Terug

2018_CBS_09790 - Omgevingsvergunning - OMV_2018025282. Breughelstraat 42. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/11/2018 - 09:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_09790 - Omgevingsvergunning - OMV_2018025282. Breughelstraat 42. District Antwerpen - Goedkeuring 2018_CBS_09790 - Omgevingsvergunning - OMV_2018025282. Breughelstraat 42. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018025282

Gegevens van de aanvrager:

de heer Wald Dyckhoff met als adres Breughelstraat 42 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Breughelstraat 42 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 6sectie F nr. 1435C3

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

renoveren en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          geen relevante voorgeschiedenis beschikbaar.

Laatst vergunde toestand

-          geen laatst vergunde toestand beschikbaar.

Bestaande toestand

-          het pand in gesloten bebouwing bestaat uit drie bouwlagen onder een schuin dak met een halfondergrondse kelder;

-          het gebouw is ingericht als eengezinswoning;

-          op de benedenverdieping is een bureauruimte voorzien;

-          op de eerste verdieping zijn slaapkamers ingericht;

-          op de tweede verdieping is een slaapkamer en een badkamer voorzien;

-          onder het dak is de keuken en de leefruimte;

-          achteraan de woning bevindt zich een veranda en berging.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de veranda, de berging en het toilet op de eerste verdieping;

-          bouwen van een gelijkvloerse perceelbrede achterbouw die wordt verbonden met het woonhuis door het verbreden van de doorgang in de achtergevel van het hoofdgebouw;

-          de vloerpas van de nieuwe aanbouw ligt ca. 1,40 m lager dan de vloerpas van het gelijkvloers van het hoofdgebouw;

-          de achterbouw is rechts 4,86 m en links 3,30 m hoog;

-          de achterbouw wordt ingericht als eetkamer met aansluitende open keuken;

-          de aanbouw wordt voorzien van een groendak en de nieuwe achtergevel ervan wordt afgewerkt met verticale houten balkjes en schrijnwerk uit zwart aluminium;

-          de voorgevel en de bovenbouw blijven ongewijzigd. Aangezien er geen vergunde plannen beschikbaar zijn, is deze bestaande toestand te regulariseren.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

-          artikel 21: Minimale hoogte van ruimten:
de bestaande inrichting van de zolder als keuken en leefruimte voldoet niet aan de minimale plafondhoogte van 2,60 meter;

-          artikel 34: Stabiliteit en scheidingsmuren:
de rechter scheidingsmuur en de scheidingsmuur op de achtergrens van de links aanpalende eigendom hebben ter hoogte van de nieuwe achterbouw geen opstand van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak;

-          artikel 40: Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
de aanvraag voorziet in een gescheiden rioolstelsel maar wordt niet gescheiden aangeboden aan de straat;

-          artikel 41: Kenmerken aansluitingen van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
de aansluitingspunten van DWA en RWA moeten in de kelder voorzien worden van een toezichtsmogelijkheid en moeten minstens 0,20 m en hoogstens 0,50 m uiteen gelegen zijn;

-          artikel 43: Septische putten:
het rioleringsstelsel wordt aangepast en er wordt geen septische put voorzien.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Volgens de plannen wordt de verhoogde scheidingsmuur op de perceelsgrens niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. De minimale opstand die in dit artikel wordt gevraagd, is noodzakelijk om brandoverslag te voorkomen. Aangezien het dak voorzien is van een groendak kan afgeweken worden van een minimale opstand van 30cm wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook van minstens 30cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Er is geen reden om af te wijken van de artikels 40, 41 en 43 inzake de uitvoering van het rioolstelsel. Als voorwaarde voor deze vergunning wordt opgelegd om de huisriolering gescheiden aan te bieden conform de bepalingen van artikel 41. Een septische put van minstens 2000 liter moet geplaatst worden.

 

Naast de verbouwingswerken van het gelijkvloers, omvat deze aanvraag ook de regularisatie van de bovenverdiepingen waarvoor geen vergunde plannen gekend zijn. Er kan redelijk aangenomen worden dat het oorspronkelijke gebouw dateert van voor Stedenbouwwet uit 1962 en dus hoofdzakelijk vergund geacht wordt.
In de bestaande toestand is er onder het zadeldak een leefruimte en keuken ingericht met een mezzanine. Deze toestand wijkt af van de gebruikelijke indeling ten tijde van de vergund geachte oprichting van deze woning.
De verblijfsruimtes onder het zadeldak hebben plafondhoogtes van 1,9 meter en lager en wijken dus sterk af van de minimale plafondhoogte van 2,6 meter zoals opgelegd in artikel 21 van de bouwcode. Met betrekking tot de minimale woonkwaliteit kan deze afwijking niet toegestaan worden en wordt geen vergunning verleend voor het gebruik van de dakverdieping als verblijfsruimte.


Functionele inpasbaarheid

De Breughelstraat wordt gekenmerkt door één - en meergezinswoningen in gesloten bebouwing. De bestaande eengezinswoning blijft behouden en is functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De geplande gelijkvloerse uitbreidingswerken aan de achtergevel zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Visueel-vormelijke elementen

De vormgeving van de uitbreiding aan de achtergevel volgt uit de functionele herinrichting van het gelijkvloers. Het beoogde materiaalgebruik (houten bekleding met grote raampartij) voor de achtergevel is hedendaags en stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      bij de dakopstanden op de perceelsgrenzen is er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed aanwezig;

2.      een septische put te voorzien met een minimale inhoud van 2000 liter;

3.      de afvoer van het huisrioleringsstelsel moet gescheiden aangeboden worden aan de straat volgens de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode;

4.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;


Uitsluitingen

Geen vergunning wordt verleend voor de inrichting en het gebruik van de dakverdieping als verblijfsruimte.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

2 september 2018

Volledig- en ontvankelijk

24 september 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

23 november 2018

Verslag GOA

5 november 2018

naam GOA

Brenda Dierckx

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      bij de dakopstanden op de perceelsgrenzen is er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed aanwezig;

2.      een septische put te voorzien met een minimale inhoud van 2000 liter;

3.      de afvoer van het huisrioleringsstelsel moet gescheiden aangeboden worden aan de straat volgens de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode;

4.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.


Uitsluitingen

Geen vergunning wordt verleend voor de inrichting en het gebruik van de dakverdieping als verblijfsruimte. 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.