Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
23 juli 2018 |
22 augustus 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius |
23 juli 2018 |
24 juli 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
23 juli 2018 |
7 augustus 2018 |
stadsontwikkeling/ team stadsbouwmeester - welstandscommissie |
23 juli 2018 |
23 juli 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
23 juli 2018 |
26 juli 2018 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
23 juli 2018 |
6 augustus 2018 |
Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam |
23 juli 2018 |
23 juli 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in volgende zones: artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad op volgende punten:
- Artikel 2.1.2 Harmonieregel en referentiebeeld:
het referentiekader is in deze samengesteld door een huizenrij van 5 neo-classistische lijstgevels van 4 hoge bouwlagen onder een geprononceerde kroonlijst. Een opbouw van 5 lage bouwlagen kan niet kenmerkend genoemd worden binnen het referentiekader. De gevelopbouw en gevelritmiek zijn dus niet in harmonie met de omgeving, wat in strijd is met dit voorschrift;
- Artikel 2.1.6 Gevelopbouw en gevelgeleding:
de gevelopbouw en gevelgeleding zijn niet in harmonie met het referentiebeeld;
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Artikel 6 Harmonie en draagkracht:
om aan het vooropgestelde programma van 5 appartementen binnen het maximaal toelaatbaar volume te geraken, wordt sterk ingeboet op woonkwaliteit en gebruiksgenot. De hoogte van de bouwlagen, de oppervlakte en de vrije hoogte van de woningen, de oppervlakte en bereikbaarheid van de fietsenberging zijn ontoereikend of herleid tot het absolute minimum om aan de voorschriften te voldoen. De draagkracht van het perceel wordt overschreden en gevelopbouw en gevelritmiek zijn niet in harmonie met de omgeving;
- Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
Er worden in de kelder 12 fietsstalplaatsen voorzien. De oppervlakte van de fietsenberging bedraagt 16 m2, waar die minstens 18 m2 moet zijn;
- Artikel 43 Septische putten:
de voorziene septische put heeft een inhoud van 3500l, waar die minstens een houd moet hebben van 3725l.
Sectorale wetgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Parkeerparagraaf
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van 5 appartementen. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 autostaanplaats / appartement. De werkelijke parkeerbehoefte is 5. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. ‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van 5,50 m, wat minder is dan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten'. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 5 – 3 = 2. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5 – 0 = 5. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 3 parkeerplaatsen. Het aantal parkeerplaatsen van de geacht vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 3. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 5 – 3 = 2. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen. |
Fietsparkeerplaatsen en fietsvoorzieningen
De oppervlakte van de fietsenberging is strijdig met de voorschriften van de bouwcode. De stedelijke dienst mobiliteit geeft een voorwaardelijk gunstig advies met volgende motivatie:
Er wordt een fietsenstalling voorzien in de kelder, bereikbaar via trap met fietsgoot. De afmetingen die in de fietsenstalling worden gehanteerd kunnen enkel toepasbaar zijn op een ‘hoog-laag’ fietsparkeersysteem. Dit moet ook zo worden in getekend op plan.
Voor minder mobiele bewoners is het aangeraden ook een plaats voor fietsen te voorzien op het gelijkvloers.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag heeft betrekking op een enkelhuis van vier bouwlagen en drie traveeën onder dak. Men wenst het pand te slopen en te vervangen door een nieuwbouw van vijf bouwlagen. Gezien de ligging volgens het RUP binnenstad in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde wordt uitgegaan van de wenselijkheid van behoud. Indien het ontbreekt aan erfgoedwaarde kan een sloop overwogen worden.
Het behoud van het volume en de buitenarchitectuur wordt vooropgesteld gelet op het behoud van het globale stadslandschap, en meer bepaald de Zuidwijk. Vervanging is enkel mogelijk indien het nieuwe gebouw zich zowel op vlak van schaal, korrel, volume en materialen inpast in de bestaande straatwand. Het pand maakt deel uit van een reeks van vier sobere enkelhuizen met een kenmerkende traveegeleding.
De voorgestelde architecturale uitwerking en het volume zijn niet-in harmonie met het referentiebeeld en ondersteunen de straatwand en het stadslandschap niet. Vanuit oogpunt monumentenzorg wordt deze aanvraag dan ook ongunstig geadviseerd.
Visueel-vormelijke elementen
Het bestaande pand, inclusief het achterhuis worden gesloopt. Het bestaande volume bestaat uit 4 bouwlagen en dak. Het nieuwbouwvolume wordt gerealiseerd binnen het gabarit van beide aanpalenden. Door het beperken van de plafondhoogtes op de verdiepingen tot de minimale vrije hoogte, wordt binnen het bestaande gabarit een nieuw volume van 5 bouwlagen en daklaag gerealiseerd.
De vooropgestelde 5 bouwlagen binnen de bestaande kroonlijsthoogte resulteren in een te dens ontwerp dat de gevelritmiek en gelaagdheid van de straat verstoort. Een afwijkend voorstel zou evenwel de schaal en gelaagdheid van de straat tot uitgangspunt moeten hebben.
Functionele inpasbaarheid
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Om aan het vooropgestelde programma van 5 appartementen binnen het maximaal toelaatbaar volume te geraken, wordt sterk ingeboet op woonkwaliteit en gebruiksgenot. De hoogte van de bouwlagen, de oppervlakte en de vrije hoogte van de woningen, de oppervlakte en bereikbaarheid van de fietsenberging zijn ontoereikend of herleid tot het absolute minimum om aan de voorschriften te voldoen.
De draagkracht van het perceel wordt overschreden en het pand voldoet niet aan de (woon)kwaliteit en de welstandseisen die anno 2018 in de historische binnenstad aan een nieuwbouwproject worden gesteld.
De aanpassingen dien nodig zijn om tegemoet te komen aan bovengenoemde knelpunten, wijzigingen het ontwerp op essentiële punten, waardoor deze niet in voorwaarde kunnen worden opgenomen.
Bodemreliëf
Gezien de beperkte oppervlakte van het bouwperceel en de beperkte ingreep in de bodem wordt de bouwheer vrijgesteld van de opmaak van een archeologienota volgens art. 5.4.1. van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.
Het bouwproject bevindt zich anderzijds in de historische binnenstad, meer bepaald binnen de grenzen van de derde stadsuitbreiding van 1295-1314. Bij ingrepen in de bodem blijft de kans groot dat archeologische vondsten worden aangesneden en dienen werfcontroles toegelaten te worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
4 juli 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
23 juli 2018 |
Start openbaar onderzoek |
30 juli 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
28 augustus 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
5 november 2018 |
Verslag GOA |
9 oktober 2018 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
30 juli 2018 |
28 augustus 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018064973 |
Gegevens van de aanvrager: |
FIDES INVEST met als adres Van Eycklei 1 bus 6 te 2018 Antwerpen (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Scheldestraat 3 te 2000 Antwerpen (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 4 sectie D nr. 3488R5 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
nieuwbouw van 5 appartementen na sloop |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst uitgevoerde vergunning
Geacht vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag:
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist om de omgevingsvergunning te weigeren.