Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018108706 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA GEM Vista met als adres Industrielaan 5 bus 15 te 2950 Kapellen en de heer Xavier cabes met als adres Industrielaan 5 bus 15 te 2950 Kapellen |
Ligging van het project: |
Tweemontstraat 162-164 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 27sectie A nrs. 118H4 en 123A3 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
slopen van bestaande bebouwing en bouwen van een kantoorgebouw en 13 KMO-units |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij |
8 oktober 2018 |
11 oktober 2018 |
Geen advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
8 oktober 2018 |
14 november 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
AQUAFIN NV |
8 oktober 2018 |
5 november 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius |
8 oktober 2018 |
16 oktober 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
PROXIMUS |
8 oktober 2018 |
24 oktober 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
8 oktober 2018 |
22 oktober 2018 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
8 oktober 2018 |
10 oktober 2018 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen |
8 oktober 2018 |
10 oktober 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
8 oktober 2018 |
22 oktober 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
8 oktober 2018 |
17 oktober 2018 |
Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam |
8 oktober 2018 |
22 oktober 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater. Het is evenwel aan te bevelen een deel van de ondergrondse infiltratievoorziening te voorzien in open lucht als een wadi in de groenbuffers.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
- artikel 27 Parkeerplaatsen:
6% van de plaatsen dient aangepast te zijn voor mindervaliden. Deze dienen bij het dwarsparkeren minstens 3,5m breed te zijn. Van de 89 voorziene parkeerplaatsen werden er geen aangepaste plaatsen voorzien.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten.
- artikel 30 Antwerpse bouwcode: Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
- Artikel 27 De tuin moet zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht worden en als groene ruimte aangeplant worden.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er wordt afgeweken van de Antwerpse bouwcode artikel 30.§3.2° Inrichting. Parkeerplaatsen in open lucht moeten worden ingericht in waterdoorlatend en grasdoorgroeibaar materiaal zoals grasdallen, gewapend gras of verharding met kleinschalige elementen met open voegen, wat in de voorwaarden verder zal worden opgenomen.
Cfr. art 27§2 moet de tuin als groene ruimte aangeplant worden, momenteel worden in de groene buffer reeds nieuwe bomen toegevoegd aan de bestaande. Echter in de voortuinstrook kunnen ook bomen worden voorzien. Gezien de nieuwe aanleg van de kaaiweg, is het wel nuttig dit af te stemmen met de bevoegde stedelijke dienst stadsontwikkeling, ontwerp en uitvoering. Ook in de binnenstraat is extra vergroening mogelijk. Dit wordt opgelegd in voorwaarde. Tevens is het aanbevelenswaardig een deel van de infiltratievoorziening als een wadi aan te leggen in de groenbuffer, zodat de ecologisch waarde van de bufferstrook verhoogt.
Daarnaast betreft er onzekerheid omtrent artikel 27 verordening toegankelijkheid Parkeerplaatsen. Dit artikel omvat “Minstens 6% van de plaatsen dient aangepast te zijn voor mindervaliden. Deze dienen bij het dwars parkeren minstens 3,5m breed te zijn.”
In de motivatienota werd vermeld dat er 6 parkeerplaatsen voorzien worden voor mindervalide. Deze werden niet ingetekend op de plannen. Dit wordt in de voorwaarden opgenomen.
Functionele inpasbaarheid
Gezien de locatie en functie van de aanvraag werd er advies ingewonnen van de stedelijke dienst ondernemen en stadsmarketing – business en innovatie. Het advies gegeven d.d. 17 oktober:
“De aanvraag voorziet in een gebundeld kantoorgebouw en 13 units in verschillende groottes.
Voor deze aanvraag werd enkele maanden geleden al eens een aanvraag gedaan maar met een aantal tekortkomingen. Om deze uit te klaren werd er met de aanvrager overlegd samen met de provincie en de kanaalmanager Albertkanaal.
Het project voorziet ook reeds een toekomstige ontsluiting via de zuidelijke kadeweg.
Dergelijke kmo-units worden vandaag vrij veel gevraagd / gezocht daar het zowel mogelijkheden biedt aan tijdelijke invulling (bijvoorbeeld bij een verhuis of verbouwing van het bedrijf) of een permanente nieuwe locatie. In de bedrijvenzone Albertkanaal Zuid werden de laatste jaren zo al enkele vergelijkbare dossiers vergund en gerealiseerd. Om te vermijden dat in elke unit aparte kantoorblokjes voorzien worden, is er geopteerd voor 1 centraal kantoorgebouwtje.
In het dossier werd rekening gehouden met de buur dewelke een laag drempelig SEVESO bedrijf is (akkoord van Vlaamse dienst VR) en ook met de uitwerking van de project MER screening kan akkoord gegaan worden.
Het project past binnen de beleidsnota industrie en tevens binnen de beleidsdoelstellingen van het provinciaal kaderplan Economisch Netwerk Albertkanaal.”
Gelet op het advies van de stedelijke dienst ondernemen en stadsmarketing en de bestemmingsvoorschriften, is de aanvraag functioneel inpasbaar in de omgeving.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 89 parkeerplaatsen. Uit het advies van de stedelijke dienst mobiliteit: “De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Het gaat over een nieuwbouw van een kantoorgebouw van 2247m² en 18 KMO units van 4364m². Voor dit soort projecten kan de parkeernorm voor een bedrijfsverzamelgebouw gebruikt worden. Dat is een gebouw waar een mix is van kantoren, arbeidsintensieve en arbeidsextensieve bedrijven zitten. De norm voor centrumschil is 1.35/100m² bvo. 6611m² met parkeernorm 1.35/100m² ? 6611m² x 1.35/100m² = 89 De werkelijke parkeerbehoefte is 89.” |
De plannen voorzien in 89 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. Er worden 89 parkeerplaatsen voorzien op de site. Deze parkeerplaatsen worden geclusterd voorzien aan beide kanten van het terrein en verder verdeeld per unit. Er zijn 89 nuttige parkeerplaatsen |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 89. Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 89-89=0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing. |
Ontsluiting/bereikbaarheid:
Er wordt een toegang voorzien aan de Vaartdijk (toekomstige zuidelijke Kadeweg) en een aan de Tweemontstraat. In de toekomst zal het verkeer dat de site wilt bereiken, gebruik moeten maken van de toegang via de Zuidelijke Kadeweg. Vrachtverkeer moet na realisatie van de Zuidelijke Kadeweg ook gebruik maken van deze toegang voor het laden en lossen.
Fietsvoorzieningen:
Voor te voldoen aan de verordening moeten er 28 fietsplaatsen voorzien worden in functie van de kantoorfunctie en 26 plaatsen voor de KMO units. Er worden hiervoor 30 fietsplaatsen voorzien aangrenzend aan kantoor 0-3 en 28 fietsplaatsen ten zuiden van unit 05.
Het advies inzake de mobiliteitsimpact is gunstig
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Deze omgeving wordt gekenmerkt door enerzijds grootschalige bedrijvigheid en wonen. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met de volumes en het programma zoals voorgesteld. Het voorgestelde project komt inzake het aantal bouwlagen en dakvorm overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving. De geplande werkzaamheden houden rekening met de kwaliteit voor de omliggende omgeving. Er wordt een groenbuffer van 10 meter voorzien en een verharde bufferzone van circa 5 meter met de aanpalende eengezinswoningen.
Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
Er wordt een combinatie van lichtbruine en grijze keramische tegelafwerking met donkerbruin en grijs aluminium buitenschrijnwerk gebruikt voor het kantoorgebouw, en een gevelafwerking bestaande uit donker grijze betonpanelen en grijs buitenschrijnwerk voor de units, wat een ruimtelijk aanvaardbare combinatie is en in het geheel ingepast is in het bestaande omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het project anticipeert op de komst van een nieuwe zuidelijke kaaiweg. Zolang deze niet aangelegd is, wordt gevraagd om aan te sluiten op de bestande toestand en de uitrit aan te leggen onmiddellijk na de uitvoering van de kaaiweg .
Tegelijk moet dan de opbraak van de toegang Tweemontstraat gerealiseerd worden, waarbij wel een brandweertoegang moet behouden blijven via de Tweemontstraat.
De zuidelijke toegangsweg komt er immers om vrachtverkeer uit de woonwijk te halen. Dit wordt opgelegd in voorwaarden;
Laatste deel oprit opbreken en vergroenen, mits overrijdbaar voor BW (grasraten of grindgazon)
Enkel wandelpad 1.5m toelaten voor zachte weggebruikers
Autopoort verwijderen en vervangen door breekpaaltjes (of dergelijke, te bekijken in overleg met de brandweer). Klap- of verdwijnpaaltjes zijn niet toegelaten, er mag geen ander gemotoriseerd verkeer langs, anders dan hulpdiensten.
De bouwheer dient voor de werkzaamheden contact opnemen met Stadsontwikkeling - De Dienst Beheer & Onderhoud wat opgenomen wordt in de voorwaarden. Deze is bereikbaar op het postadres voor een aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07,
herstellingopenbareruimte@stad.antwerpen.be, betreffende opmaak plaatsbeschrijving en herstellingen openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op:
Milieuaspecten
De stedelijke afdeling milieu gaf volgend advies:
“De aanvraag betreft het afbreken van de bestaande bebouwing en de nieuwbouw van een kantoorgebouw en 13 KMO-units waarbij de kantoren als ondersteuning dienen voor de bedrijfsactiviteiten. De site is ingekleurd als industriezone maar grenst aan individuele bewoning. Het hemelwater zal op natuurlijke wijze naast de overdekte constructies infiltreren. Bovendien worden de gebouwen volledig voorzien van groendaken. Het plaatsen van een hemelwaterput is dan ook niet verplicht. Er dient wel een infiltratievoorziening geplaatst te worden. Buurbedrijf PPG-Coatings (Tweemontstraat 104) is een lage drempel Seveso-inrichting. De dienst Veiligheidsrapportering van Vlaanderen acht de komst van het kantoorgebouw verzoenbaar met de naastgelegen lage drempel Seveso Inrichting PPG-Coatings.
Naar alle waarschijnlijkheid zullen er nog bemalingen moeten gebeuren voor het realiseren van het project. Bemalingen kunnen meldings- of vergunningsplichtig zijn. De exploitant dient zich hiervoor in regel te stellen.”
Vanuit stedenbouwkundige oogpunt worden deze voorwaarden gevolgd.
De stedelijke afdeling Groen en begraafplaatsen gaf volgend advies:
“In het aangepaste plan worden er ter hoogte van de ingang met de Tweemontstraat enkele bomen behouden, deze dienen beschermd te worden tijdens de werken door er werfhekken rond te zetten. Deze hekken verhinderen stam- en kroonschade en verhinderen materiaalopslag op de boomwortels (bij verdichting van de bodem vinden de wortels minder lucht en water wat de groei van de bomen hypothekeert).
Bij de bestaande bomen worden nieuwe bomen getekend. De groendienst adviseert bomen van 1e of 2e grootte. Indien er te weinig plaats is voor grotere bomen adviseert de groendienst te kiezen voor een kleiner aantal grotere bomen i.p.v. veel kleinere exemplaren.
Aan de overzijde van de inkom met de Tweemonstraat (in het driehoekig vlak) worden ook nieuwe bomen voorzien. Ook hier adviseert de groendienst te kiezen voor bomen van 1e en 2e grootte. Indien er te weinig plaats is voor grotere bomen adviseert de groendienst te kiezen voor een kleiner aantal grote bomen i.p.v. veel kleinere exemplaren.
Voor de bomen naast de gevel adviseert de groendienst kleinere bomen van 3e grootte om latere snoeiwerken te vermijden.”
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. Bijgevoegd advies Aquafin met voorwaarden zijn strikt na te leven vanaf aanvang van het project.
3. Voor aansluiting op het distributienetwerk van elektriciteit en aardgas dient er contact gezocht te worden met Eandis, integraal advies toegevoegd in bijlage.
4. de vergunninghouder investeert in de nodige grondwerken van de telecominfrastructuur.
5. De parkeerplaatsen moet worden uitgevoerd in overeenstemming met artikel 27 van de Antwerpse bouwcode. Parkeerplaatsen in open lucht moeten worden ingericht in grasraten,grasdallen, gewapend gras.
6. Er moet voldaan worden aan artikel 27 van de Verordening toegankelijkheid / Parkeerplaatsen. Minstens 6% van de plaatsen dient aangepast te zijn voor mindervaliden. Deze dienen bij het dwarsparkeren minstens 3,5m breed te zijn.
7. Zolang de zuidelijke kaaiweg niet is aangelegd dient er aangesloten te worden op de bestaande toestand. Uiterlijk 6 maand na de realisatie van de zuidelijke kaaiweg (datum voorlopige oplevering) moet er aangesloten worden conform het vergunde plan, zodat bij openstelling van de nieuwe wegenis direct hierop ontsloten kan worden.
8. Uiterlijk 6 maand na de realisatie van de zuidelijke kaaiweg (datum voorlopige oplevering) moet de opbraak van de toegang Tweemontstraat gerealiseerd worden, waarbij wel een brandweertoegang moet behouden blijven via de Tweemontstraat.
8.1. Laatste deel oprit (vanaf rooiliujn tot 1ste parkeervak) opbreken en vergroenen, mits overrijdbaar voor BW (grasraten of grindgazon).
8.2. Enkel een wandelpad van 1.5m breed is te voorzien voor zachte weggebruikers.
8.3. In overleg met de brandweer is de autopoort te vervangen door breekpaaltjes. Klap- of verdwijnpaaltjes zijn niet toegelaten, er mag immers geen ander gemotoriseerd verkeer langs, anders dan hulpdiensten.
9. Voor de start van de werkzaamheden dient er contact opgenomen te worden met Stadsontwikkeling - De Dienst Beheer & Onderhoud is bereikbaar op het postadres voor een aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07,
herstellingopenbareruimte@stad.antwerpen.be, betreffende opmaak plaatsbeschrijving en herstellingen openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op:
10. In de voortuinstrook langs de kaaiweg moeten 4 bomen worden voorzien. Gezien de nieuwe aanleg van de kaaiweg, dient de aanvrager exacte inplanting en type boom af te stemmen met de bevoegde stedelijke dienst Stadsontwikkeling, Ontwerp en Uitvoering zodat deze aansluiten bij de bomen op de kaaiweg (ritme, grootteorde)
11. De nieuwe bomen in de bufferzone moet voorzien worden van 1e of 2e grootte. Indien er te weinig plaats is voor deze grotere bomen moet een kleiner aantal bomen worden voorzien;
12. 4 bomen van 3e grootte zijn te voorzien in de binnenstraat zoals aangeduid in rood op de plannen;
13. De bestaande bomen dienen tijdens de werken beschermd te worden. Dit kan best door het volledige grasperk met hekwerk af te sluiten. Bij een te behouden boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:
- In het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom onaanvaardbaar moeten beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
- Als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden. De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
- Naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
- Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of …
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
17 september 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
8 oktober 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
7 december 2018 |
Verslag GOA |
23 november 2018 |
naam GOA |
Karel Bauwens |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
1 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
1. Vermindering kwaliteit wonen: Het bezwaar dat de kwaliteit van de aanliggende woningen wordt beperkt. Het project gaat ten koste van de ruimte en rust achteraan de woningen.
Beoordeling: Er wordt achter de aanpalende woningen een groene bufferzone voorzien van 10 meter. Er wordt in de voorwaarden beschermingsmaatregelen opgelegd voor het behoud van de bomen.
Het bezwaar is ongegrond.
2. In strijd met Bestemmingsvoorschriften: Het bezwaar dat de aanwezige kantoorgebouwen en KMO-units zich bevinden in industriegebied. Dit is strijdig met de bestemmingsvoorschriften.
Beoordeling: Dergelijke kmo-units worden vandaag veel gevraagd / gezocht waar er zowel mogelijkheden geboden worden aan tijdelijke invulling of een permanente nieuwe locatie. Er zijn reeds vergelijkbare bedrijvenzones vergund de afgelopen jaren in de bedrijvenzone Albertkanaal Zuid. Om te vermijden dat in elke unit aparte kantoorblokjes voorzien worden, is er geopteerd voor 1 centraal kantoorgebouwtje. Het project past binnen de beleidsnota industrie en tevens binnen de beleidsdoelstellingen van het provinciaal kaderplan Economisch Netwerk Albertkanaal. De beoogde functie ‘industrie bedrijventerrein” is inpasbaar in het industrie en vanuit stedenbouwkundig standpunt aanvaardbaar.
Het bezwaar is ongegrond.
3. Geen concrete invulling activiteiten: Het bezwaar dat er voor de industriële units geen concrete invulling heef. Daarnaast wordt verwacht dat in deze units toekomstige activiteiten zullen huisvesten waarvoor de nodige exploitatie vergunningen dienen bekomen te worden. Wat niet in deze aanvraag is opgenomen.
Beoordeling: De aanvraag heeft louter betrekking op het vergunnen van de functie van de industriële units. Toekomstige vormen van exploitatie dienen zich in regel te stellen met de actuele wetgeving.
Het bezwaar is ongegrond.
4. Strijdig met aanpalend geklasseerd SEVESO bedrijventerrein: Het bezwaar gaat over het aanpalende perceel wat wordt geclassificeerd als SEVESO laagdrempelige inrichting, met risico’s verbonden voor mens, de onmiddellijke nabije omgeving en brandgevaar.
Beoordeling: In het dossier werd rekening gehouden met de aanpalende buur wat een laag drempelig SEVESO bedrijf is. In de motivatie nota van de aanvrager werd aangehaald dat er contact is opgenomen met de dienst ‘Veiligheidsrapportering Vlaanderen’. Deze acht de komst van het kantoorgebouw verzoenbaar met de naastgelegen lage drempel Seveso Inrichting PPG-Coatings. Ook met de uitwerking van de project MER screening kan akkoord gegaan worden; het aanpalende project zal hierop een minimale impact hebben. De aanvraag moet de voorwaarden van Brandweerzone Antwerpen strikt naleven.
Het bezwaar is ongegrond.
5. Beperking groeimogelijkheden buur: Het bezwaar gaat erover dat dit project de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden en gebruiksgenot zou kunnen hypothekeren van het aanpalend perceel.
Beoordeling: De aanvraag is stedenbouwkundig aanvaardbaar. De aanvraag voorziet bebouwing tot op de perceelsgrens, wat meer toepasbaar is in deze omgeving en gelijkaardig als het aanpalende perceel. In het bezwaar is het niet duidelijk welke toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden en gebruiksgenot deze aanvraag beperkt.
Het bezwaar is ongegrond
6. Goede ruimtelijke ordening: Het bezwaar gaat erover dat de aanvraag in strijd is met de goede ruimtelijke ordening.
Beoordeling: De aanvraag is niet in strijd met de goede ruimtelijke ordening. Hiervoor wordt verwezen naar “de toetsing van de goede ruimtelijke ordening”.
Het bezwaar is ongegrond;
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. Bijgevoegd advies Aquafin met voorwaarden zijn strikt na te leven vanaf aanvang van het project.
3. Voor aansluiting op het distributienetwerk van elektriciteit en aardgas dient er contact gezocht te worden met Eandis, integraal advies toegevoegd in bijlage.
4. de vergunninghouder investeert in de nodige grondwerken van de telecominfrastructuur.
5. De parkeerplaatsen moet worden uitgevoerd in overeenstemming met artikel 27 van de Antwerpse bouwcode. Parkeerplaatsen in open lucht moeten worden ingericht in grasraten, grasdallen, gewapend gras;
6. Er moet voldaan worden aan artikel 27 van de Verordening toegankelijkheid / Parkeerplaatsen. Minstens 6% van de plaatsen dient aangepast te zijn voor mindervaliden. Deze dienen bij het dwarsparkeren minstens 3,5m breed te zijn.
7. Zolang de zuidelijke kaaiweg niet is aangelegd dient er aangesloten te worden op de bestaande toestand. Uiterlijk 6 maand na de realisatie van de zuidelijke kaaiweg (datum voorlopige oplevering) moet er aangesloten worden conform het vergunde plan, zodat bij openstelling van de nieuwe wegenis direct hierop ontsloten kan worden.
8. Uiterlijk 6 maand na de realisatie van de zuidelijke kaaiweg (datum voorlopige oplevering) moet de opbraak van de toegang Tweemontstraat gerealiseerd worden, waarbij wel een brandweertoegang moet behouden blijven via de Tweemontstraat.
8.1 Laatste deel oprit (vanaf rooiliujn tot 1ste parkeervak) opbreken en vergroenen, mits overrijdbaar voor BW (grasraten of grindgazon).
8.2 Enkel een wandelpad van 1.5m breed is te voorzien voor zachte weggebruikers.
8.3 in overleg met de brandweer is de autopoort te vervangen door breekpaaltjes. Klap- of verdwijnpaaltjes zijn niet toegelaten, er mag immers geen ander gemotoriseerd verkeer langs, anders dan hulpdiensten.
9. Voor de start van de werkzaamheden dient er contact opgenomen te worden met Stadsontwikkeling - De Dienst Beheer & Onderhoud is bereikbaar op het postadres voor een aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07,
herstellingopenbareruimte@stad.antwerpen.be, betreffende opmaak plaatsbeschrijving en herstellingen openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op:
10. in de voortuinstrook langs de kaaiweg moeten 4 bomen worden voorzien. Gezien de nieuwe aanleg van de kaaiweg, dient de aanvrager exacte inplanting en type boom af te stemmen met de bevoegde stedelijke dienst Stadsontwikkeling, Ontwerp en Uitvoering.
11. De nieuwe bomen in de bufferzone moet voorzien worden van 1e of 2e grootte. Indien er te weinig plaats is voor deze grotere bomen moet een kleiner aantal bomen worden voorzien;
12. 4 bomen van 3e grootte zijn te voorzien in de binnenstraat zoals aangeduid in rood op de plannen;
13. De bestaande bomen dienen tijdens de werken beschermd te worden. Dit kan best door het volledige grasperk met hekwerk af te sluiten. Bij een te behouden boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:
- In het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom onaanvaardbaar moeten beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
- Als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden. De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
- Naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
- Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of …
Na realisatie van de zuidelijke kaaiweg moet er onmiddellijk aangesloten worden conform het vergunde plan, zodat bij openstelling van de nieuwe wegenis direct hierop ontsloten kan worden;
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.