Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
3 oktober 2018 |
24 oktober 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan .
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het vergunde bouwvolume blijft grotendeels ongewijzigd en ook het oorspronkelijke programma, een eengezinswoning, verandert niet. De uitbreidingswerken aan de achtergevel zijn beperkt van schaal en niet storend voor de omgeving. Bijgevolg is het voorstel ruimtelijk aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De gelijkvloerse uitbouwen aan de achterzijde van woningen kennen in de stedelijke context een grote verscheidenheid in uitvoering. De vormgeving en materiaalgebruik (in groen aluminium buitenschrijnwerk) van de aangevraagde uitbreiding aan de achtergevel zijn voldoende kwalitatief en inpasbaar in de omgeving.
Cultuurhistorische aspecten
Vermits de werken gesitueerd zijn in een pand dat is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, moet de impact van de aanvraag op de erfgoedwaarde van de in de aanvraag betrokken constructies en de omgeving beoordeeld worden en staat de wenselijkheid van behoud voorop. In dat kader werd volgend gunstig advies verleend door de stedelijke dienst monumentenzorg:
“Inleiding
Het pand is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed sinds 14/09/2009.
Art. 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Bovendien schrijft art. 5§2 voor dat de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie moet bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat de stedelijke dienst monumentenzorg deze kan afwegen. Gelet op de beperkte omvang van de aanvraag is deze nota niet noodzakelijk, de plannen zijn voldoende duidelijk.
Het betreft een burgerhuis in neoclassicistische stijl gebouwd in opdracht van Auguste Baugniet, naar een ontwerp door de architect Georges Matthyssens uit 1899. Hoewel de woning volgens de bouwaanvraag met slechts twee bouwlagen in plaats van de huidige drie gepland was, wijst niets op een latere verhoging. Vermoedelijk werd het project tijdens de bouw aangepast. Matthyssens had drie jaar eerder op het aanpalende perceel al het hotel Janssens tot stand gebracht.
De woning Baugniet behoort tot het vroege oeuvre van Georges Matthyssens, die vanaf eind jaren 1870 een succesvolle loopbaan uitbouwde in Antwerpen, maar na de Eerste Wereldoorlog niet meer actief lijkt te zijn geweest. In deze periode paste Matthyssens in zijn oeuvre zowel de pittoreske neo-Vlaamserenaissance als het meer conventionele neoclassicisme toe, soms met een detaillering en ornamentiek ontleend aan de second-empirestijl.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderd lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Axiaal-symmetrisch van opzet, horizontaal geleed door de puilijst, kordonvormende lekdrempels en waterlijsten, legt de compositie de klemtoon op het middenrisaliet. Dit laatste wordt gemarkeerd door Ionische pilasters en een balkon met consoles en balustrade op de eerste verdieping, en door een gekorniste kroonlijst met tandlijst. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, op de begane grond met sluitstenen, de bovenvensters met onderdorpels, en afgewerkt met een klassiek hoofdgestel. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals de ijzeren voetschraper.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, ontsloten door een zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
Het pand is beeldbepalend in deze omgeving door zijn volume, de schaal, de korrel en de architectuur.
Beoordeling
Men wenst op de gelijkvloerse verdieping de reeds uitgevoerde aanbouw te regulariseren.
Om de nieuwe uitbouw te verbinden met de bestaande uitbouw werden een aantal structurele wijzigingen doorgevoerd, dragende muren werden afgebroken. Op basis van de aangeleverde informatie is niet duidelijk welke impact dit had op nog aanwezige erfgoedelementen (hoofdzakelijk schrijnwerk). Aangezien de te regulariseren uitbouw zich tegen het bestaande volume bevindt, en in de meeste gevallen de achterbouw ondergeschikt is aan de hoofdbouw wat afwerking betreft, kan gesteld worden dat de impact op de erfgoedwaarde van de achterbouw beperkt is en bijgevolg aanvaardbaar. Het huidige voorstel vormt echter geen versterking van de erfgoedwaarden van het pand en is eerder vreemd door de vormgeving.”
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De woning voldoet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
13 september 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
3 oktober 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
2 december 2018 |
Verslag GOA |
29 oktober 2018 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018103493 |
Gegevens van de aanvrager: |
Cathérine Verbraeken namens mevrouw Claire Dussart met als adres Chodes-Al Gofe 21 4960 te 4960 Malmedy |
Ligging van het project: |
Albert Grisarstraat 18 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 6 sectie F nr. 1349W13 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
regularisatie van uitbreiding op het gelijkvloers |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 11/09/1899: vergunning (1899#1589) voor het bouwen van een huis;
- 17/09/1942: vergunning (18#16150) voor het bouwen van een kamer;
- 04/05/1998: weigering (86#961045) voor het verbouwen van een rijwoning.
Laatst vergunde toestand
- burgerhuis in neoclassicistische stijl in aaneengesloten bebouwing;
- drie bouwlagen bestaande uit:
- bepleisterde en beschilderde symmetrische lijstgevel van 3 traveeën met een geprofileerde plint van blauwe hardsteen. Middenrisaliet met ionische wandpijlers en met een balkon met consoles en een balustrade op de eerste verdieping;
- inkomdeur en vensters voorzien in (bewaard) houten schrijnwerk;
- plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, ontsloten door een zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
Bestaande toestand
- grotendeels conform de laatst vergunde toestand, met uitzondering van:
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van de uitgevoerde werken (zoals beschreven in de bestaande toestand):
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.