Terug

2018_CBS_09780 - Omgevingsvergunning - OMV_2018112195. Frans Brandsstraat 11. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/11/2018 - 09:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_09780 - Omgevingsvergunning - OMV_2018112195. Frans Brandsstraat 11. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring 2018_CBS_09780 - Omgevingsvergunning - OMV_2018112195. Frans Brandsstraat 11. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen 

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam

5 oktober 2018

5 oktober 2018

Toetsing voorschriften 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) 

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan 

De aanvraag ligt in de verkaveling BD/2010/V/0011, goedgekeurd op 29 oktober 2010, meer bepaald in lot(en) 4.

         De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verkavelingsvergunning (referentie 201012)          

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-        Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

-       Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-       Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

-        Artikel 34 ‘Stabiliteit en scheidingsmuren’: de plannen voorzien niet in een minimale opstand van 0.30 meter, met oog op het beperken van brandoverslag ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak; 

Sectorale wetgeving

-       MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

-       Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-       Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode. 

Omgevingstoets 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Beoordeling afwijking van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 34 ‘scheimuren’. Ter hoogte van het plat dak van de achterbouw wordt niet voorzien in een opstaande dakrand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak met de linkerbuur. Deze opstand is vereist met oog op beperken van brandoverslag. Een verhoging van de scheimuur kan dit in theorie oplossen, maar in de praktijk moet hiervoor een nieuw openbaar onderzoek (bevraging omwonenden) gevoerd worden, wat enkel kan in een nieuwe vergunningsaanvraag.

Daarom wordt als voorwaarde voor vergunning opgelegd het dakpakket ter hoogte van de scheimuur minder dik uit te voeren, of het volledig dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uit te voeren. Er kan ook een niet-brandbare strook van minstens 30cm breed en reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2 tussen de dakbedekking en de scheimuur worden voorzien. Ten allen tijde moet een minimale binnenhoogte van 2.60 meter gegarandeerd blijven, conform bouwcode artikel 21 ‘minimale hoogte van ruimten’. 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voor een halfopen nieuwbouwwoning is inpasbaar in deze verkaveling die voornamelijk bestaat uit gelijkaardige woningen, en is bijgevolg inpasbaar in de omgeving. 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Deze halfopen woning met twee bouwlagen, bijkomend zadeldak, en een gelijkvloerse aanbouw onder plat dak bestaat uit een gelijkvloers met leefruimte, open keuken, speelruimte, berging en inkomhal. De verdiepingen bieden plaats aan een badkamer en vier slaapkamers. De garage wordt afzonderlijk van de woning voorzien, met één gevel op de rechterperceelsgrens, en bestaat uit één bouwlaag met plat dak. 

Visueel-vormelijke elementen

Het bekleden van de gevels in rood genuanceerde gevelsteen, zwarte pvc raamprofielen en zwarte sneldekpannen is aanvaardbaar. 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein). 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen. 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

De parkeerbehoefte wordt berekend voor een eengezinswoning.

In gebieden buiten het centrumgebied en de centrumschil betreft dit 1 parkeerplaats per woning.

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.

Er wordt een aparte garage met oprit voorzien die plaats biedt aan 1 inpandige parkeerplaats.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit aantal is toereikend. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits voldaan aan de voorwaarden voldoet de aanvraag aan de vigerende regelgeving en de goede ruimtelijke ordening. 

Advies aan het college 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden. 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. ter hoogte van de linkerscheimuur van de gelijkvloerse aanbouw werd geen verhoogde dakopstand van minstens 30cm voorzien, conform bouwcode artikel 34. Met oog op brandoverslag moet daarom ofwel het dakpakket ter hoogte van de linkerscheimuur van de gelijkvloers minder dik uitgevoerd worden, ofwel moet het volledige dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uitgevoerd worden, ofwel moet een niet-brandbare strook van minstens 30cm breed en reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2 tussen de dakbedekking en de scheimuur worden voorzien. Ten allen tijde moet een minimale binnenhoogte van 2.60 meter gegarandeerd blijven, conform bouwcode artikel 21 ‘minimale hoogte van ruimten’;
  2. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

19 september 2018

Volledig- en ontvankelijk

5 oktober 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

4 december 2018

Verslag GOA

30 oktober 2018

naam GOA

Helia Dezhpoor

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer:

OMV_2018112195

Gegevens van de aanvrager:

Jelle en Veronique Krijnen - Janssens met als adres Kapelwei 15 te 2990 Wuustwezel

Ligging van het project:

Frans Brandsstraat 11 te 2040 Berendecht (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 19 sectie C nr. 60Y2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een eengezinswoning in half open bebouwing

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen 

Relevante voorgeschiedenis

-       29/10/2010: vergunning (201012)  voor het verkavelen van 9 loten voor woningbouw met nieuwe wegenis.

Laatst vergunde toestand

-       29/10/2010: vergunning (201012)  voor het verkavelen van 9 loten voor woningbouw met nieuwe wegenis.

Bestaande toestand

-       braakliggend terrein.

Inhoud van de aanvraag

-       het bouwen van een eengezinswoning in halfopen bebouwing;

-       het voorzien van twee bouwlagen onder hellend dak;

-       het inplanten van een vrijstaande garage tegen de rechterperceelgrens;

-       het bekleden van de gevel in rood genuanceerde gevelsteen, zwarte pvc raamprofielen en zwarte sneldekpannen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, zijn strikt na te leven;
  2. ter hoogte van de linkerscheimuur van de gelijkvloerse aanbouw werd geen verhoogde dakopstand van minstens 30cm voorzien, conform bouwcode artikel 34. Met oog op brandoverslag moet daarom ofwel het dakpakket ter hoogte van de linkerscheimuur van de gelijkvloers minder dik uitgevoerd worden, ofwel moet het volledige dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uitgevoerd worden, ofwel moet een niet-brandbare strook van minstens 30cm breed en reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2 tussen de dakbedekking en de scheimuur worden voorzien. Ten allen tijde moet een minimale binnenhoogte van 2.60 meter gegarandeerd blijven, conform bouwcode artikel 21 ‘minimale hoogte van ruimten’;
  3. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.