Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018083803 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA MABALI met als contactadres Frans Van Hombeeckplein 33 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Brouwersvliet 18 te 2000 Antwerpen (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 1sectie A nr. 166D |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen en wijzigen van de gelijkvloerse functie van reca naar handel en het toevoegen van een daklaag met een woonentiteit |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 28/05/1985: vergunning (18#66066 ) voor het verbouwen tot een taverne;
- 16/09/2016: proces-verbaal (20152354) voor een verkeerd geplaatste afvoerinstallatie, (20153454) voor opheffing van proces-verbaal.
Laatst vergunde toestand en bestaande toestand
- besloten meergezinswoning met op de gelijkvloerse verdieping een horecafunctie;
- het pand heeft 3 bouwlagen en 4 traveeën onder een mansardedak met 3 dakkapellen;
- op de gelijkvloerse verdieping bevindt zich een aparte toegang naar de bovengelegen appartementen;
- elke verdieping bestaat uit 1 appartement, met in totaal 3 appartementen.
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen en wijzigen van de gelijkvloerse functie van horeca naar handel en het toevoegen van een daklaag met een woonentiteit;
- op de gelijkvloerse verdieping wordt de raamindeling in de voorgevel tegen de linker perceelgrens verbouwd, de twee ramen worden er samengevoegd;
- de voorgevel wordt opgetrokken zodat de nieuwe kroonlijsthoogte gelijk komt te liggen met de rechter aanpaler (15.95 m);
- de voorgevel en achtergevel worden voorzien van nieuw buitenschrijnwerk in wit aluminium;
- de afwerking van de voorgevel in beige crepi maakt plaats voor witkleurige crepi;
- het nieuwe mansardedak bestaat uit 4 dakkapellen in de voor- en achtergevel;
- het mansardedak wordt voorzien van een gedeeltelijke open dakstructuur en doet dienst als gemeenschappelijk dakterras en berging;
- aan de achtergevel worden er op de tweede- en derde verdieping kleine terrassen toegevoegd die toegang bieden tot de brandladder;
- op de gelijkvloerse verdieping wordt de functie gewijzigd van horeca naar handel;
- de draagmuur wordt op twee plekken doorbroken aan de achterkant van de voormalige horecaruimte, de keuken en het sanitair worden afgebroken en betrokken bij de winkel;
- er wordt op de kelderverdieping een septische put en een regenwaterput van elk 5000l voorzien;
- verder wordt de kelder gecompartimenteerd in 4 private bergingen en één gezamenlijke afvalberging.
- de twee woonentiteiten op de eerste- en tweede verdieping blijven ongewijzigd;
- de woonentiteit op de 3de verdieping blijft eveneens ongewijzigd, wel wordt de voorgevel verbouwd zodat in plaats van 3 raamopeningen er 4 ontstaan en de gevelgeleding van de onderbouw gevolgd wordt;
- op de 4de verdieping, de nieuwe daklaag, wordt een 4de woonentiteit gecreëerd van 88,35 m2;
- er wordt een gemeenschappelijke buitenruimte voorzien in het mansardedak van 29 m2.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college oordeelt dat de aanvraag mits voorwaarden vergunbaar is. Zowel inzake het dakterras als de gelijkvloerse plint.
Inzake het dakterras stellen we vast dat de verwijdering van de no keen te grote inpacht heft op de verschijningsvorm. Echter is de meerwaarde van een kwalitatieve buitenruimte in een stedelijke context groot. In dit dossier zijn beide verenigbaar. Door de nok te behouden, alsook de dakstructuur/dakbedekking aan de voorzijde is de volumewerking en verschijningsvorm ongeschonden. Om het terras voldoende groot te houden kan er aan de achterzijde een stuk dak weggenomen worden, en een balustrade geplaatst worden. Op deze wijze blijft de oppervlakte voldoende groot en bekomen we een nuttig terras. Aan de voorzijde kunnen er maximal 2 ramen voorzien worden indien gewenst. Deze in lijn en ritmiek met onderliggende dakkapellen.
Inzake de gevel bleef de goa bij het standpunt om de arduinen gevel niet te verwijderen tussen de 2 ramen. Echter het college is van oordeel dat op een belangrijke weg met grote visibiliteit het logisch is dat een handels- of horecazaak een grotere raamoppervlakte kan hebben, indien gewenst. Echter de architecturale kwaliteit van de arduinen gevelplint dient bijzondere aandacht te krijgen bij deze aanpassing. De dagkanten van het nieuwe raamgat dienen op eenzelfde wijze naar detaillering afgewerkt te worden. Dit dient te gebeuren in arduin. De arduinen dagkanten van de raamopeningen aan de boven en buitenzijde dienen behouden te blijven. De verwijderde delen dienen met grote zorg verwijdert te worden, om zo te herbruiken om de naar onder uitgekapte muren naadloos en met hetzelfde kapprofiel aft e werken. Hetzelfde geld voor de bovenzijde van het nieuwe raamgat . Indien er geen voldoende arduinsnedes over zijn van de bestaande raamgaten, dient ere en op maat copy gemaakt te worden om beide bovenkanten van de 2 ramen op eenzelfde wijze door te trekken en te verbinden. De dorpel op het maaveld dient eenzelfde kwalitatieve arduinsnede te kennen. Deze dient in evenwacht te zijn met de oude detaillering en hierbij naar stijl en schaal op aan te sluiten. Het is aangewezen hiervan meer detailtekeningen op te maken, zodoende de werken ter dege en conform deze bovenstaande voorwaarde te kunnen uitvoeren. De aanpassing van de gevel is aanvaardbaar mits er een grotere etalage ontstaat. In deze is het niet de bedoeling om deze gevelopening te gebruiken als dubbele deur. De toegang tot de winkel dient te geschieden via de bestaande deuropening.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
29 augustus 2018 |
26 september 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
28 augustus 2018 |
11 september 2018 |
Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam |
28 augustus 2018 |
28 augustus 2018 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
28 augustus 2018 |
21 september 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
28 augustus 2018 |
14 september 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
- 2.1.1 Culturele, historische en\of esthetische waarde: door het samenvoegen van de ramen op de gelijkvloerse verdieping tot een vitrine wordt het gevelbeeld met bossagewerk verstoord en de geleding van de traveeën verdwijnt volledig op het gelijkvloers. Ook het verwijderen van de console die het balkon ondersteund, is niet aanvaardbaar aangezien deze beeldbepalende erfgoedelementen zowel visueel als structureel een ondersteuning vormen van het balkon.
- 2.1.11.1 Terrassen in schuine daken: er zijn geen terrassen in schuine daken toegelaten palend aan of zichtbaar vanaf het openbaar domein. Het dakterras loopt door in de voorzijde van het dak en is, gelet op de breedte van de straat, zichtbaar vanaf het openbaar domein. Bovendien is het een zeer beeldverstorend element, het betreft geen zuivere dakvorm meer. Dit is onaanvaardbaar in een gebied met culturele, historische en\of esthetische waarde.
- 2.1.7 Gevelmaterialen: het materiaalgebruik van alle gevels moet uitgevoerd worden in natuurlijke, kwalitatieve materialen die inzake uiterlijk en kleur in harmonie moeten zijn met het referentiebeeld. Bij het pleisteren van een gevel dienen elementen die historisch niet bedoeld waren om beschilderd, bepleisterd of gekaleid te worden, zoals natuursteen of arduinen plinten en dorpels, ongepleisterd, ongeschilderd en ongekaleid te blijven. Indien deze in het verleden geschilderd, gepleisterd of gekaleid werden, dient deze afwerking indien mogelijk verwijderd te worden.
De aanvraag voorziet al het schrijnwerk in wit aluminium wat niet aansluit bij het laat 19e-vroeg 20ste eeuws gevelbeeld. Houten buitenschrijnwerk is hier aangewezen. Het plaatsen van aluminium buitenschrijnwerk in de voorgevel is dan ook niet aanvaardbaar. Daarenboven vermeld de aanvraag niet dat de overschilderde of overpleisterde oorspronkelijke elementen in blauwe hardsteen (horizontale lijsten, dorpels,…) weer zullen worden vrijgemaakt. Gelet op het beeldbepalend karakter van het pand kan in toepassing van artikel 4.4.1. van de VCRO geen afwijking worden toegestaan.
- 2.1.9 Dakvormen en dakkapellen: dakkapellen zijn toegelaten tot minimum 0.75 m van het midden van de scheimuur. Aan de achterzijde van de nieuwe daklaag is de afstand van de dakkapel aan de rechterperceelgrens slechts 0,20 m. Aangezien door de toepassing van een dakvlakraam gemakkelijk aan dit voorschrift kan voldaan worden, kan in toepassing van artikel 4.4.1. van de VCRO geen afwijking worden toegestaan.
- 2.1.9 Dakvormen en dakkapellen: dakkapellen zijn enkel toegestaan indien ze onderling op 1,00 m afstand van elkaar liggen. Hiermee werd geen rekening gehouden doordat de dakkapellen de gevelgeleding van de onderbouw volgen. Op die manier ontstaat er een samenhang tussen de onderbouw en het mansardedak. In toepassing van artikel 4.4.1. van de VCRO kan bijgevolg een afwijking worden toegestaan op dit voorschrift.
Functionele inpasbaarheid
Het pand is gelegen in de afgebakende strategische horecakern Eilandje. Functiewijzigingen binnen publiek-toegankelijke functies (kantoren, winkel, reca) zijn gunstig te beoordelen indien zij de commerciële mix positief beïnvloeden. Het omvormen van het commercieel gelijkvloers waar dit voorheen een café/horeca was naar een handelsruimte, wordt gunstig beoordeeld.
De bestaande bovenliggende functie van meergezinswoning blijft behouden.
De aanvraag is daarmee in harmonie met de kenmerkende functies in de Brouwersvliet.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en functiewijziging. Het gelijkvloers wordt gewijzigd van horeca naar handel. De parkeerbehoefte wijzigt niet door deze functiewijziging. Er wordt een bijkomende verdieping gebouwd met een bijkomende wooneenheid (van 3 naar 4). Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
‘De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een gebouw dat volgens het ruimtelijke uitvoeringsplan gelegen is in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Het pand is beeldondersteunend omwille van de stedenbouwkundige, architecturale of esthetische waarde. Het behoud van volume, schaal, korrel, materialen en architectuur wordt vooropgesteld. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom mogen geen parkeerplaatsen voorzien worden.’
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. In de laatst vergunde toestand zijn geen parkeerplaatsen op eigen terrein voorzien. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
Voor het bijkomend appartement met 2 slaapkamers moeten 3 fietsenstallingen voorzien worden.
Deze worden ingericht op het gelijkvloers.
Laden en lossen
Laden en lossen moet gebeuren op bestaande laad- en loszones in de omgeving. Bij een voorwaardelijk gunstige vergunning dient dit te worden opgenomen in de voorwaarden.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De feitelijke toestand van de omgeving wijst uit dat de Brouwersvliet gekenmerkt wordt door panden met 4 bouwlagen onder voornamelijk mansarde- of hellende daken.
In voorliggende aanvraag wordt de bestaande drie bouwlagen hoge hoofdbouw behouden en aangevuld met een volwaardige vierde bouwlaag en een nieuw mansardedak. Dit kan alleen worden toegestaan indien wordt aangetoond dat de structuur en het interieur van het oorspronkelijke mansardedak reeds werden aangepast. De aanvraag is hierin niet duidelijk.
Cultuurhistorische aspecten
De dienst stadsontwikkeling/onroerend erfgoed/monumentenzorg adviseert het volgende:
De aanvraag heeft betrekking op een winkelwoonhuis van drie bouwlagen en vier traveeën onder een mansardedak. De panden aan de zijde van de Brouwersvliet dateren integraal uit de late negentiende eeuw en hebben nog relatief gaaf bewaarde lijstgevels. Het pand is beeldondersteunend omwille van de stedenbouwkundige, architecturale of esthetische waarde. Wij gaan uit van behoud van volume, schaal, korrel, materialen en architectuur.
Men wenst het pand op het gelijkvloers om te vormen van horeca naar handel. Hiervoor wil men de twee vensteropeningen op het gelijkvloers vervangen door een brede vensteropening die de volledige breedte tussen beide openingen beslaat en die wordt voorzien tot op de grond. Hierdoor verdwijnt ook de uiterst linkse console die het balkon ter hoogte van de eerste verdieping ondersteunt. De verdiepingen blijven ongewijzigd. Het mansardedak wordt omgevormd naar een volwaardige bouwlaag waarboven een mansardedak wordt voorzien met twee functielagen in, nl. een woonlaag en een dakterras dat inpandig in het volume wordt voorzien. Ter hoogte van het dakterras wordt zowel de bedaking aan de voorzijde als aan de achterzijde opengewerkt.
In de huidige toestand zijn alle elementen in blauwe hardsteen (raamdorpels, horizontale lijst over de volledige gevelbreedte onder de vensteropeningen eerste verdieping,…) overschilderd.
Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in wit aluminium.
De gelijkvloerse verdieping werd afgewerkt met blauwe hardsteen uitgevoerd als bossage. Door het maken van een vensteropening over twee traveeën tot op het niveau van de vloer, wordt dit gevelbeeld verstoord en verdwijnt de geleding volledig. Ook het verdwijnen van de consoles die het balkon ondersteunen, is niet aanvaardbaar aangezien deze elementen zowel visueel als structureel een ondersteuning vormen van het balkon. Deze elementen zijn bijkomend sierlijk uitgewerkt en vormen een beeldbepalend erfgoedelement.
Door het overschilderen van de elementen in blauwe hardsteen (horizontale lijsten, dorpels,…) wordt de gevelgeleding verstoord en zorgt dit voor een vervlakkend effect. Als voorwaarde zal dan ook gesteld worden dat deze elementen moeten ontdaan worden van hun verflagen.
Door het ontbreken van meer informatie over de structuur en het interieur is het niet mogelijk om de gewenste aanpassingen ter hoogte van de huidige daklaag te beoordelen. Indien uit die informatie zou blijken dat de structuur en het interieur reeds werden aangepast, kan onderzocht worden hoe de voorgevel verhoogd kan worden (de gevelordonnantie mag niet verstoord worden, de gesloten geveldelen en de open geveldelen moeten in verhouding zijn) en welk type dak erop kan voorzien worden. Een daklaag met twee functielagen vormt een zware toevoeging boven de kroonlijst, wat niet kenmerkend is. Bijkomend is de daklaag zichtbaar vanaf de straat en is het openwerken van het dak om het gebruik als terras mogelijk te maken, een zeer beeldverstorend element, het betreft geen zuivere dakvorm meer.
Het buitenschrijnwerk is een erfgoedkenmerk bij uitstek. Het voorgestelde buitenschrijnwerk sluit niet aan bij het laat 19e-vroeg 20ste eeuws gevelbeeld. Het plaatsen van aluminium buitenschrijnwerk in de voorgevel is dan ook niet aanvaardbaar. Er dient opnieuw houten buitenschrijnwerk met een t-indeling geplaatst te worden, een typedetail is bij onze dienst beschikbaar. De detailtekeningen van het buitenschrijnwerk dienen voorgelegd te worden aan onze dienst voor plaatsing.
Gelet op bovenstaande argumenten wordt over deze aanvraag een ongunstig advies uitgebracht.
Bijgevolg dient de aanvraag te worden geweigerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Gelet op bovenstaande argumentatie kan gesteld worden dat de aanvraag niet voldoet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten. De geplande verbouwingswerken zijn storend voor de omgeving en niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
De aanvraag dient te worden geweigerd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van afwijkingen t.o.v. het RUP Binnenstad en de Bouwcode:
- de aanvraag bevat niet voldoende informatie om de staat van het oorspronkelijke mansardedak te kunnen beoordelen;
- door het maken van een vitrine wordt het gevelbeeld met bossagewerk verstoord en verdwijnt de geleding van de traveeën volledig op het gelijkvloers;
- het dakterras is zichtbaar vanaf het openbaar domein en beeldverstorend;
- door het dakterras is er geen zuivere dakvorm meer;
- de overschilderde of overpleisterde oorspronkelijke elementen in blauwe hardsteen worden niet in hun oorspronkelijke staat hersteld;
- de dakkapel aan de achterzijde houdt slechts een afstand van 0,20 m van de rechter perceelgrens.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
8 augustus 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
28 augustus 2018 |
Start openbaar onderzoek |
4 september 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
3 oktober 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
11 december 2018 |
Verslag GOA |
22 november 2018 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
4 september 2018 |
3 oktober 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren onder voorwaarde:
- Het dakterras uit te voeren conform de rode aanduidingen op zowel het dakplan, snede, en voorgevelaanzicht. Hierbij dient de dakstructuur en dakbedekking van het voorste dakvlak behouden te blijven. Er kunnen 2 dakvlakvensters toegevoegd worden conform rode aanduiding. Daarnaast dient het achterste dakvlak verder verwijderd te worden richting dakgoot en het plaatsen van een valbescherming conform de geldende regelgeving.
- De aanpassing van de gelijkvloerse plint is toegelaten als volgt (zie ook plan voorgevelrode aanduiding en grondplan rode aanduiding):
- Het valt aan te bevelen een gedetailleerd plan op te maken van deze herbruik arduin/aanmaak nieuwe snedes in gevelplan en detailplan om zo een correcte uitvoering van bovenstaande voorwaardes te verzekeren.?
- De gevelopening invullen met een vast raam, geplaatst achter de (bestaande en gerecupereerde)arduinen kopse kanten. Er mag geen dubbele deur voorzien worden.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.