Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Provincie Antwerpen |
20 september 2018 |
19 oktober 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius |
20 september 2018 |
15 oktober 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
20 september 2018 |
26 oktober 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
20 september 2018 |
1 oktober 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
20 september 2018 |
2 oktober 2018 |
Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam |
20 september 2018 |
21 september 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- artikel 13 Ondergrondse en bovengrondse uitsprongen: de geveluitsprong loopt tot aan de kroonlijst en wijkt alzo af van §3 welke bepaalt dat bovengrondse uitsprongen moeten begrepen zijn tussen twee verticale vlakken onder een hoek van 45° ten opzichte van elke erfscheiding en de kroonlijst;
- artikel 19 Tuinafsluiting: het inplantingsplan vermeldt een draadafsluiting met heesterhaag zonder vermelding van de hoogte;
§2 indien de achtertuin wordt afgesloten moet dit gebeuren door een haag/draad met een hoogte van minimum 1 meter en maximum 2,60 meter;
- artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: het inrichtingsprincipe bepaalt dat elke type zijn eigen dimensies heeft; indien men andere dan de vermelde basisprincipes wenst toe te passen, bijvoorbeeld een zelfrijzend ophangsysteem, dient men de nodige details toe te voegen aan de plannen; er werden geen technische details aangeleverd;
- artikel 30 Autostaplaatsen en autoparkeerplaatsen: er zijn 2 ontbrekende parkeerplaatsen, zie parkeerparagraaf
- artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: §2 gevels die aan de openbare ruimte gelegen zijn, moeten op een zodanige diepte gefundeerd worden dat er geen verzakkingsgevaar bestaat bij wegwerkzaamheden; hierbij geldt een diepte van minimaal 1,75 meter onder het straatpeil; op de plannen staat vermeld ‘fundering naar opgave sonderingsverslag en studie stabiliteit’; de getekende fundering is minder dan 1,75 meter.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied, maar gezien de beperkte impact van de aanvraag kan in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van artikel 13 van de bouwcode. De uitsprong van de erker komt niet onder de 45° tegenover de kroonlijst. De erker zelf komt 70 cm uit het gevelvlak en de kroonlijst springt ter hoogte van deze erker ook nog eens uit. Het is wenselijker om de kroonlijst in één lijn te laten doorlopen, hierdoor kan de erker maar 40 cm uit het gevelvlak komen. Door deze aanpassing is de erker nog leesbaar als één volume met de dakkapel en is dus de afwijking op artikel 13 van de bouwcode aanvaardbaar. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.
De aanvraag wijkt af van artikel 24 van de bouwcode. Er is een contradictie tussen het grondplan van de eerste verdieping en de achtergevel. De raamopeningen stemmen niet met elkaar overeen, waardoor niet kan worden geoordeeld of beide slaapkamers voldoende licht en lucht hebben. Naar de voorwaarden wordt meegenomen dat de raamverdeling in de achtergevel moet worden gelijkgesteld aan de verdeling op de plattegrond van de eerste verdieping.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft de afbraak van een veranda-constructie horende bij een reca-uitbating en de nieuwbouw van een meergezinswoning. Het voorzien van een meergezinswoning is in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Maantjessteenweg.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw. Dit project bestaat uit 2 woningen. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De parkeernorm voor dit project bedraagt 2 parkeerplaatsen. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 . ‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.’ |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 – 0 = 2 . Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 0 = 2 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 – 0 = 2 . |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen
De fietsparkeerbehoefte wordt bepaald op het aantal slaapkamers per woning vermeerderd met 1. Dit project bestaat uit 2 woningen met elk 2 slaapkamers. De fietsparkeerbehoefte wordt als volgt berekend: 2 x (2+1) = 6. De fietsparkeerbehoefte bedraagt 6.
Het project voorziet een fietsenstalling met plaats voor 6 fietsen in de inkomhal. De afmetingen hiervan zijn niet conform de bouwcode. De fietsenstalling wordt 1,25m diep getekend terwijl de norm hier 1,70m bedraagt. De fietsen zullen een deel van de inkom blokkeren waardoor er hinder ontstaat bij het betreden van de woning. Dit kan niet enkel opgelost worden door de fietsen op te hangen. Een deel van de fietsen moeten immers op een gewone wijze gestald kunnen worden.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het gebouw past zich in de bestaande straatwand en het gabarit van de woningen uit zijn omgeving. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels worden afgewerkt met blauwe hardsteen, lichtgrijze gevelsteen (terca Latero Seda), zinken gevelaccenten, alu buitenschrijnwerk en antraciet vlakke dakpannen. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag wijkt af van artikel 19 van de bouwcode. Op het inplantingsplan wordt een draadafsluiting vermeld, enkel kan de hoogte nergens worden afgelezen. In voorwaarden wordt meegenomen dat de afsluiting moet voldoen aan het artikel.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
30 augustus 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
20 september 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
19 november 2018 |
Verslag GOA |
29 oktober 2018 |
naam GOA |
Martijn Coppoolse |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018104719 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA Luc Van De Wiel met als adres Antwerpsesteenweg 219 te 2950 Kapellen |
Ligging van het project: |
Maantjessteenweg 131 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 41 sectie B nr. 434K11 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een meergezinswoning met 2 appartementen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 02/10/1973: vergunning (103#1678) voor oprichten van een winkel met woongelegenheid;
- 29/05/1996: vergunning (1974#1242) voor uitbreiding restaurant;
- 08/01/2013: weigering (3553#7236) voor het regulariseren van de aanbouw van een veranda;
- 16/05/2012: vergunning deputatie (2011-6607) voor de regularisatie van een overdekt terras;
- 06/10/2014: proces-verbaal (ME/2014/VPV/0610) voor werken uitgevoerd in stijd met de op 8 januari 2013 geweigerde stedenbouwkundige vergunning met referte NME/B/20127236 afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen en in strijd met de op 16 mei 2012 verleende stedenbouwkundige vergunning met referte NME/B/20116607.
Laatst vergunde toestand
- verlenging bouwvergunning voor het uitbreiden van een restaurant tot 29 mei 1998.
Bestaande toestand
- veranda en berging aan straatzijde met een grondoppervlakte van 72m²;
- tuinhuis achteraan het perceel.
Inhoud van de aanvraag
- de bestaande bebouwing, type horeca-veranda, wordt volledig gesloopt;
- nieuwbouw van 2 bouwlagen onder een zadeldak met dakkapellen;
- de voorgevel heeft een uitsprong op de 1ste verdieping die wordt onderbroken door een doorlopende kroonlijst en een teruggetrokken dakerker;
- de fietsenstalling bevindt zich binnen de inkompartij;
- de 2 appartementen staan geschrankt ten opzichte van elkaar;
- appartement 1 heeft een eetkeuken die zich bevindt naast de inkomhal en loopt verder achteraan het gebouw van het gelijkvloers tot en met de 1ste verdieping;
- de tuin behoort tot appartement 1;
- appartement 2 heeft een zeer beperkte inkomsas op het gelijkvloers en situeert zich verder in het voorste gedeelte van het gebouw op de 1ste verdieping en loopt door tot en met de volledige dakverdieping;
- op de dakverdieping is er een terras voorzien voor appartement 2.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.