Overeenkomstig artikel 57,§3,1° van het Gemeentedecreet is het college bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.
Het Rijksmuseum van Oudheden is het nationale archeologiemuseum van Nederland. Het museum werd gesticht in 1818 en beheert collecties van archeologische artefacten afkomstig uit culturen die van grote invloed zijn geweest op onze hedendaagse cultuur. Daarnaast beheert het museum ook de topstukken van de Nederlandse archeologie daterend van de prehistorie tot aan het einde van de middeleeuwen.
Het Rijksmuseum programmeert van 25 april 2019 tot en met 8 september 2019 een tentoontelling met als voorlopige werktitel ‘Aardse paradijzen: middeleeuwse tuinen in oost en west, 1200-1600’. In het kader van deze tentoonstelling vraagt het museum volgende voorwerpen in bruikleen aan de dienst Stadsontwikkeling/Onroerend Erfgoed/Archeologie:
De voorwerpen hebben een gezamenlijke verzekeringswaarde van 600,00 EUR. De bruikleennemer staat in voor de verzekering.
De bruikleen geeft de dienst Stadsontwikkeling/Onroerend Erfgoed/Archeologie de kans om haar activiteiten en collectie een bredere uitstraling te geven.
De dienst Stadsontwikkeling/Onroerend Erfgoed/Archeologie adviseert deze bruikleenaanvraag gunstig mits de gebruikelijke museologische voorwaarden inzake transport, beveiliging en opstelling worden nageleefd. De bruikleengever dient in de tentoonstelling vermeld te worden. De bruikleennemer wordt gevraagd een catalogus
van de tentoonstelling aan de bruikleengever over te maken.
Het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden (Nederland) vraagt voorwerpen uit de collectie van Stadsontwikkeling/Onroerend Erfgoed/Archeologie in bruikleen voor haar tentoonstelling ‘Aardse paradijzen: middeleeuwse tuinen in oost en west, 1200-1600’.
Dit besluit heeft geen financiële gevolgen. De bruikleennemer staat in voor alle kosten verbonden aan de ontlening, inclusief verzekeringen.
Het college besluit de bruikleen van archaeologica aan het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden goed te keuren