Terug

2018_CBS_09240 - Omgevingsvergunning - OMV_2018097041. Kaasbrug 3-5. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/10/2018 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_09240 - Omgevingsvergunning - OMV_2018097041. Kaasbrug 3-5. District Antwerpen - Goedkeuring 2018_CBS_09240 - Omgevingsvergunning - OMV_2018097041. Kaasbrug 3-5. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

30 augustus 2018

27 september 2018

Voorwaardelijk gunstig


Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ mobiliteit

30 augustus 2018

10 september 2018

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

30 augustus 2018

10 september 2018

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

30 augustus 2018

10 september 2018


Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in volgende zones: zone voor overdruk - detailhandel - dh en artikel  1:   zone voor wonen - (wo1).

Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

          De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-        Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-        Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-        Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 26 afvalverzameling:

functies anders dan wonen, dienen een afgescheiden ruimte voor afvalberging te hebben die voorzien wordt van verluchting en minimaal 4 vierkante meter groot is. Dit is bij de aanvraag niet voorzien;

Sectorale wetgeving

-        MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt

geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-        Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-        Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De nieuwe functie op begane grond is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening en past tussen de aanwezige functies die hier verweven zijn met het wonen. Ook de dienst business en innovatie adviseert de functiewijziging gunstig:

“Gunstig advies met betrekking tot de omvorming van een gelijkvloers woonruimte naar een gelijkvloers dienstverlening (kapsalon). Deze functiewijziging ligt in de lijn van de andere panden in de omgeving, waar gelijkvloers op heel wat plaatsen een commerciële, publiekstrekkende functie gevestigd is.”

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging naar een kapper.

Voor een kapper moeten geen eigen parkeerplaatsen voorzien worden. Deze functie is gericht op de buurt.

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit aantal is toereikend.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.


Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De werken bevinden zich binnen een vergund volume, enkel op begane grond.

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De werken zijn gesitueerd in een zone die volgens het gewestplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. In CHE-gebied en voor panden opgenomen in de inventaris wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud.  Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

De dienst monumentenzorg adviseert het volgende:

“…De aanvraag heeft betrekking op een lijstgevel van vier traveeën en vier bouwlagen onder zadeldak gescheiden door een kroonlijst op klossen.

Het object/ complex is beeldondersteunend. Een object/complex is beeldondersteunend wanneer voor het exterieur de stedenbouwkundige of architecturale waarde hoog is.

De aangevraagde wijzigingen doen geen afbreuk aan de waardevolle omgeving en de erfgoedwaarde van het pand.

Door de gevel inclusief de kroonlijst in een witte kleur te schilderen, zal beeldondersteunend karakter van de gevel opnieuw versterkt worden. De houten bekleding van het gelijkvloers is dan weer a-typisch en dient uitgesloten uit de vergunning. Het is jammer dat men deze vergunningsaanvraag niet gebruikt heeft om het onevenwicht tussen boven- en benedenbouw te herstellen door venster –en deuropeningen te verhogen naar analogie met het linkerbuurpand. Het is niet duidelijk of het bestaande pvc-schrijnwerk wordt vervangen door ander donkerkleurig pvc-schrijnwerk of dit enkel wordt overschilderd. Indien het vervangen wordt, dient het ingevuld met correct geprofileerd geschilderd houten schrijnwerk. Typedetails kunnen bekomen worden bij de stedelijke dienst monumentenzorg. Voor de uitvoering van de werkzaamheden kan er mogelijk beroep gedaan worden op de handelspandenpremie. …”

Het belang en behoud van de beeldwaarde dient ook vanuit stedenbouwkundig oogpunt opgevolgd worden. De legende duidt op de nieuwe toestand zowel een lichte (vergunde) als donkere (huidige) kleur aan. Een donkere kleur is niet mogelijk. Niet enkel omwille van de beeldkwaliteit maar ook omwille van de stedelijke opwarming. Een donkere kleur zorgt naast het sombere uiterlijk ook voor een verhoging van de stedelijke temperaturen.

In voorwaarde zal dan opgelegd worden dat de gevel en kroonlijst wit geschilderd moeten worden.

Ook kan de beoordeling over het houten materiaal bijgetreden worden. Hout is geen stedelijk materiaal en is vaak onderhevig aan veroudering indien niet consequent onderhouden. Bovendien is dit ook niet kenmerkend in zijn omgeving.

Als voorwaarde wordt opgelegd om de gevel op het gelijkvloers ook te bepleisteren met onderaan een blauwe hardstenen plint tegen beschadigingen. Deze plint is minstens 30 cm, maar kan hoger zijn.

Het pvc schrijnwerk is niet vergund. 

Het pvc schrijnwerk is komt niet in aanmerking voor een gunstig advies en zal van de vergunning worden uitgesloten.


Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De kapperszaak voldoen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  2. de gelijkvloerse gevelpui eveneens af te werken met een bepleistering en een blauwe hardstenen plint onderaan van minstens 30 cm hoog;
  3. het pand inclusief de kroonlijst wit schilderen;

Uitsluiting

1.     het pvc schrijnwerk op de verdiepingen wordt uitgesloten van vergunning

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 augustus 2018

Volledig- en ontvankelijk

30 augustus 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

29 oktober 2018

Verslag GOA

15 oktober 2018

naam GOA

Helia Dezhpoor

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer:

OMV_2018097041

Gegevens van de aanvrager:

BVBA ANDROGYN met als adres Kaasbrug 3-5 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Kaasbrug 3-5 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 2 sectie B nrs. 593D en 595B

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

wijzigen van de functie van gelijkvloers appartement naar kapsalon (dienstverlening)

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-        06/02/2015: vergunning (20142821) Regulariseren van een meergezinswoning;

-        30/03/2013: vergunning (2012418)  regulariseren van de verbouwing van een appartementsgebouw;

-        14/12/2012: vergunning (20127013) verbouwen van een gelijkvloers appartement.

Laatst vergunde toestand

-        Idem bestaande;

Bestaande toestand

-        een pand bestaande uit vier bouwlagen onder een zadeldak;

-        het pand is ingedeeld  met 4 wooneenheden.

Inhoud van de aanvraag

-        omvormen van gelijkvloers appartement naar kapsalon;

-        een aanpassing van ramen naar raamdeuren;

-        wijzigen van het buitenschrijnwerk in donkerkleurige PVC;

-        de voorgevel op het gelijkvloers wordt voorzien van houten bekleding;

-        het bovenliggende gedeelte wordt geschilderd conform de voorwaarde van de laatst vergunde toestand  (lichte kleurstelling);

-        de bovenliggende verdiepingen maken geen deel uit van de aanvraag.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  2. de gelijkvloerse gevelpui eveneens af te werken met een bepleistering en een blauwe hardstenen plint onderaan van minstens 30 cm hoog;
  3. het pand inclusief de kroonlijst wit schilderen;
  4. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.

Uitsluiting

1.     het pvc schrijnwerk op de verdiepingen wordt uitgesloten van vergunning

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.