Wortels dikker dan enkele centimeters worden altijd gesnoeid met handgereedschap en dwars op de wortel. Dikkere wortels worden afgezaagd tot op een vertakking.
- Gestelwortels mogen nooit afgestoken worden met de kraanbak
- Tijdelijke bouwwegen binnen de kroonprojectie zijn enkel toegelaten indien deze in het bestek werden voorgeschreven. In dat geval zijn rijplaten verplicht.
- Bij beschadiging van wortels, takken en/of stam is de aannemer verplicht dit onmiddellijk aan de boombeheerder en de opdrachtgever te melden. Toegebrachte schade dient door de veroorzaker vergoed te worden.
- Bomen mogen enkel worden gesnoeid in samenspraak met de opdrachtgever en uitgevoerd door een gediplomeerd boomverzorger.
- Wanneer een bemaling of tijdelijke grondwaterwinning noodzakelijk is om de bouwwerken in de diepte te realiseren, dient gebruik gemaakt te worden van een retourbemaling waarbij het opgepompte water terug in de bodem wordt gebracht om verdroging tegen te gaan.
7. Er dient een vergunning te worden bekomen voor de noodzakelijke bemalingswerken alvorens de werf mag worden opgestart.
8. Volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:
• Toevalsvondsten dienen verplicht gemeld.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
6 augustus 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
13 augustus 2018 |
Start openbaar onderzoek |
20 augustus 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
18 september 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
26 november 2018 |
Verslag GOA |
9 november 2018 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
20 augustus 2018 |
18 september 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie. Daarnaast voert ze een aangepaste parkeernormberekening op.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. De fietsenbergingen moeten ingericht worden volgens de inrichtingsprincipes uit de bouwcode. Bij een dubbel systeem moet de tussenafstand minimum 50cm zijn.
3. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
4. De in bijlage toegevoegde voorwaarden van Eandis dienen strikt te worden gevolgd
5. Er dienen infiltratieproeven te worden uitgevoerd. Afhankelijk van het resultaat dient het ontwerp conform de regels van en in overleg met Aquafin en Rio-link te worden aangepast en uitgevoerd.
6. De bestaande hoogstammige bomen binnen de werfzone die worden behouden moeten afdoende beschermd worden tijdens de werken :
- er mag niet gegraven, gereden of gewerkt worden binnen de kroonprojectie, deze wordt waar mogelijk volledig afgeschermd met een vast hekwerk van 2 meter hoog. Binnen deze zone mag geen enkele werfactiviteit plaatsvinden, ook geen stockage van materialen.
- Bij werken binnen de kroonprojectie wordt de boom alsnog beschermd door een kleinere oppervlakte of enkel de stam af te schermen
- Bij grondwaterverlaging wordt een gepaste irrigatie voorzien in samenspraak met de boombeheerder
- De vrije werkhoogte onder bomen is beperkt. Aangepast materiaal moet gebruikt worden. De takken mogen niet geraakt worden door bijvoorbeeld een kraanarm. Er mogen geen kabels door de kruin gespannen worden
- Wortels die vrij komen te liggen worden onmiddellijk afgedekt met een 15 cm dikke laag humusrijke grond, geen zand of puin.
- Terreinophogingen of –afgravingen binnen de kroonprojectie zijn enkel bij uitzondering toegestaan, en dan enkel indien voorgeschreven in het bestek.
- Verdichting van de bodem moet zich beperken tot de op plan aangeduide zones, als er op het plan geen zones werden aangeduid mag er niet worden verdicht.
- Wortels dikker dan enkele centimeters worden altijd gesnoeid met handgereedschap en dwars op de wortel. Dikkere wortels worden afgezaagd tot op een vertakking.
- Gestelwortels mogen nooit afgestoken worden met de kraanbak
- Tijdelijke bouwwegen binnen de kroonprojectie zijn enkel toegelaten indien deze in het bestek werden voorgeschreven. In dat geval zijn rijplaten verplicht.
- Bij beschadiging van wortels, takken en/of stam is de aannemer verplicht dit onmiddellijk aan de boombeheerder en de opdrachtgever te melden. Toegebrachte schade dient door de veroorzaker vergoed te worden.
- Bomen mogen enkel worden gesnoeid in samenspraak met de opdrachtgever en uitgevoerd door een gediplomeerd boomverzorger.
- Wanneer een bemaling of tijdelijke grondwaterwinning noodzakelijk is om de bouwwerken in de diepte te realiseren, dient gebruik gemaakt te worden van een retourbemaling waarbij het opgepompte water terug in de bodem wordt gebracht om verdroging tegen te gaan.
7. Er dient een vergunning te worden bekomen voor de noodzakelijke bemalingswerken alvorens de werf mag worden opgestart.
8. Volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:
• Toevalsvondsten dienen verplicht gemeld.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.