Terug

2018_CBS_08364 - Omgevingsvergunning - OMV_2018077048. Meierhoek 8. District Merksem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/09/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_08364 - Omgevingsvergunning - OMV_2018077048. Meierhoek 8. District Merksem - Goedkeuring 2018_CBS_08364 - Omgevingsvergunning - OMV_2018077048. Meierhoek 8. District Merksem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

  • Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

  • Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woonuitbreidingsgebied. De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

  • Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 50 Het Weelke (structuurplan), goedgekeurd bij ministerieel besluit van 14 februari 1983. Volgens dit bijzonder plan van aanleg ligt het goed in volgende zones: hoofdgebouwen-type a, binnenplaatsen en tuinen, bouwvrije voortuinstroken en bijgebouwen.

Bijzondere plannen van aanleg kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

  • De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgend  punt:

  • artikel 1; 1.A.01 strook voor hoofdgebouwen: de aanvrager realiseert de nieuwe veranda buiten de maximaal toegelaten bouwzone. de maximaal toegelaten bouwdiepte bedraagt 13 meter, zoals ook weergegeven in de grafische voorstelling bij dit artikel.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgend  punt:

  • artikel 1; 1.A.01 strook voor hoofdgebouwen: de aanvrager realiseert de nieuwe veranda buiten de maximaal toegelaten bouwzone. de maximaal toegelaten bouwdiepte bedraagt 13 meter, zoals ook weergegeven in de grafische voorstelling bij dit artikel.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • art. 21 Minimale hoogte van ruimten: uit lezing van de ingediende bouwplannen blijkt dat de nieuwe veranda, niet voldoet aan §2 van dit artikel;
  • artikel 24 minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:  uit de ingediende bouwplannen valt niet eensluidend op te maken, of men in het nieuwe ontwerp het bestaande buitenschrijnwerk in de achtergevel verwijdert. Indien dit niet het geval is ontvangen de langs achter gelegen leefruimtes in de woning niet langer rechtstreeks daglicht en kunnen deze ook niet langer langs deze zijde verlucht worden.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Op basis van artikel 4.4.1 van de VCRO, kunnen na een openbaar onderzoek beperkte afwijkingen worden toegestaan.

De aanvraag wijkt af van artikel 21 van de bouwcode. De minimale hoogte van 2,7 m wordt niet bekomen. De hoogte is ca. 2,3 m. echter betreft de aanvraag een veranda en geen permanente leefruimte. De afwijking is aanvaardbaar.

De aanvraag wijkt af van artikel 24 van de bouwcode. Uit de plannen is niet op te maken of de achterliggende ruimten (living en keuken) nog voldoende licht en lucht hebben. Indien het schrijnwerk wordt verwijderd, is dit mogelijk. Dit kan worde meegenomen naar de voorwaarden.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften van het BPA en de verkaveling. De maximale bouwdiepte volgens de voorschriften is 13 m. De aanvraag heeft een bouwdiepte van 16 m. Door deze uitbreiding is de tuindiepte nog maar 9 m wat niet meer kwaliteitsvol is. Vanuit ruimtelijk oogpunt is een minimale tuindiepte  van 10 m wenselijk zodat er nog een voldoende groene tuin kan worden gerealiseerd. Echter kan hier van worden afgeweken, aangezien de aanvraag kan worden gekaderd in het begrip zorgwonen. De aanvrager is minder mobiel en wordt thuis opgevangen en verpleegd. Omwille van deze reden wordt de gelijkvloerse verdieping ingericht zodat hier een persoon kan verblijven en worden verpleegd. In dit opzicht is de uitbreiding mogelijk zolang het zorgwonen noodzakelijk is. Van zodra het zorgwonen niet meer nodig is, dient de uitbreiding dan ook te worden verwijderd. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Meierhoek.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag voldoet aan de wetgeving op lichten en zichten en heeft niet meer impact op de belendende percelen dan dat normalerwijze kon verwacht worden.

De diepe uitbouw is niet kenmerkend in de omgeving en zorgt wel voor schaduwhinder de buren. De tuinen zijn noord georiënteerd en enkel in de zomer krijgen zij ‘s avonds en ’s morgens zonlicht in de woning en op de terrassen. Ruimtelijk is dit niet aanvaardbaar voor een permanente eindsituatie.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De gelijkvloerse verdieping wordt uitgebreid en ingericht voor verblijf en verpleging van één persoon. Deze uitbreiding is mogelijk zolang deze verzorging noodzakelijk is (zorgwonen). Van zodra het zorgwonen niet meer nodig is, dient de uitbreiding zo spoedig mogelijk te worden verwijderd.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 juni 2018

Volledig- en ontvankelijk

28 juni 2018

Start openbaar onderzoek

4 juli 2018

Einde openbaar onderzoek

2 augustus 2018

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

11 oktober 2018

Verslag GOA

14 september 2018

naam GOA

Martijn Coppoolse

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

4 juli 2018

2 augustus 2018

1

0

0

1


Bespreking van de bezwaren

  1. Strijdig met stedenbouwkundige voorschriften BPA: De aanvraag strookt niet met de stedenbouwkundige voorschriften zoals vervat in het BPA nr. 50 “Het Weelke”. De veranda zou worden aangebouwd aan de bestaande woning van de aanvrager, terwijl de maximale bouwdiepte reeds bereikt is. De voorschriften verbieden daarenboven elke constructie in de tuin tussen de strook voor de hoofdgebouwen en de achtergrens van het perceel. Er wordt geen enkele reden aangehaald om af te wijken van de geldende BPA-voorschriften.

Beoordeling: De aanvraag ligt inderdaad in het BPA, maar ligt ook in de verkaveling 199226. Beide voorschriften zijn van kracht. Volgens beide bepalingen is de maximale bouwdiepte 13 m. De aanvraag is strijdig met de voorschriften want de totale bouwdiepte bedraagt 16 m. Echter kunnen afwijkingen worden toegestaan na een openbaar onderzoek. Het bezwaar is ongegrond.

  1. Hoogte scheimuur, schaduwhinder: Volgens de bezwaarindiener blijkt uit de plannen dat door de plaatsing van de veranda, de scheimuur moet worden verhoogd tot 3 m en dit 3 m diep. De tuinen van de bezwaarindiener zijn noordertuinen waardoor er nu reeds een beperkte lichtinval is in beide woningen. Door de voorziene hoogte en diepte van de nieuwe scheimuur, zal het zonlicht nog meer worden beperkt. Gedurende de hele dag zal er zowel links als rechts zonlicht worden weggenomen en dus schaduwhinder zijn op beide terrassen.

Beoordeling: Zoals de bezwaarindiener opmerkt zijn de tuinen inderdaad noord georiënteerd. Enkel in de zomerperiode valt er in de ochtend of in de late avond zonlicht in de woning en op het terras in de tuin. Door deze bouwdiepte en bouwhoogte ondervinden de aanpalende woningen en de terrassen zelf in deze korte periode nog minder zonlicht. Het bezwaar is gegrond.

  1. 3.     Diepte scheimuur, hinder: Het huis van de bezwaarindiener heeft niet de maximale bouwdiepte, het is 2 m minder diep gebouwd waardoor er meer kwaliteitsvolle tuinzone is. Met de uitbreiding is de scheimuur niet meer 2 m diep, maar wordt deze 5 m diep.

Beoordeling: De bezwaarindiener mag zijn woning ook tot een bouwdiepte van 13 m uitbreiden, conform de voorschriften, waardoor de hinder van de muur nog tot 3 m wordt beperkt. Echter geeft deze extra 3 m muur nog schaduwhinder zoals hierboven reeds aangehaald. Het bezwaar is gegrond.

  1. 4.     Tuinafscheiding, perceelgrens: De huidige scheiding (draad met klimop) zou volgens de bezwaarindiener moeten worden verwijderd. En de vermoedelijke betonnen fundering zou schade brengen aan de terrassen.

Beoordeling: Werken aan de scheimuur of aan de tuinafsluiting zijn niet van stedenbouwkundige aard, maar zijn een burgerrechtelijk aspect en dienen onderling te worden geregeld. Het bezwaar is ongegrond.

  1. 5.     Volwaardige aanbouw: De aanvraag betreft een veranda, maar door de bezwaarindiener zal dit eerder een volwaardige uitbouw zijn. Dit omwille van het aanleggen van een fundering en het verhogen van de scheimuur tot 3 m tot 3 m diep. Tevens zou de aanbouw worden ingericht met een slaapkamer, toilet en badkamer, wat niet de invulling is van een veranda.

Beoordeling: De aanvraag zoals ze is ingediend, betreft de aanbouw voor een veranda. Interne werken zijn niet vergunningsplichtig zolang er geen technische werken worden uitgevoerd. Het bezwaar is ongegrond.

  1. 6.     Onduidelijke plannen: Uit de ingediende schetsen van de aanvraag is niet duidelijk af te leiden waar de profielen/stijlen van de uitbouw/veranda zullen komen en wat de exacte afmetingen zijn. Tevens is het niet duidelijk hoe de veranda/uitbouw wordt geconstrueerd en of ze mogelijks op het naburig perceel zou komen.

Beoordeling: In de aanvraag ontbreken inderdaad een aantal stukken om het dossier te kunnen beoordelen. Echter betreft het een beperkte uitbreiding die wel beoordeelbaar is naar volume en de ruimtelijke impact in de omgeving. Het bezwaar is ongegrond.

  1. 7.     Gelijkheidsbeginsel: De spijtige gezondheidstoestand van de aanvrager of medebewoner van de aanvrager kan niet in aanmerking worden genomen bij de beoordeling van een goede ruimtelijke ordening/kwaliteit.

Beoordeling: Dit klopt inderdaad. De aanvraag moet worden beoordeeld in het kader van de goede ruimtelijke ordening. Het bezwaar is gegrond.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer :

OMV_2018077048

Gegevens van de aanvrager:

Chantal Willems met als contactadres Meierhoek 8 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Meierhoek 8 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 39 sectie A nr. 207V

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

plaatsen van een  veranda


Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • 15/04/1993: vergunning (19743#480) voor het oprichten van 21 woningen.

Laatst vergunde toestand

  • een eengezinswoning met 2 bouwlagen onder schuin dak;
  • het hoofdvolume heeft een bouwdiepte van 9 meter met een gelijkvloerse uitbouw tot 13 meter over de ganse perceelsbreedte;
  • het pand is opgetrokken in een rode gevelsteen.

Bestaande toestand

  • aan de hand van de aangeleverde documentatie in het aanvraagdossier blijkt dat de huidige woning zowel wat vormgeving, indeling als materiaalgebruik betreft, ongewijzigd is gebleven ten opzichte van de laatst afgeleverde stedenbouwkundige vergunning.

Inhoud van de aanvraag

  • realiseren van een veranda achter een eengezinswoning;
  • de veranda wordt over de ganse perceelbreedte  uitgevoerd met een maximale bouwdiepte van 3 meter;
  • de totale bouwdiepte wordt 16 m.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

  • de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
  • het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  • de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven;
  • De gelijkvloerse verdieping wordt uitgebreid en ingericht voor verblijf en verpleging van één persoon. Deze uitbreiding is mogelijk zolang deze verzorging noodzakelijk is (zorgwonen). Van zodra het zorgwonen niet meer nodig is, dient de uitbreiding zo spoedig mogelijk te worden verwijderd.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.