Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college conform artikel 4.7.17 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar dat bij dit besluit is gevoegd.
Het bestuursakkoord 2013-2018 benadrukt het belang van een aantrekkelijke woonstad, die jonge gezinnen doet kiezen voor de stad en in de stad houdt. Een kwalitatief woningsaanbod van voldoende grote woningen en appartementen is hierbij cruciaal. Deze beleidswens werd nogmaals bekrachtigd in de beleidsrichtlijn over wonen waar de aandacht werd gevestigd op het beschermen van eengezinswoningen.
De aanvraag handelt over het verbouwen van een handelshuis met vier appartementen en magazijnen naar zeven appartementen. Door de afbraak van de magazijnen wordt het perceel sterk ontpit. Voor de drie bijkomende appartementen worden geen parkeerplaatsen voorzien. De bijkomende appartementen zijn in oppervlakte zeer beperkt, namelijk 36 m², 39 m², 43 m² en 45 m².
Door het voorzien van een project met meerdere eenheden, die op zich veelal kleiner worden uitgevoerd dan de bestaande typologie, wordt enerzijds de draagkracht van het perceel overschreden maar wordt bovendien de woonbalans in de buurt aangetast. Op deze wijze zal een gewenste variatie in doelpubliek niet meer mogelijk zijn aangezien de geplande wooneenheden niet meer volwaardig geschikt zijn voor het huisvesten van iets ruimere gezinnen en een gezonde sociale mix hierdoor zal verdwijnen. Het voorgestelde project beantwoordt niet aan de goede ruimtelijke ordening.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Fluvius |
3 juli 2018 |
12 juli 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
INFRABEL |
3 juli 2018 |
19 juli 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
3 juli 2018 |
24 juli 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
3 juli 2018 |
9 juli 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
3 juli 2018 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
DL adresbeheer (huisnummers) |
3 juli 2018 |
5 juli 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in een artikel 1 zone voor wonen - (wo).
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het slopen van een magazijnruimte achteraan. Er worden tijdens de verbouwing 3 extra woongelegenheden bovenop de 4 bestaande woongelegenheden voorzien, waarbij een extra bouwlaag wordt gebouwd voorzien van een mansardedak.
De aanvraag is onderverdeeld in twee percelen: Touwstraat 25 enerzijds en Touwstraat 27 anderzijds. Op nr.25 worden drie wooneenheden voorzien, op nr. 27 worden vier wooneenheden voorzien. Het voorzien van in totaal 7 woongelegenheden overschrijdt de draagkracht van het geheel niet en is toelaatbaar.
Het verdwijnen van de magazijnruimte is aanvaardbaar in een omgeving met voornamelijk woonfuncties.
De aanvraag is functioneel inpasbaar.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het perceel wordt ontpit door het bestaande magazijn deels te slopen en om te vormen tot twee kwalitatieve tuinen.
Om te kunnen voorzien in drie extra woongelegenheden wordt er onder andere een nieuwe bouwlaag bovenop de bestaande drie bouwlagen voorzien waardoor het gebouw aan de straatzijde bestaat uit in totaal vier bouwlagen waarvan de daklaag in een mansardedak wordt uitgevoerd.
De nieuwe bouwhoogte sluit aan op de bestaande bouwhoogten aan de linker- en rechterzijde.
De bouwdiepte op het gelijkvloers en de verdiepingen overschrijdt de aanliggende bouwdieptes niet en is bijgevolg toelaatbaar.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het volume zoals voorgesteld aanvaardbaar en niet storend voor de omgeving. Het creëren van open ruimte wordt positief geadviseerd in een voorliggende stedelijke omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwe voorgevel wordt uitgevoerd in een plint in blauwe hardsteen, een witte buitenbepleistering op de 1ste en 2de verdieping en een mansardedak uitgevoerd in imitatieleien in een antraciete kleur. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in zwart aluminium. Zowel de garagepoort als de poort naar de inkom worden uitgevoerd in zwart aluminium. De achtergevel wordt in dezelfde kleurstellingen en materialen uitgevoerd als de voorgevel.
Het gebouw optrekken in een witte buitenpleistering kan vanuit stedenbouwkundig oogpunt positief geadviseerd worden omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de historische waarde. Bovendien wordt de omgeving van het pand gekenmerkt door voornamelijk bepleisterde gevels in een witte of grijze kleur.
De aanvraag voorziet in vier dakkapellen. Ook in de omgeving van het pand zijn dakkapellen aanwezig.
Het gelijkvloers wordt volledig uitgevoerd in blauwe hardsteen, waardoor de duurzaamheid van het gebouw verhoogt.
De arrière corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te behouden.
De uitstekende delen van een gevel (plint, raamdorpel, kroonlijst, …) zorgen voor een detaillering van de gevel. Daarnaast hebben deze details ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen, vervuiling, ...
Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein.
Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.
Wanneer de nieuwe constructie tot op het openbaar domein komt moet er rekening mee worden gehouden dat het voetpad in de toekomst hersteld kan worden zonder dat er aan de voorgevel ingrepen moeten gebeuren. Dit kan door de bestaande stoeptegel voor de werken weg te nemen en na de werken terug te plaatsen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De toegankelijkheid en gebruiksgenot van de gebruikers van het pand verhoogt door het voorzien in een inkomsas en fietsenberging aan straatzijde.
De appartementen en duplexen zijn voldoende groot ingericht en hebben, voornamelijk aan de achterzijde, voldoende grote ramen die de woon- en leefruimten van daglicht voorzien. De duplexwoning op het gelijkvloers van pand nr. 25 heeft een zeer grote kwalitatieve buitenruimte van 226m² groot. Ook het appartement op nr.27 heeft een kwalitatieve buitenruimte ter beschikking. De bovenliggende appartementen zijn telkens voorzien van een terras. Er wordt geen hinder verwacht met betrekking tot privacy.
Inzake woonkwaliteit betreft de aanvraag een grote verbetering tegenover de bestaande toestand. Mits voldaan aan de voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen betreffende de hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Er komen 3 wooneenheden bij tov de laatst vergunde toestand. 1 bijkomend appartement tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1.2 à 1 x 1.2 = 1.2 2 bijkomende appartementen > 90m² met parkeernorm 1.35 à 2 x 1.35 = 2.7 De werkelijke parkeerbehoefte is 4 (1.2 + 2.7 = 3.9 à 4) |
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3. Voorliggende aanvraag voorziet in één gelijkvloerse parkeerplaats. De aard van de verbouwing laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3 Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen
De aanvraag voorziet in een fietsenberging voor 24 fietsen in de kelder, toegankelijk via een trap met fietsgoot. Op het gelijkvloers worden 4 extra fietsstalplaatsen voorzien. Volgens de berekeningen dienen er 10 fietsstalplaatsen voorzien te worden. De aanvraag voldoet. Het plaatsen van extra fietsenstalplaatsen in de kelder en vier fietsstalplaatsen op het gelijkvloers wordt gunstig geadviseerd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
12 juni 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
3 juli 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
1 september 2018 |
Verslag GOA |
16 augustus 2018 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018043500 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV WINVEST Holding met als adres Plantinkaai 5 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Touwstraat 25-27 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 5 sectie E nrs. 392K3 en 392B7 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een handelshuis met magazijn naar 7 appartementen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Vergunde/Vergund geachte toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.