Terug

2018_CBS_09648 - Omgevingsvergunning - OMV_2018050970. Rolwagenstraat 73. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/11/2018 - 09:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_09648 - Omgevingsvergunning - OMV_2018050970. Rolwagenstraat 73. District Antwerpen - Goedkeuring 2018_CBS_09648 - Omgevingsvergunning - OMV_2018050970. Rolwagenstraat 73. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

13 september 2018

9 oktober 2018

Voorwaardelijk gunstig


Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

13 september 2018

1 oktober 2018

stadsontwikkeling/ mobiliteit

13 september 2018

20 september 2018


Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

           De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.      

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-       Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-       Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 12 Vrije en vlakke draairuimte:
    de nieuwe inkomsas van de achterbouw heeft geen vrije en vlakke draairuimte;
  • artikel 12 Vrije doorgangshoogte:
    in de inkomsas van de achterbouw is er slechts een plafondhoogte van 2 meter, boven de toegangshelling is de hoogte maar 1,60 meter. Dit moet 2,30 meter zijn;
  • artikel 18 Niveauverschillen:
    - de nieuwe voordeur voldoet niet aan het voorschrift dat niveauverschillen tot en met 18 cm minstens met een helling overbrugd moeten worden;
    - de voorziene helling in de achterbouw overbrugt een niveauverschil van 1 meter over een lengte van 4,25 meter en heeft alzo een hellingspercentage van 23,5% daar waar de verordening bepaalt dat het hellingspercentage hoogstens 5 procent mag bedragen bij niveauverschillen van 50 cm of groter;
  • artikel 20 Trappen:
    de trap in de achterbouw naar de eerste verdieping heeft een breedte van 0,90 meter daar waar de verordening bepaalt dat voor een breedte van minstens 125 cm gezorgd moet worden, gemeten tussen onafgewerkte binnenmuren, zodat na afwerking een breedte van minstens 100 cm gegarandeerd wordt;
  • artikel 30 Afmetingen sanitaire cellen:
    het nieuwe sanitair dat voorzien wordt in de voorbouw bevat geen aangepast toilet.

Algemene bouwverordeningen

-       Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-       Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-       Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 21 Minimale plafondhoogte:
    de mezzanine in het lokaal aan de straatzijde heeft een hoogte van 2m50 ipv de opgelegde 2m60;
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    - de educatieve ruimte in de achterbouw op het gelijkvloers heeft niet voldoende lichtinval en kan niet dienstdoen als verblijfsruimte;
    - de dakkoepels in de achterbouw worden verkleind en voldoen niet aan het minimum van 10% lichtdoorlatende oppervlakte voor de netto-vloeroppervlakte van de ruimte;
  • artikel 33 Zaakgebonden publiciteit:
    raamopeningen mogen maximaal voor de helft beplakt worden met publiciteit;
  • artikel 38 Groendaken:
    het is verplicht om nieuwe daken aan te leggen als een groendak.

Sectorale wetgeving

-       MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt

geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-       Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-       Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag betreft onder andere het plaatsen van een nieuwe vloerplaat in de achterbouw om zo het vergunde leslokaal op te delen in twee leslokalen. De bestaande dakkoepels zorgen voor de enige lichtinval, zodat na de opdeling het onderste leslokaal geen daglichtopeningen heeft. Dit lokaal voldoet dus niet aan artikel 24 van de bouwcode, dat oplegt voor verblijfsruimtes om openingen te hebben voor toetreding van daglicht en zicht en natuurlijke ventilatie. Met betrekking tot de minimale kwaliteit van deze ruimte, is er geen reden om hiervan af te wijken.

Beide publiek toegankelijke leslokalen voldoen bovendien niet aan de wetgeving omtrent integrale toegankelijkheid. Het onderste leslokaal is bereikbaar via een helling die veel te steil is en met een plafondhoogte tot maar 1,60 meter. Het bovenste leslokaal is niet bereikbaar voor mindervaliden. De afwijkingen worden niet gemotiveerd en zorgen voor een verslechtering van de bestaande toegankelijkheid van de leslokalen. 

Deze aangehaalde afwijkingen op zowel de bouwcode als de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid vormen op zich reeds voldoende grond om de werken aan de achterbouw te weigeren. Deze werken worden uitgesloten uit de vergunning.

Functionele inpasbaarheid

De bestemming van gemeenschapsvoorziening, een schoolgebouw, blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

Visueel-vormelijke elementen

De geveltekeningen voorzien grote afbeeldingen die op de raamopeningen geplakt worden. Conform artikel 33§2 van de bouwcode mag maximaal 50% van de opening bedekt worden. Dit wordt in voorwaarde bij de vergunning opgelegd.

Cultuurhistorische aspecten

Vermits de werken gesitueerd zijn in een zone die volgens het gewestplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde en het pand bovendien is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, moet de impact van de aanvraag op de erfgoedwaarde van de in de aanvraag betrokken constructies en de omgeving beoordeeld worden en staat de wenselijkheid van behoud voorop. In dat kader wordt volgend advies verleend door de stedelijke dienst monumentenzorg:

Inleiding: Het pand is opgenomen in de vastgestelde inventaris sinds 14/09/2009 omwille van de architecturale, stedenbouwkundige waarde. Het pand is beeldbepalend.

School gebouwd als jongensschool voor het vrij onderwijs, naar een ontwerp van 1898 van architect Frans Smet-Verhas in opdracht van de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in het Oostkwartier. Deze bouwmaatschappij werd in 1886 opgericht om de ontwikkeling van de wijk Zurenborg tot woonwijk voor de betere middenklasse te realiseren. De maatschappij bouwde in eigen beheer talrijke rijen burgerhuizen, maar investeerde ook in een paar (semi-)openbare gebouwen in de wijk, zoals deze jongensschool.

De school is een rechthoekig gebouw van negen traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, in eclectische stijl met neotraditionele elementen. Het oorspronkelijke ontwerp telde zeven traveeën en twee bouwlagen; de eerste en tweede traveeën werden later samen met de derde bouwlaag toegevoegd, daarbij vrijwel naadloos verder bouwend op stijl en materiaalgebruik van het oorspronkelijke gebouw.

Lijstgevel van rode en gele baksteen op ruw behakte sokkel van roze graniet. Markerende lijsten, kordonvormende lekdrempels, houten kroonlijst op kleine voluutconsoles. Tot pseudo-fronton verhoogde zesde (oorspronkelijk middelste) travee met neorenaissancistische decoratie (schijfmotief, booglijsten) en topstuk, gekoppelde rechthoekige en rondboogvensters. Voorts segmentbogige muuropeningen. Boven de oorspronkelijk centrale toegang tot de school is een natuurstenen cartouche aanwezig met opschrift ”Vrij Onderwijs – Jongensschool Nr. 17”.

Het pand is vastgesteld als bouwkundig erfgoed sinds 14/09/2009.

Art. 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

Bovendien schrijft art. 5§2 voor dat de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie moet bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat de stedelijke dienst monumentenzorg deze kan afwegen.

De informatie die werd toegevoegd is niet volledig om alle werken te kunnen beoordelen.

Beoordeling: Men wenst het pand te verbouwen. Op het gelijkvloers wordt nieuw sanitair voorzien op de tussenverdieping met berging onder. De ontsluiting gebeurt via de voorzijde van het gebouw, de deuropening die momenteel niet in gebruik is, wordt opnieuw voorzien van nieuw buitenschrijnwerk.

In het bijgebouw wordt er een vloer toegevoegd en wordt het vloerniveau verlaagd om zo twee leslokalen te creëren.

Op basis van oudere foto’s en de huidige gegevens blijkt dat het buitenschrijnwerk op het gelijkvloers werd vervangen: authentiek houten buitenschrijnwerk werd vervangen door pvc buitenschrijnwerk tussen 2009 en 2017.

De interne wijzigingen hebben geen impact op de erfgoedwaarde en zijn aanvaardbaar.

Het voorzien van een nieuwe voordeur zonder onderzoek te doen naar het originele schrijnwerk dat aanwezig was, is niet aanvaardbaar. Bijkomend houdt het nieuwe voorstel rekening met de huidige indeling van het schrijnwerk die niet vergund werd. Het wijzigen van buitenschrijnwerk is namelijk vergunningsplichtig. Er dient een voorstel te worden voorgelegd aan de dienst monumentenzorg dat rekening houdt met de toestand die in 2009 nog aanwezig was. Dit zal als voorwaarde worden opgelegd. Het overige buitenschrijnwerk in de voorgevel dient uitgesloten te worden uit de vergunning.”

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de aandachtspunten van de dienst monumentenzorg integraal bijgetreden. Alle wijzigingen aan het buitenschrijnwerk worden uitgesloten van de vergunning. Een geïntegreerd voorstel voor het buitenschrijnwerk (incluis voordeur) dient via een aparte aanvraag ingediend te worden.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De inrichting van de achterbouw voldoet niet aan elementaire eisen inzake gebruiksgenot en moet uitgesloten worden van deze vergunning.

De inrichting van een mezzanine met bijkomend sanitair in het lokaal aan de straatzijde komt in aanmerking voor vergunning. Met behulp van artikel 3 van de bouwcode kan een afwijking toegestaan worden voor de hoogte van 2m50 in de aangevraagde mezzanine die niet voldoet aan artikel 21. De mezzanine betreft maar een beperkt deel van de gehele ruimte zodat de lagere plafondhoogte geen merkbaar verlies aan kwaliteit inhoudt.

Het sanitair voldoet niet aan de verordening toegankelijkheid, maar dit is een toevoeging aan het bestaande sanitair in het bijgebouw op de speelplaats dat wel voldoet aan de verordening en behouden blijft, zodat ook hier een afwijking kan verleend worden.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  2. een voorstel uit te werken voor de nieuwe deur dat rekening houdt met de toestand van de deur in 2009. Dit moet voorgelegd worden aan de stedelijke dienst Monumentenzorg;
  3. maximaal 50% van elke gevelopening mag beplakt worden met publiciteit.

Uitsluitingen

Geen vergunning wordt verleend voor:

  1. de aangevraagde werken aan de achterbouw, inclusief het plaatsen van een nieuwe tussenvloer;
  2. alle wijzigingen aan  het overige buitenschrijnwerk die niet overeenstemmen met de laatst vergunde toestand van 2009.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

27 augustus 2018

Volledig- en ontvankelijk

13 september 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

12 november 2018

Verslag GOA

24 oktober 2018

naam GOA

Brenda Dierckx

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer:

OMV_2018050970

Gegevens van de aanvrager:

de heer Piet Spanhove met als adres Huidevetterstraat 165 te 1000 Brussel

Ligging van het project:

Rolwagenstraat 73 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 6 sectie F nr. 1265L4

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

interne constructieve werken in een schoolgebouw


Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-       27/05/1898: vergunning (1898#809) voor het bouwen van een huis;

-       10/07/1903: vergunning (1903#1104) voor een verdieping op het gebouw;

-       17/07/1907: vergunning (1907#1067) voor het vergroten gebouw straatwaarts;

-       26/04/1968: vergunning (18#51116) voor een verbouwing;

-       06/03/1996: vergunning (86#951293) voor een verbouwing;

-       04/12/2009: vergunning (3264#712) voor het verbouwen van een schoolgebouw;

-       28/05/2014: vergunning (3582#3962) voor het verbouwen van een scoutslokaal.

Laatst vergunde toestand

-       scoutslokalen en een wereldatelier, beiden voorzien van een eigen speelplaats enerzijds aan de Lange van Ruusbroecstraat en anderzijds aan de zijde Rolwagenstraat;

-       inventarispand gekend als ‘Sint-Edmonduscollege’;

-       de voormalige jongensschool bestond origineel uit 7 traveeën en 2 bouwlagen;

-       later zijn er nog 2 traveeën en een extra bouwlaag toegevoegd.

Bestaande toestand

-       conform laatst vergunde toestand met uitzondering van de wijzigingen aan het buitenschrijnwerk van het schoolgebouw.

Inhoud van de aanvraag

-       het plaatsen van een nieuwe voordeur in een bestaande deuropening, die momenteel is afgewerkt met een vast paneel met bovenlicht;

-       in de voorbouw, bestaande uit de eerste 2 traveeën die later werden aangebouwd, wordt sanitair voorzien op een nieuwe tussenverdieping met eronder een berging;

-       in het bijgebouw achteraan wordt de bestaande vloer verlaagd zodat er voldoende hoogte is om een nieuwe tussenvloer te plaatsen en alzo een extra leslokaal te creëren.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  2. een voorstel uit te werken voor de nieuwe deur dat rekening houdt met de toestand van de deur in 2009. Dit moet voorgelegd worden aan de stedelijke dienst Monumentenzorg;
  3. maximaal 50% van elke gevelopening mag beplakt worden met publiciteit.
  4. de valgemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal van deel uitmaken, strikt na te leven;

Uitsluitingen

Geen vergunning wordt verleend voor:

  1. de aangevraagde werken aan de achterbouw, inclusief het plaatsen van een nieuwe tussenvloer;
  2. alle wijzigingen aan  het overige buitenschrijnwerk die niet overeenstemmen met de laatst vergunde toestand van 2009.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.