Terug

2018_CBS_10699 - Omgevingsvergunning - OMV_2018098630. Sint-Bernardsesteenweg 447. District Hoboken - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 07/12/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_10699 - Omgevingsvergunning - OMV_2018098630. Sint-Bernardsesteenweg 447. District Hoboken - Weigering 2018_CBS_10699 - Omgevingsvergunning - OMV_2018098630. Sint-Bernardsesteenweg 447. District Hoboken - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018098630

Gegevens van de aanvrager:

de heer Muhammed CAKMAK met als adres Paul Vekemanslaan 77 te 2660 Antwerpen en de heer Yusuf Cakmak met als adres Paul Vekemanslaan 77 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Ligging van het project:

Sint-Bernardsesteenweg 447 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 36sectie B nr. 193A4

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van 15 appartementen met garage

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          30/09/1931: vergunning (1006#6844) voor bouwen van woning en werkhuis.

 

Laatst vergunde toestand

-          30/09/1931: vergunning (1006#6844) voor bouwen van woning en werkhuis, sloopwerken werden niet vergund.

 

Bestaande toestand

-          de woning en het werkhuis werden gesloopt, het terrein is volledig onbebouwd.

Inhoud van de aanvraag

-          het betreft een nieuwbouw met 15 appartementen met achteraan op het perceel een bergruimte, het hoofdgebouw bestaat uit vijf bouwlagen onder plat dak, het terrein is volledig onderkelderd. Het resterende deel van het perceel wordt ingericht als tuin;

-          op het gelijkvloers zijn 3 wooneenheden voorzien en 2 aparte trappen en liften, op de verdiepingen zijn telkens 4 appartementen voorzien;

-          de ondergrondse garage heeft een parkeerruimte voor 15 auto’s en 47 fietsen en de auto’s en fietsen bereiken de ondergrondse garage via een autolift;

-          de berging achteraan de tuin bestaat uit 4 bergruimten, ligt op 1,18 m onder het maaiveld en heeft deels plat dak, deel dak in helling;

-          de gevels zijn volledig opgebouwd uit lichtrode gevelsteen, de voorgevel heeft onderaan een plint in arduin. Het buitenschrijnwerk is in gelakt aluminium, kleur is niet opgegeven. Aan de voorgevel zijn uitstekende terrassen voorzien, aan de achtergevel inpandige terrassen, elk met een balustrade in gelakt staal;

-          alle platte daken worden afgewerkt als groendak 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer

5 september 2018

25 september 2018

Ongunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

5 september 2018

26 september 2018

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius

5 september 2018

25 september 2018

Voorwaardelijk gunstig

PROXIMUS

5 september 2018

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

AQUAFIN NV

5 september 2018

26 oktober 2018

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ ruimte

30 oktober 2018

 

stadsontwikkeling/ mobiliteit

5 september 2018

11 september 2018

Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam

5 september 2018

20 september 2018

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)

De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 29 fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
  • Artikel 30 autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
  • Artikel 34: stabiliteit en scheidingsmuren:

 §3 1° nieuwe scheidingsmuren hebben minstens RF 2 uur - geen gegevens over nieuwe scheidingsmuur met gebuur links

§3 3° scheidingsmuur heeft opstand van min. 0,30 m tov hoogst aangrenzend dakvlak.

  • Artikel 37: centrale ruimte voor warmteproductie en leidingkokers:

bij nieuwbouw met meer dan 10 wooneenheden moeten deze gebouwen voorzien zijn van centrale stookruimte en bijhorende leidingschachten. - 15 wooneenheden: min. opp: 12 m²,max lengte langste zijde: 4 m;

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.µ

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag voldoet gedeeltelijk aan artikel 30 van de bouwcode. Het stallen en parkeren van auto’s is mogelijk ondergronds onder tuinen indien een grondlaag met een dikte van minimaal 1 meter wordt voorzien en nog steeds kan voldaan worden aan de infiltratieverplichtingen. Het volledige perceel is onderkelderd, van de hoofdbouw tot achteraan de bergingen. Er wordt een laag van 1 m voorzien boven op de parking.

Echter is het wenselijk vanuit de omgeving, die al zeer dicht bebouwd is, de onbebouwde delen van een perceel (de tuin) hun groen karakter zo veel mogelijk te behouden. De niet-bebouwde delen van een perceel moeten zo natuurlijk mogelijk worden ingericht. Door de tuin niet te bebouwen of te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem. Door de ondergrondse parking te beperken tot enkel het hoofdvolume en de terrassen, blijft de tuinzone volledig vrij van constructie en voldoet het aan de wensen. Uit dit oogpunt kan er geen gunstig advies worden gegeven aangaande de ondergrondse parking.

 

De aanvraag wijkt af van artikel 37 van de bouwcode. Bij nieuwbouw met meer dan 10 wooneenheden moeten meergezinswoningen voorzien zijn van een centrale stookruimte en bijhorende leidingschachten. Een meergezinswoning met 15 wooneenheden moet een ruimte met minimum oppervlakte van 12 m² hebben, de langste zijde moet maximaal 4 m zijn.

De recente evoluties in de eisen gesteld aan de energieprestatie van gebouwen vragen steeds meer om de inpassing van hernieuwbare energiebronnen. Het voorzien in een gemeenschappelijke ruimte die de nodige installaties kan herbergen en gemakkelijk bereikbaar is vanuit het openbaar domein maakt dit mogelijk. Daarnaast moet er in het ontwerp voldoende ruimte zijn voor de realisatie van een warmteverdeelnet vanuit deze centrale ruimte naar elke wooneenheid. De structuur van het gebouw moet toelaten een verdeelnet te ontwerpen waarbij de warmtelevering aan elke wooneenheid apart te meten is en desnoods te sturen. Aangezien de aanpassingen die nodig zijn om tegemoet te komen aan de bouwcode de bouwplannen op essentiële punten wijzigt, is de aanvraag niet voor vergunning vatbaar.

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat de nieuwbouw van een meergezinswoning en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Sint-Bernardsesteenweg.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 20 parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Er wordt een appartementsgebouw opgetrokken met 15 appartementen en een ondergrondse parkeergarage met autolift.

15 appartementen tussen 60 m² en 90 m² met parkeernorm 1,35:

 15 x 1,35 = 20,25 = 20 parkeerplaatsen.

De plannen voorzien in 14 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Er zijn in de kelder 14 nuttige parkeerplaatsen. (De ene plaats schuin ingetekend kan absoluut niet meegeteld worden.)

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 14 .

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Vanuit oogpunt goede ruimtelijke ordening is dit onaanvaardbaar. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein. Niet vatbaar voor vergunning.

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 6 – 0 = 6 .

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 20 – 14 = 6

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 6 plaatsen.

 

Fietsvoorzieningen

Er is voor deze ontwikkeling een fietsparkeerbehoefte van 36 + 6 = 42 fietsenstallingen.

12 2-slaapkamerappartementen: 12 x (2 + 1) = 36

3 x 1-slaapkamerappartementen:  3 x (1 + 1) = 6

 

Lang niet alle fietsplaatsen die ingetekend worden zijn ook bruikbaar. Op veel plaatsen is er niet voldoende ruimte achter de fiets om de fiets in of uit de stalling te kunnen nemen. Momenteel zijn er ongeveer 35 nuttige fietsplaatsen.

Mits een andere opstelling (op sommige plaatsen stalplaatsen onder een hoek voorzien, werken met een 1 niveau hoog/laag stalling) kan men wel aan het vereiste aantal stallingen komen.

 

De aanvraag is voor advies opgestuurd naar het Agentschap Wegen en Verkeer. Het Agentschap adviseert ongunstig met volgende beoordeling:

“1 Onwenselijk omwille van doelstellingen en zorgplichten

Conform artikel 4.3.4. VCRO kan de vergunning worden geweigerd of moeten er voorwaarden opgelegd worden in de vergunning indien uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van de doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap.

“Een vergunning kan worden geweigerd indien uit een verplicht in te winnen advies blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van doelstellingen of zorgplichten die gehanteerd worden binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening.”

In casu is de vergunningsaanvraag onwenselijk omwille van volgende doelstellingen en zorgplichten:

 

a) Onwenselijkheid omwille van veilig en vlot verkeer

De aangevraagde handelingen moeten getoetst worden aan de verkeersveiligheid en de verkeersdoorstroming. Zo moeten ook toegangen op zodanige wijze ingepland worden dat de  verkeersveiligheid en de verkeersdoorstroming gegarandeerd wordt.

Het Agentschap Wegen en Verkeer acht het verlenen van een vergunning onwenselijk omwille van de verkeersveiligheid en de verkeersdoorstroming en dit om de volgende redenen:

De bouwaanvraag is erop gericht om een ondergrondse parkeergarage te maken die bereikbaar is via een autolift. Deze autolift geeft rechtstreeks uit op het openbaar domein.

De wijze waarop deze toegang tot de gewestweg worden ingepland in de vergunningsaanvraag hypothekeert evenwel de veilige en vlotte verkeersdoorstroming op dit punt.

Bij het in gebruik zijn van de autolift dient een andere gebruiker te wachten tot de lift weer vrij is. Dit wachten dient volgens de plannen te gebeuren op het openbaar domein. Er wordt geen wachtplaats op eigen terrein voorzien. Hierdoor is er kans op kop-staartaanrijdingen ter hoogte van het perceel en wordt de verkeersdoorstroming belemmerd. Ook het wachten op het voetpad en fietspad belet de doorstroming en verkeersveiligheid van de zwakke weggebruikers.

Indien er een wachtplaats op eigen terrein wordt gecreëerd (maar niet voor de ingang van de autolift) dan kan een autolift wel toegelaten worden.

 

b) Onwenselijkheid omwille van verkeersveiligheid en verkeersdoorstroming

De aangevraagde handelingen moeten getoetst worden aan de verkeersveiligheid en de verkeersdoorstroming.

Artikel 4.3.1. §1 en §2 van de VCRO bepaalt dat de goede ruimtelijke ordening beoordeeld moet worden op o.m. de mobiliteitsimpact en de veiligheid in het algemeen.

In voorliggende aanvraag heeft het aantal parkings een negatieve impact op de verkeersafwikkeling en de verkeersveiligheid in het algemeen op de gewestweg. Er bestaat een onaanvaardbare bijkomende druk op de gewestweg.

De vergunningsaanvraag is onwenselijk om volgende reden: Op de plannen worden parkings en fietsenstallingen ingetekend die niet bruikbaar zijn. het aantal parkeerplaatsen en fietsenstalling is onvoldoende.

 

Besluit: Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer ONGUNSTIG betreffende voorliggende aanvraag.”

 

Het klopt dat de aanvraag aan een drukke gewestweg ligt en in iedere richting maar één baanvak is voorzien met daartussen een trambedding. Er wordt ook onvoldoende of geen opstelruimte voorzien om de autolift in of uit te rijden. Omwille van deze redenen dient het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer te worden gevolgd en is de aanvraag in zijn huidige vorm niet voor vergunning vatbaar.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag betreft de nieuwbouw van een meergezinswoning. De aanvraag bestaat uit 4 bouwlagen onder een plat dak tot 15 m bouwdiepte. Het gebouw past zich in de bestaande straatwand en het gabarit van de woningen uit zijn omgeving. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving.
 

Visueel-vormelijke elementen

De gevels worden afgewerkt met lichtrode gevelsteen, gelakt alu buitenschrijnwerk, gelakt stalen balustrade. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van het ongunstig advies van het Agentschap Wegen en Verkeer, het niet voldoen aan de fietsparkeerbehoefte en het volledig onderkelderen van het perceel, waardoor infiltratie van regenwater onmogelijk is. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

15 augustus 2018

Volledig- en ontvankelijk

5 september 2018

Start openbaar onderzoek

11 september 2018

Einde openbaar onderzoek

10 oktober 2018

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

19 december 2018

Verslag GOA

26 november 2018

naam GOA

Martijn Coppoolse

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

11 september 2018

10 oktober 2018

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.