Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale wetgeving
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er werden in de aanvraag geen afwijkingen geconstateerd waarover werd geoordeeld dat aan het college dient geadviseerd te worden ze te bekrachtigen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt louter de verbouwing en uitbreiding van een bestaande eengezinswoning en gelet op de ligging daarvan in een ontwikkeld woongebied is er sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De geplande bouwdieptes en –hoogtes, 15,27 m gelijkvloers en deels tot 13 m op de eerste verdieping, zijn algemeen aanvaardbare maten voor dit type van bebouwing. De volumetrie respecteert de bebouwing in de omgeving en zorgt niet voor onaanvaardbare schaduwwerking in de aanpalende panden. Ook de gehanteerde hoogtes van 3,50 en 6,30 m zijn doorgaans gebruikte maatvoeringen. Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De te hanteren materialen, rode dakpannen, grijze sierpleister en lichtgroene houten ramen, zijn in hun geheel aanvaardbaar in het straatbeeld en zijn ingepast in de gebouwde omgeving, gelet op het feit dat de meerderheid van deze materialen reeds voorkomen in de omringende buurt. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is gunstig.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
17 augustus 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
5 september 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
4 november 2018 |
Verslag GOA |
15 oktober 2018 |
naam GOA |
Martijn Coppoolse |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
1 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
Beoordeling:
Indien vermelde bewering correct zou zijn, hetgeen moeilijk kan gecontroleerd worden, dan is er nog steeds sprake van voortschrijdend inzicht en in de tijd veranderende stedenbouwkundige visies. Zoals in het bezwaarschrift eveneens wordt aangehaald dient vooral het naburige pand als referentie te worden gehanteerd waardoor het verplicht uitlijnen met de andere panden in de straat geen expliciete voorkeur geniet. In de onmiddellijke nabijheid zijn 3 à 4 verschillende inplantingen qua voorgevel aanwezig waardoor er geen voorbehoud is bij het effectieve behoud van de huidige inplanting. Bijkomend dient vermeld te worden dat nagenoeg alle gebouwen in de onmiddellijke omgeving over 2 bouwlagen onder hellend dak beschikken en dat huisnummers 53 en 55, met enkel een gelijkvloers, hierop een uitzondering vormen. Er is geen enkele reden om deze schaalvergroting in de hoogte niet toe te laten en het gebouw daardoor meer in overeenstemming te krijgen met het overheersende straatbeeld. Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling:
Het klopt inderdaad dat een groot deel van de naburige panden niet over vermelde bouwdiepte beschikt maar bouwdieptes van 13 en zelfs 15 m komen in de iets ruimere omgeving wel voor, zelfs inclusief de derde bouwlaag. Bijkomend is voorgestelde bouwdiepte een in de regel gehanteerde maat voor dit type van bebouwing in algemene gevallen en het feit dat hier in een beperkte perimeter nog geen bebouwing met deze afmeting voorkomt is geen alibi om geen principiële schaalvergroting toe te laten. Het bezwaar is ongegrond.
Bijkomend zorgt het grote raam in de achtergevel op de eerste verdieping, los van het feit dat het zich op meer dan 1,90 m van de perceelgrens bevindt, voor ontoelaatbare inkijk in het grootste deel van de naburige tuin. Ten slotte kan het vermoeden ontstaan dat omwille van het plaatsen van een schuifraam tot op vloerniveau en het ontbreken van een balustrade dat het aan de perceelgrens aanpalende dak als terras zal gehanteerd worden, hetgeen geheel indruist tegen de wetgeving inzake privacy.
Beoordeling:
Wegname van licht is tot in bepaalde mate een logisch en aanvaardbaar nadeel van het wonen in een dergelijke verstedelijkte omgeving; het vaststaand feit van de oriëntatie van de tuin is hier bijkomend uiteraard eigen aan. Bovendien is de tuin van bezwaarindiener nog voldoende groot om een behoorlijk gebruik met zonlichtinval te garanderen.
Het voorzien van een hellend dak bovenop de tweede bouwlaag zorgt omwille van de dakhelling nauwelijks voor bijkomende schaduwwerking in de tuinzone, die hier bovendien voldoende ver vandaan gesitueerd is. Het voorzien van het hellende dak zorgt bovendien voor een betere visuele integratie van het gebouw in het straatbeeld, dat in de onmiddellijke omgeving louter uit gebouwen met een hellend dak bestaat.
Inzake de mogelijke aanleg van een dakterras op het aangrenzende platte dak, dient de vergunningverlenende overheid zich uitsluitend te baseren op de aangeleverde informatie en niet uit te gaan van veronderstellingen of hypothesen. Er kan omwille van inkijk en de specifieke situatie met de vorm van de tuinen echter wel geoordeeld worden dat er sprake is van onaanvaardbare vermindering van privacy naar het buurperceel toe vanuit de achterste slaapkamer op de eerste verdieping. Er zal bijgevolg dan ook in de voorwaarden van een eventuele vergunning worden opgenomen het raam in de zijgevel van de slaapkamer te voorzien, zoals in rood aangeduid op de plannen. Het bezwaar is deels gegrond.
Beoordeling:
De correcte constructieve uitvoering van de werken is de uitsluitende verantwoordelijkheid van enerzijds de uitvoerende aannemer en anderzijds de bevoegde architect maar maakt geen onderdeel uit van de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag. Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling:
Het eigendomsrecht van de scheidsmuren in kwestie en het al dan niet hanteren ervan bij verbouwings- en uitbreidingswerken maakt onderdeel uit van een burgerrechtelijke kwestie doch is niet onderhevig aan een ruimtelijke beoordeling.
Het bezwaar is ongegrond.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018099144 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Marouane Siyahya met als adres boerendijk 53 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Boerendijk 53 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 35 sectie F nr. 51F |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen en uitbreiden van eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 18/03/1957: vergunning (803#7226) voor het bouwen van een bergplaats met duivenhok;
- 08/05/1963: vergunning (803#1056) voor het bouwen van een bergplaats.
Laatst vergunde toestand
- geen relevante voorgeschiedenis.
Bestaande toestand
- eengezinswoning met voorbouw van één bouwlaag onder hellend dak;
- achterbouw van één bouwlaag onder plat dak;
- de woning staat op een perceel met knik naar links en een deel van de achterbouw van de woning staat in de uitsprong.
Inhoud van de aanvraag
- een woning met één bouwlaag onder hellend dak wordt verbouwd tot woning met twee bouwlagen onder hellend dak;
- bestaande achterbouw met één bouwlaag onder plat dak wordt vervangen door nieuwe achterbouw met twee bouwlagen onder plat dak. De bouwdiepte wordt verminderd en wordt in totaal teruggebracht tot 15,27 m over nagenoeg de gehele terreinbreedte;
- het vrije en onbebouwde pad naast de woning blijft behouden;
- de voor-, achter-, en zijgevel worden afgewerkt met grijze sierpleister;
- de dakbedekking van het hellende dak wordt voorzien in roodoranje dakpannen, het dak heeft dakvlakvensters in voor- en achtergevel;
- de ramen aan de voorgevel worden vervangen door nieuwe houten ramen en worden lichtgroen geschilderd;
- het terras achteraan in de tuin blijft behouden.
Het college sluit zich integraal aan bij:
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.