Terug

2018_CBS_07537 - Omgevingsvergunning - OMV_2018076862. Molenstraat 78-80. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 31/08/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_07537 - Omgevingsvergunning - OMV_2018076862. Molenstraat 78-80. District Antwerpen - Goedkeuring 2018_CBS_07537 - Omgevingsvergunning - OMV_2018076862. Molenstraat 78-80. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

2 juli 2018

24 juli 2018

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius

2 juli 2018

10 juli 2018

Voorwaardelijk gunstig

FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart

2 juli 2018

Geen tijdig advies ontvangen

Geen tijdig advies ontvangen waardoor aan de adviesvereiste kan worden voorbijgegaan

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

DL adresbeheer (huisnummers)

2 juli 2018

5 juli 2018

stadsontwikkeling/ mobiliteit

2 juli 2018

6 juli 2018

stadsontwikkeling/ geacht vergund

2 juli 2018

6 juli 2018

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

         De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
    De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 15 breedte van een looppad: de versmalling van het looppad ter hoogte van de lift op het gelijkvloers is slechts 78 centimeter waar minstens 90 centimeter vereist is, de breedte van de nieuwe toegangsdeur van de nieuwe penthouse op niveau 4 bedraagt 82 centimeter waar minstens 90 centimeter vereist is;
  • artikel 25 vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast deur: de toegangsdeuren van het appartement op het gelijkvloers en het appartement op de vierde verdieping voldoet niet aan dit artikel.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
    De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
    De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
    • artikel 26: afvalverzameling:
      er is geen afvalverzameling voorzien of niet benoemd als afvalberging op het plan van minimum 5 m² waar dit vereist is;
    • artikel 29: fietsstalplaatsen of fietsparkeerplaatsen:
      de fietsstalplaats in de kelder is niet via een fietsgoot bereikbaar waar dat dit vereist is. (lift is niet groot genoeg voor een fiets);
    • artikel 30: autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
      er zijn geen extra parkeerplaatsen voorzien voor de twee bijkomende woongelegenheden waar dit vereist is;
    • artikel 34 stabiliteit en scheidingsmuren:
      het gedeelte van de scheidingsmuur ter hoogte van de rechterbuur heeft geen opstand van minimaal 30 centimeter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Vanuit het oogpunt van comfort en hygiëne voor de bewoners van het gebouw kan geen afwijkingen toegestaan worden op het artikel 26 dat een gemeenschappelijke afvalberging oplegt. Zulke ruimte kan, mits een goede verluchting, voorzien worden in de kelder. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.

Volgens de plannen wordt de verhoogde scheidingsmuur op de perceelsgrens niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. De minimale opstand die in dit artikel wordt gevraagd, is noodzakelijk om brandoverslag te voorkomen. Aangezien het advies van de brandweer reeds strikte voorwaarden bevat over de minimale brandreactie van de dakafwerking kan een afwijking van dit artikel bekomen worden op basis van artikel 3 van de bouwcode.

De aanvraag voldoet niet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, maar gezien de beperkte afwijkingen, kan de stedenbouwkundige vergunning toch worden verleend mits de in voorwaarde opgelegde aanpassingen integraal worden uitgevoerd.

Functionele inpasbaarheid

De Molenstraat wordt gekenmerkt door één- en meergezinswoningen in gesloten bebouwing. De bestaande meergezinswoning behoudt zijn functie en is inpasbaar in de omgeving.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

Uit het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit:

“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal appartementen.

Op het gelijkvloers komt een appartement bij en ook de dakverdieping wordt ingericht als appartement.

-       1 appartement < 60m² met parkeernorm 1.05 à 1 x 1.05 = 1.05

-       1 appartement > 90m² met parkeernorm 1.35 à 1 x 1.35 = 1.35

De werkelijke parkeerbehoefte is 2.”

De plannen voorzien in 0 bijkomende nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

“De 4 bestaande parkeerplaatsen blijven behouden maar er komen geen parkeerplaatsen bij.”

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden: De bestaande voorgevel bestaat uit 4 garagepoorten en een inkomhal. Dit is reeds het maximaal mogelijke parkeerplaatsen gezien de beperkte afmetingen van het perceel.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 0 = 2.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 15 december 2014. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.

Aangezien het project niet kan voorzien in voldoende parkeerplaats voor auto’s, is minstens een goede oplossing noodzakelijk voor de fietsstalplaatsen van de bewoners.

In de bestaande toestand heeft elke woning een ruime gelijkvloerse berging met mogelijkheid om fietsen te stallen. Deze individuele bergingen worden deels omgevormd naar een bijkomende woning en deels naar een gemeenschappelijke fietsenberging. Ook in de kelder wordt een bijkomende fietsenberging voorzien. Op deze manier worden goede stalmogelijkheden voor fietsen gegarandeerd. De voorgestelde fietsenbergingen zijn opgebouwd uit een mix van een ophangsysteem en gewone fietsenrekken, zodat er voldoende flexibiliteit is om om te gaan met verschillende fietsmodellen.

Voor de 2 bijkomende appartementen moeten er 6 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-       1 appartement met 1 slaapkamer = 1 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 2

-       1 appartement met 3 slaapkamers = 1 x 4 (3 slaapkamers + 1 extra) = 4

Voor de 12 bestaande studio-appartementen moeten er 24 stalplaatsen voorzien worden.

-       12 appartementen met 1 slaapkamer = 12 x 2 = 24

Op het gelijkvloers wordt er een fietsenberging voorzien voor 31 fietsen. Niet achter elke fiets is er minstens 1,70 meter vrije ruimte. Er wordt echter geoordeeld dat de ruimte voldoende groot is om 30 fietsen te plaatsen op een kwalitatieve manier. Hiermee wordt voldaan aan het verwachte aantal fietsen voor de bewoners.

Extra niet-noodzakelijke fietsstallingen in de kelder en in de individuele garageboxen voldoen niet aan de eisen van een goede bereikbaarheid, maar zorgen voor bijkomende flexibiliteit voor de bewoners. De algemene oplossing voor de fietsvoorzieningen wordt gunstig beoordeeld.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheidVanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Door het uitbreiden van het woonprogramma met 2 woonentiteiten wordt de draagkracht van de site niet overschreden. Het voorgestelde project komt inzake het aantal bouwlagen en dakvorm overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving.

Visueel-vormelijke elementen

De voorgestelde materialisatie van de daklaag in grijze gevelleien en zwart buitenschrijnwerk komt overeen met de dakafwerking van het aanpalende gebouw en is dus visueel inpasbaar in het straatbeeld.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet het project aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

Advies aan het college

Stedenbouwkundige handelingen

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  2. Een gemeenschappelijke afgescheiden ruimte voor afvalverzameling te voorzien van minimaal 5 vierkante meter;
  3. de versmalling van de gelijkvloerse doorgang ter hoogte van de liftschacht aan te passen zodat overal een minimale gangbreedte van 90 centimeter gegarandeerd wordt;
  4. de toegangsdeur van het dakappartement uit te voeren met een minimale breedte van 90 centimeter;
  5. de toegangsdeur van het dakappartement uit te voeren met minstens 50 centimeter opstelruimte aan de krukzijde van de deur, conform artikel 25 van de verordening toegankelijkheid;
  6. de toegangsdeur van het gelijkvloers appartement uit te voeren met minstens 50 centimeter opstelruimte aan de krukzijde van de deur, conform artikel 25 van de verordening toegankelijkheid;
  7. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

25 juni 2018

Volledig- en ontvankelijk

2 juli 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

31 augustus 2018

Verslag GOA

14 augustus 2018

naam GOA

Brenda Dierckx

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

Bespreking van de bezwaren

  1. Bouwdiepte en inkijk op terras: De bezwaarindieners geven aan dat de uitbreiding en het terras van het nieuwe appartement dieper wordt gebouwd. Op die manier ontstaat er inkijk in de living en terras van de bezwaarindieners.
    Beoordeling: De uitbreiding van het dakappartement sluit aan op het profiel van de bezwaarindieners. De nieuwe terrassen voldoen aan de bepalingen van het burgerlijk wetboek op vlak van de lichten en zichten en nemen de vereiste afstand tot de perceelsgrenzen. Hierdoor is de impact van de uitbreiding op de privacy van de aanpalenden niet buiten proportie te noemen. Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.
  2. Akoestische overlast: De bezwaarindieners geven aan zowel hun appartement als het nieuwe appartement zullen afgewerkt worden in houtskelet. Zij vrezen akoestische overlast tussen beide appartementen wanneer onvoldoende isolatiemateriaal zal gebruikt worden.
    Beoordeling: Het gebruik van de hoeveelheid isolatiemateriaal is een technisch aspect tijdens de uitvoering van de werken en maakt geen deel uit van de beoordeling van de aanvraag. Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer :

OMV_2018076862

Gegevens van de aanvrager:

Herbots & Andries met als adres Hertendreef 49 te 2900 Schoten

Ligging van het project:

Molenstraat_AN 78-80 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10 sectie K nr. 1522B15

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een appartementsgebouw en uitbreiden met twee woongelegenheden (totaal 14 woongelegenheden na verbouwing)

Omschrijving aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • 22 juli 1949: vergunning (18 # 25843) voor het maken van een inrijpoort
  • 4 oktober 1935: vergunning (18 # 3560) voor gevel – en binnenveranderingen

Laatst vergunde en bestaande toestand

  • appartementsgebouw van vier bouwlagen onder plat dak;
  • gelijkvloers vier garages en bergingen;
  • eerste, tweede en derde verdieping telkens 4 appartementen.

Inhoud van de aanvraag

  • verbouwen en uitbreiden van een appartementsgebouw;
  • het intern verbouwen van de bestaande appartementen;
  • het intern verwijderen van enkele muren binnen de appartementen;
  • het bijvoegen van een vijfde bouwlaag, een volume op het dak niveau;
  • het toevoegen van twee appartementen, één op het gelijkvloers, één in de nieuwe bouwlaag (14 appartementen in totaal na verbouwing).

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

  • de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt; 
  • het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven;
  2. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  3. een gemeenschappelijke afgescheiden ruimte voor afvalverzameling te voorzien van minimaal 5 vierkante meter;
  4. de versmalling van de gelijkvloerse doorgang ter hoogte van de liftschacht aan te passen zodat overal een minimale gangbreedte van 90 centimeter gegarandeerd wordt;
  5. de toegangsdeur van het dakappartement uit te voeren met een minimale breedte van 90 centimeter;
  6. de toegangsdeur van het dakappartement uit te voeren met minstens 50 centimeter opstelruimte aan de krukzijde van de deur, conform artikel 25 van de verordening toegankelijkheid;
  7. de toegangsdeur van het gelijkvloers appartement uit te voeren met minstens 50 centimeter opstelruimte aan de krukzijde van de deur, conform artikel 25 van de verordening toegankelijkheid;
  8. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.