Artikel 5 van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen bepaalt dat het college de bevoegde overheid is.
Artikel 2.2.6§7 van het grond- en pandendecreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid.
Op 22 oktober 2018 (jaarnummer 00655) besliste de gemeenteraad om de gemeenschapswachten-vaststellers de bevoegdheid toe te kennen tot het verrichten van de vaststellingen die uitsluitend beperkt worden tot de onmiddellijk waarneembare toestand van goederen die de gemeente het recht geeft een belasting of een retributie te heffen zoals vermeldt in het artikel 3§2 van de wet van 15 mei 2007, gewijzigd op 13 januari 2014 betreffende de instelling van de functie van gemeenschapswacht.
Overeenkomstig artikel 5 van het decreet van 30 mei 2008 moeten de personeelsleden die belast zijn met de taak om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van de belastingverordeningen en de bepalingen, vermeld in artikelen 6 en 7 van het decreet, uitdrukkelijk worden aangesteld door de bevoegde overheid, zijnde het college.
Om deze bevoegdheid correct te kunnen uitoefenen dienen de gemeenschapswachten-vaststellers te voldoen aan het artikel 5 van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De aangestelde personeelsleden van de dienst Maatschappelijke Veiligheid /Stadstoezicht/gemeenschapswachten-vaststellers beschikken over de bevoegdheid om het verrichten van de vaststellingen die uitsluitend beperkt worden tot de onmiddellijk waarneembare toestand van goederen die de gemeente het recht geeft een belasting te heffen in de openbare ruimte.
Art. 3, §2 Wet 15 mei 2007 voor vaststellingen inzake inbreuk belasting-/retributiereglementering
Art. 21 van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (Belgisch Staatsblad 1 juli 2013) stelt dat de gemeenteraad bevoegd is voor de aanstelling van gemeentelijke ambtenaren, bevoegd om vaststellingen te doen in het kader van gemeentelijke administratieve sancties, verder "GAS-vaststellers" genaamd.
Artikel 5 van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen bepaalt dat het college de bevoegde overheid is.
Op 29 november 2004 (jaarnummer 2393) besliste de gemeenteraad het Stadsplan Veilig goed te keuren.
Op 17 mei 2005 (jaarnummer 1231) keurde de gemeenteraad het algemeen reglement op de administratieve sancties goed.
Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (Belgisch Staatsblad 1 juli 2013) en de uitvoeringbesluiten.
Wet van 15 mei 2007, gewijzigd op 13 januari 2014 betreffende de instelling van de functie van gemeenschapswacht/ Art. 3, §1 - 4° en §2 va inzake inbreuk belasting -/ retributiereglementering.
Op 22 oktober 2018 (jaarnummer 00655) besliste de gemeenteraad om de gemeenschapswachten - vaststellers de bevoegdheid toe te kennen tot het verrichten van de vaststellingen die uitsluitend beperkt worden tot de onmiddellijk waarneembare toestand van goederen die de gemeente het recht geeft een belasting of een retributie te heffen zoals vermeldt in het artikel 3§2 van de wet van 15 mei 2007, gewijzigd op 13 januari 2014 betreffende de instelling van de functie van gemeenschapswacht.
Overeenkomstig artikel 5 van het decreet van 30 mei 2008 moeten de personeelsleden die belast zijn met de taak om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van de belastingverordeningen en de bepalingen, vermeld in artikelen 6 en 7 van het decreet, uitdrukkelijk worden aangesteld door de bevoegde overheid, zijnde het college.
Het college beslist, in toepassing van artikel 5 van het decreet van 30 mei 2008 en artikel 2.2.6 § 7 van het grond- en pandendecreet van 27 maart 2009, de gemeenschapswachten-vaststellers aan te stellen tot het verrichten van de vaststellingen die uitsluitend beperkt worden tot de onmiddellijk waarneembare toestand van goederen die de gemeente het recht geeft een belasting te heffen.
Dit besluit is ter inzage.