Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
5 september 2018 |
21 september 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijking van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van artikel 21 van de bouwcode inzake de minimale plafondhoogte in verblijfsruimten. Volgens de snede in de aangevraagde plannen bevindt zich een speelkamer in de kelder in een ruimte die een plafondhoogte heeft van slechts 2 meter. Deze plafondhoogte is onvoldoende. Het grondplan van de kelder beschrijft deze ruimte echter als bergruimte. Er is dus onduidelijkheid over de functie van deze ruimte. In voorwaarde bij de vergunning wordt opgelegd om de kelder niet te bestemmen als verblijfsruimte.
Functionele inpasbaarheid
De Belgiëlei wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door één - en meergezinswoningen in gesloten bebouwing. De bestaande eengezinswoning blijft behouden en is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Het voorgestelde project komt inzake het aantal bouwlagen en de bouwdiepte overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving. De geplande uitbreidingswerken aan de achtergevel zijn niet storend voor de omgeving. Door de tuinzone opnieuw open en groen te maken wordt de woonkwaliteit sterk verhoogd.
Visueel-vormelijke elementen
De aanpassingen aan de achtergevel volgen uit de herinrichting van het pand. Het beoogde materiaalgebruik (witte bepleistering met witte aluminium ramen) en raamopeningen voor de achtergevel zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Cultuurhistorische aspecten
Vermits de werken gesitueerd zijn in een pand dat is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, moet de impact van de aanvraag op de erfgoedwaarde van de in de aanvraag betrokken constructies en de omgeving beoordeeld worden en staat de wenselijkheid van behoud voorop. In dat kader werd volgend advies verleend door de stedelijke dienst monumentenzorg:
“Inleiding
Het pand is vastgesteld als bouwkundig erfgoed sinds 14/09/2009.
Art. 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Bovendien schrijft art. 5§2 voor dat de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie moet bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat de stedelijke dienst monumentenzorg deze kan afwegen. Het voorstel voldoet hieraan.
Beoordeling
A. Cultuurhistorische waardestelling
De aanvraag heeft betrekking op een neoclassicistisch burgerhuis van drie traveeën en drie bouwlagen, uit tweede helft 19e eeuw. Beraapte lijstgevel met centraal balkon op zware consoles. Gevelbeëindiging met panelenfries en gekorniste kroonlijst op gekoppelde, langgerekte consoles. Begane grond met doorlopende banden, brede puilijst, borstwering van derde bouwl. met versierde panelen. Rechth. vensters in geriemde omlijsting met oren, op derde verdieping met sluitsteen. Rechthoekige deur in rechtse travee.
Het object/ complex is beeldbepalend. Een object/complex is beeldbepalend wanneer voor het exterieur de stedenbouwkundige, architecturale of esthetische waarde hoog zijn. Bebouwing die de uitstraling van het plangebied bepaalt. Vanuit architecturaal oogpunt kan ze als representatief beschouwd worden voor de omgeving en vertoont ze een stedenbouwkundige samenhang met de ontstaansgeschiedenis van de wijken en verkavelingen. De architectuur binnen deze categorie wordt gekenmerkt door een hoge context- en ensemblewaarde en maakt vaak deel uit van gehelen. Ook waardevolle architectuur waarvan het oorspronkelijke ontwerp door aanpassingen werd aangetast maar waarvan het initiële idee nog leesbaar is behoort tot deze categorie.
B. Afweging
Men wenst het zwembad te slopen om zo opnieuw een tuin te creëren met verbinding naar de kelderruimte.
Er wordt in de traphal een huislift geplaatst. Achteraan de woning wordt een veranda geplaatst. De tussenverdieping wordt vanaf de eerste verdieping plaatselijk verbreed. Er gebeuren een aantal interne wijzigingen en het buitenschrijnwerk in de voorgevel wordt vervangen door wit aluminium schrijnwerk (de informatie op de plannen en in de nota spreken elkaar tegen).
De geplande werken hebben slechts beperkte impact op de erfgoedwaarde. Tijdens een vorige verbouwingscampagne werden er intern reeds ingrepen uitgevoerd die deels de kenmerkende opbouw van het burgerhuis verstoorden. De voorgevel is door zijn opbouw en ornamentiek nog wel een kenmerkend voorbeeld voor neoclassicistische burgerhuizen in de 19e eeuwse gordel rond Antwerpen. Het nieuwe aluminium schrijnwerk werkt dan ook door zowel zijn materialisatie als indeling storend voor de beeldbepalende lijstgevel. Als voorwaarde zal opgelegd worden dat het nieuwe buitenschrijnwerk in de voorgevel moet voorzien worden in hout, met een t-verdeling. Onze dienst beschikt over typedetails. Detailtekeningen dienen voorgelegd te worden aan onze dienst voor plaatsing. Ook de voordeur dient in hout te worden uitgevoerd en een aangepaste vormgeving te krijgen die de architecturale waarde van de voorgevel versterkt in plaats van er afbreuk aan te doen.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de aandachtspunten van de dienst monumentenzorg integraal bijgetreden en opgenomen als voorwaarden bij de vergunning.
Bodemreliëf
Het overdekt zwembad in de achtertuin wordt verwijderd en de tuin wordt hersteld als buitenruimte op volle grond. Dit komt sterk ten goede aan de natuurlijke infiltratie van regenwater op het perceel.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De woning voldoet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
16 augustus 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
5 september 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
4 november 2018 |
Verslag GOA |
15 oktober 2018 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018090612 |
Gegevens van de aanvrager: |
mevrouw Malle Raizy Berger met als adres Consciencestraat 5 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Belgiëlei 154 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 6 sectie F nr. 1346K4 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 18/07/2014: vergunning (3582#4141) voor regularisatie van een eengezinswoning.
Laatst vergunde toestand
- neoclassicistisch burgerhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak.
Bestaande toestand
- idem laatst vergunde toestand.
Inhoud van de aanvraag
- supprimeren van het overdekte zwembadvolume om de tuinzone opnieuw open te maken;
- voorzien van een gelijkvloerse uitbreiding met een nieuwe bouwdiepte van 19 meter;
- verhogen van zowel linker als rechter scheimuur ter hoogte van de uitbreiding;
- uitbreiden van het badkamervolume op de eerste verdieping;
- voorzien van een nieuwe uitbreiding aansluitend op de rechter buur op de tweede verdieping;
- aanpassen van de achtergevel aan de nieuwe interne indeling;
- de uitbreidingen worden uitgevoerd in een lichte gevelbepleistering en aluminium buitenschrijnwerk;
- de voorgevel blijft ongewijzigd behoudens het vervangen van het buitenschrijnwerk naar witte houten ramen.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.