Terug

2018_CBS_08352 - Omgevingsvergunning - OMV_2018041766. Binnensingel ZN. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/09/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_08352 - Omgevingsvergunning - OMV_2018041766. Binnensingel ZN. District Berchem - Goedkeuring 2018_CBS_08352 - Omgevingsvergunning - OMV_2018041766. Binnensingel ZN. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

29 augustus 2018

6 september 2018

Voorwaardelijk gunstig

Vlaams gewest, Agentschap Natuur en Bos

25 juni 2018

17 juli 2018

Voorwaardelijk gunstig

Vlaams gewest, Agentschap Wegen en Verkeer Antwerpen

17 mei 2018

14 juni 2018

Voorwaardelijk gunstig

Vlaams gewest, Agentschap Natuur en Bos

17 mei 2018

3 juli 2018

Voorwaardelijk gunstig

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

17 mei 2018

30 mei 2018

Gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

17 mei 2018

12 juni 2018

Voorwaardelijk gunstig


Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

17 mei 2018

29 mei 2018

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

17 mei 2018

1 juni 2018


Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

         De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
    De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
    De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
    De aanvraag is in overeenstemming met de verordening voetgangersverkeer.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
    De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
  • Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden toegevoegd
    De archeologienota (nr. 4898) werd bekrachtigd door het agentschap Onroerend Erfgoed op 27-09-2017.
    Uit het Programma van Maatregelen blijkt dat vanwege ondergrondse resten van de voormalige 19de-eeuwse Grote Omwalling, de zogenaamde Brialmontomwalling, een archeologische begeleiding van de werken moet worden uitgevoerd.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van openbaar park blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende functies langs de Binnensingel.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

de inhoud van de aanvraag geen mobiliteitsimpact.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De werken beperken zich binnen de bestaande grenzen van het park waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.

Visueel-vormelijke elementen

De materialen van de nieuwe parkaanleg en de vormgeving van de nieuwe landschapselementen zijn in overeenstemming met de functie van stedelijk park.

Cultuurhistorische aspecten

Het geplande bouwproject valt binnen de drempelwaarden voor de verplichte opmaak van een archeologienota volgens art. 5.4.1. van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

De archeologienota (nr. 4898) werd op 27 september 2017 ingediend door de stedelijke dienst archeologie en door het agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd.

De bouwheer voegde bij de aanvraag stedenbouwkundige vergunning de bekrachtigde archeologienota toe. Uit het Programma van Maatregelen blijkt dat vanwege ondergrondse resten van de voormalige 19de-eeuwse Grote Omwalling, de zogenaamde Brialmontomwalling, een archeologische begeleiding van de werken moet worden uitgevoerd.

Als voorwaarde bij de vergunning wordt opgelegd dat de bouwheer het Programma van Maatregelen uitvoert zoals opgenomen in de bekrachtigde archeologienota, met name een archeologische begeleiding (ID https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/4898).

Bodemreliëf

Wolvenberg Bis is geschikt als waterbergingsgebied. Parallel aan de Binnensingel wordt een lange ondiepe wadi aangelegd die uitmondt in een eerste waterbuffer. Deze waterbuffer krijgt een permanent nat karakter als ‘broekbos’. De huidige volkstuinen maken plaats voor twee extra bufferbekkens die alleen bij grote pieken vol kunnen lopen en doorgaans dienst doen als park en speelveld. Een gedeelte van de uitgegraven grond uit de buffers wordt gebruikt voor het maken van een speelheuvel nabij de toegangszone aan het kruispunt met de Grotesteenweg. De bodem is hier momenteel verstoord vanwege de sterke verdichting en het heterogene karakter. De overtollige grond komende van de bufferbekkens wordt afgevoerd.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De groendienst adviseert gunstig met de voorwaarde bij de vergunning dat de bestaande bomenrij aan de zijkant van het terrein dient beschermd te worden tijdens de werken.

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de heraanleg van het park aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  • de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  • de bijgevoegde voorwaarden in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer zijn strikt na te leven;
  • de voorwaarden in het advies van het Agentschap Natuur en Bos met referentie 18-209134 zijn strikt na te leven:
    • de vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 18-209134;
    • de te ontbossen oppervlakte bedraagt 1931 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet;
    • de resterende bosoppervlakte moet ALS BOS behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren;
    • de ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage, waarop ook de als bos te behouden zones zijn aangeduid;
    • De compenserende bebossing op het perceel/de percelen ANTWERPEN 21 AFD/BERCHEM 1 AFD/, A, 0159, W/ANTWERPEN 21 AFD/BERCHEM  1 AFD/, A, 0159, E/ANTWERPEN 21 AFD/BERCHEM  1 AFD/, A, 0159, F over een oppervlakte van 3862 m² dient uitgevoerd te worden binnen 2 jaar vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning. De compenserende bebossing zal uitgevoerd worden door de aanvrager van de vergunning. Deze verbindt er zich toe om minstens binnen 30 dagen voordat de compenserende bebossing wordt uitgevoerd dit aan het Agentschap voor Natuur en Bos te melden. Wanneer de compenserende bebossing volledig is uitgevoerd, kan men hiervan een attest bekomen bij de provinciale afdeling van het Agentschap voor Natuur en bos.
  • volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:
    • de bouwheer voert het Programma van Maatregelen uit zoals opgenomen in de bekrachtigde archeologienota, met name een archeologische begeleiding (ID https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/4898);
  • de bestaande bomenrij aan de zijkant van het terrein dient beschermd te worden tijdens de werken volgens onderstaande richtlijnen:
    • In het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom onaanvaardbaar moeten beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
      • het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;
      • graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale  wortelpakket moet verwijderd worden;
      • de boom drastisch te snoeien. ( d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm).
    • Als er werken (zowel  bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden.De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
      • Er is voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er werfhekkens geplaatst die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone even groot is als de diameter van de kroonprojectie  + 2m. In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven,  niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….);
      • Er is niet voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt worden zonder dat er schade berokkend wordt.
    • Om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.
    • Naast de wortelzone moeten ook de stam en de  kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
    • Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de  aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken,  een voldoende hoge kraan voorzien.  Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of … .
    • Bij het aanplanten van een nieuwe boom moeten volgende zaken in acht genomen worden; voor de nieuwe boom een groeiplaats moet voorzien worden die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft om zijn natuurlijke grootte en leeftijd te kunnen halen, en waar  er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte;

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

9 april 2018

Volledig- en ontvankelijk

8 mei 2018

Start 1e openbaar onderzoek

24 mei 2018

Einde 1e openbaar onderzoek

22 juni 2018

Start 2e openbaar onderzoek

29 juni 2018

Einde 2e openbaar onderzoek

28 juli 2018

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

20 oktober 2018

Verslag GOA

12 september 2018

naam GOA

Karel Bauwens

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

24 mei 2018

22 juni 2018

0

0

0

0

29 juni 2018

28 juli 2018

8

0

0

1


Bespreking van de bezwaren

Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.

Er werden 9 bezwaarschriften en/of petitielijsten ingediend, voornamelijk handelend over:

  1. De bekendmaking van de vergunningsaanvraag: Deze werd niet op de desbetreffende locatie aangebracht zodat dit door passanten eerder toevallig werd opgemerkt.
    Beoordeling:
    De aanplakking van het openbaar onderzoek gebeurde aan de rand van de openbare weg ter hoogte van het kruispunt Binnensingel – Grotesteenweg en ter hoogte van de kruising van de Berchembrug en het fietspad langs de Binnensingel. De procedure is correct verlopen. Het bezwaar is ongegrond.
  2. Afwezigheid van groentetuintjes: De hogere overheden, de stad Antwerpen en het district Berchem zetten hard in op het promoten en ontwikkelen van stadslandbouw, samentuinen en volkstuinen in de steden. De site van “Wolvenberg bis“ was meer dan 30 jaar – sinds 1986 – een Volkstuingebied, dit werd gesupprimeerd omwille van voorliggend ontwerp. Er is echter nog genoeg ruimte om een zone voor volkstuinen en/of andere vormen van tuinieren te integreren. Een aantrekkelijke ecologische tuinbiotoop maakt het aangenamer vertoeven in dit park, gelegen vlak naast de ring, en zorgt ook voor meer sociale controle in het park zelf. Daarnaast is er ook hoge nood aan voedselwinning via de korte keten en zouden volkstuinen bijdragen aan een grotere mix van functies in het park
    Beoordeling:
    De volkstuintjes werden behouden in het Masterplan Brialmont. Ze zijn gesupprimeerd in het wolvenberg Bis park, maar worden geherlokaliseerd naar het Prieel park in het zuidoosten van Berchem. Het bezwaar is ongegrond.
  3. Veiligheid: Om het park te bereiken vanuit Oud Berchem moet de gevaarlijke Singel overgestoken worden. Er zijn geen oversteekplaatsen met verkeerslichten voorzien. De voetgangersbrug is er wel, maar voor wie op Wolvenberg bis wil zijn is die omweg te groot. De rechtstreekse toegang vanuit Oud-Berchem naast het De Villegaspark bevindt zich in een bocht, waardoor het snelle verkeer vanaf het Berchem station overstekende mensen te laat ziet. Reeds eerder waren er op die plaats ongelukken. Daarnaast staan er voortdurend grote vrachtwagens geparkeerd langs de Singel aan de zijde van Wolvenberg Bis wat de situatie nog gevaarlijker maakt en het park isoleert van Oud Berchem.
    Beoordeling:
    De hooftoegangen van het park bevinden zich aan het kruispunt met de Grotesteenweg en aan de hellingbaan in het midden van de Berchembrug. Deze verkeersinfrastructuur zorgt voor veilige oversteekplaatsen over de Binnensingel. Voetgangers zijn evenzeer gebonden aan de verkeersregels; het gelijkvloers kruisen van de Binnensingel ter hoogte van het park is verboden, tenzij aan het kruispunt met de Grotesteenweg. Het bezwaar is ongegrond.
  4. Gezondheid: De overkapping van de ring langs het park is technisch moeilijk te verwezenlijken waardoor dit meer tijd zal kosten. Daardoor zal er op korte termijn een overlast blijven van luchtvervuiling en geluidsoverlast. Bijgevolg zijn volkstuinen en een natuurgebied hier op hun plaats, een permanente speelplek en ligweiden niet. Deze zijn reeds voorhanden in het vlakbij gelegen Brilschanspark waar het aangenamer vertoeven is.
    Beoordeling:
    De opzet van het ontwerp voor de heraanleg van het park is een zo breed mogelijke waaier aan functies, landschapselementen en lagen aan te bieden zodat het aantrekkelijk wordt voor zoveel mogelijk doelgroepen. Het park wordt nu reeds aangelegd met het oog op een (mogelijks) toekomstige overkapping van de Ring. Het bezwaar is ongegrond.
  5. Meer bomen: Hoeveel bomen worden er behouden of opnieuw aangeplant? Gelet op de langere hittegolven en een groot speelveld zonder bomen, zijn deze levensnoodzakelijk.
    Beoordeling:
    Het groenplan van het ontwerp werd grondig onderzocht en gecontroleerd door de bevoegde adviesinstanties. De opzet van het plan is zoveel mogelijk van het inheems groen te behouden en het waar mogelijk verder aan te vullen met nieuw inheems groen. Het park zal denser beplant worden dan in zijn bestaande toestand. Het bezwaar is ongegrond.
  6. Te weinig participatie: Voor het project Wolvenberg bis was er geen eerlijk overleg en geen cocreatie van de aanlegplannen met de bevolking. Dit was wel het geval voor het project ‘Over de Ring’.
    Beoordeling:
    Tussen eind 2012 en 2015 gingen op verschillende momenten in totaal zo’n 180 mensen het gesprek aan over Park Brialmont. Dat gebeurde op de volgende momenten:
  • bevraging sporten in het openbaar domein: november 2012 – januari 2013
  • inspraak tijdens Bar Brilschans: 4 augustus 2013
  • observaties ‘Dwars, Nieuwsgierig en Alert’: 23 augustus 2013
  • park Brialmont gesprekstafels: 29 en 31 januari 2015

Verder werd en wordt de buurt doorlopend geïnformeerd en betrokken door onder andere nieuwsbrieven, infotentoonstellingen, georganiseerde natuurwandelingen en online informatie. Dit najaar volgt er nog speciale werfcommunicatie, waar ook weer een speciale touche voor de buurtbewoners aan zal worden gegeven.
Bovenstaande toont aan dat er voldoende participatierondes werden en zullen worden gehouden. Het bezwaar is ongegrond.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer :

OMV_2018041766

Gegevens van de aanvrager:

de heer Hardwin De Wever met als contactadres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen en de heer Niels Vandemoortele met als contactadres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Binnensingel ZN te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 21 sectie A nr. 159W

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

uitwerken van één van de zones Wolvenberg bis uit het Masterplan Brialmont

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • Geen

Laatst vergunde toestand en bestaande toestand

  • park

Inhoud van de aanvraag

  • het uitwerken van één van de zones Wolvenberg bis uit het Masterplan Brialmont;
  • het aanleggen van een waterbergingssysteem;
  • het maken van een speelheuvel;
  • het meer bebossen van Wolvenberg Bis;
  • het ontwikkelen van natuurlijke graslanden en bomenweides;
  • het aanleggen van een padennetwerk;
  • het inrichten van verblijfsplekken met parkobjecten.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

  • de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt ;
  • het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  • de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  • de bijgevoegde voorwaarden in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer zijn strikt na te leven;
  • de voorwaarden in het advies van het Agentschap Natuur en Bos met referentie 18-209134 zijn strikt na te leven:
    • de vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 18-209134;
    • de te ontbossen oppervlakte bedraagt 1931 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet;
    • de resterende bosoppervlakte moet ALS BOS behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren;
    • de ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage, waarop ook de als bos te behouden zones zijn aangeduid;
    • De compenserende bebossing op het perceel/de percelen ANTWERPEN 21 AFD/BERCHEM 1 AFD/, A, 0159, W/ANTWERPEN 21 AFD/BERCHEM  1 AFD/, A, 0159, E/ANTWERPEN 21 AFD/BERCHEM  1 AFD/, A, 0159, F over een oppervlakte van 3862 m² dient uitgevoerd te worden binnen 2 jaar vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning. De compenserende bebossing zal uitgevoerd worden door de aanvrager van de vergunning. Deze verbindt er zich toe om minstens binnen 30 dagen voordat de compenserende bebossing wordt uitgevoerd dit aan het Agentschap voor Natuur en Bos te melden. Wanneer de compenserende bebossing volledig is uitgevoerd, kan men hiervan een attest bekomen bij de provinciale afdeling van het Agentschap voor Natuur en bos.
  • volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:
    • de bouwheer voert het Programma van Maatregelen uit zoals opgenomen in de bekrachtigde archeologienota, met name een archeologische begeleiding (ID https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/4898);
  • de bestaande bomenrij aan de zijkant van het terrein dient beschermd te worden tijdens de werken volgens onderstaande richtlijnen:
    • In het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom onaanvaardbaar moeten beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
      • het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;
      • graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale  wortelpakket moet verwijderd worden;
      • de boom drastisch te snoeien. ( d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm).
    • Als er werken (zowel  bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden.De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
      • Er is voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er werfhekkens geplaatst die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone even groot is als de diameter van de kroonprojectie  + 2m. In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven,  niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….);
      • Er is niet voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt worden zonder dat er schade berokkend wordt.
    • Om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.
    • Naast de wortelzone moeten ook de stam en de  kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
    • Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de  aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken,  een voldoende hoge kraan voorzien.  Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of … .
    • Bij het aanplanten van een nieuwe boom moeten volgende zaken in acht genomen worden; voor de nieuwe boom een groeiplaats moet voorzien worden die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft om zijn natuurlijke grootte en leeftijd te kunnen halen, en waar  er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte;
  • de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.