Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1° de gemeentelijke projecten;
2° andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse Regering of de deputatie bevoegd is.
Voorafgaand aan de beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar, dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar, en motiveert zijn afwijkingen als volgt:
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er wordt een afwijking toegestaan op de bepalingen van artikel 27 - §4, artikel 6, artikel 11 en artikel 19 van de bouwcode met toepassing van art.3 van de bouwcode voor de invulling en aanleg van een voortuinstrook aan de Boterlaarbaan (achteruitbouwstrook gewestweg) en legt bijkomende voorwaarden op voor de inrichting ervan, tevens wordt gunstig gevolg gegeven aan het gebruik van het voorgestelde gevelmateriaal.
Inzake de verhardingen voor het stallen van de verkoopsgoederen (2de handswagens) in de voortuin wordt dit aanvaardbaar geacht:
- Voor dergelijk type winkels is sinds oudsher het stallen van verkoopswaren in de voortuinstrook een aanvaard en normale praktijk;
- De fysieke inrichting moet enkel stallen toelaten, en dus niet eventueel parkeren. Dit is inderdaad niet toegelaten en niet wenselijk;
- Het voorzien van halfverharding voor het stallen van goederen heeft eenzelfde impact op de voortuin in constructieve zin als de noodzakelijke toegangspaden;
- Het mogelijks uitbreken in de toekomst bij een verbreding van de gewestweg wordt dus niet extra gehypothekeerd;
- De volledige verharding watert af naar de straat, er is slechts een strook van 1 meter grasdallen voorzien waardoor infiltratie op eigen terrein slechts deels verzekerd is.
In voorwaarden wordt opgelegd de volledige voortuin aan te leggen in waterdoorlatende grasdallen, uitgenomen de verharding voor de noodzakelijke toegangen zoals in rood aangeduid op plan P_N_00. Op de plaats waar een verkoopsgoed/wagen gestald wordt kan gewerkt worden met een invulling van steenslag in de grasdallen, aangezien onder een langdurig gestalde wagen geen gras kan groeien. Rondom de gestalde voertuigen dienen de grasdallen ingezaaid te zijn en onderhouden te worden zoals bij gras in grasdallen verwacht wordt;
- Daarnaast is het argument dat de conflicten met voet- en fietspad onaanvaardbaar zijn. Dit is ook niet correct aangezien het gestalde verkoopsgoederen betreft, (geen parkeerplaatsen) is er ook geen conflict met voet- en fietspad. Er is immers geen intensief in- en uitrijden. De aanvrager voorziet één geconcentreerde inrit van 4 meter, op een grote afstand van het kruispunt. De rest moet afgeschermd worden met wegneembare paaltjes en kettingen zoals in rood aangeduid op de plannen;
- De vergroening van de voortuin wordt gegarandeerd door enerzijds maximalisatie van de grasdallen en anderzijds de (bijkomende) dwarse hagen van 1 meter hoog zoals aangeduid op de plannen en opgelegd in voorwaarden. Ter hoogte van de voorgevel mag een onderbreking worden voorzien van 1 meter breed om passage toe te laten voor het uitstalraam. Aan de linkerperceelsgrens wordt in de haag een hoogstammige boom, 2de grote orde, plantmaat 14/16 voorzien, met in de ondergrond voldoende zwarte doorwortelbare grond.
Met betrekking tot de infiltratievoorziening wordt GEEN afwijking toegestaan op de hemelwaterverordening, zoals aangevraagd. Immers, door het toelaten van extra constructies in de voortuin, kan in deze voortuinzone ook de infiltratie worden voorzien. Dit wordt opgelegd in voorwaarden.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van AWV, en weerlegt de argumentatie als volgt:
“artikel 16 van het Rooilijndecreet stelt dat het verboden is een constructie op te richten indien ze zich bevindt in een zone van achteruitbouw en dus vóór de bouwlijn.
De inrichting (de voorgestelde verharding) bevindt zich dus voor de bouwlijn zodat ze verboden is. Van dit verbod kan enkel en alleen afgeweken worden door het Agentschap. De gemeenteoverheid heeft hiertoe geen bevoegdheid. Ook dit wordt bepaald in artikel 16 van het Rooilijndecreet. Het Agentschap Wegen en Verkeer kan in casu niet akkoord gaan met een afwijking en adviseert daarom ongunstig voor wat betreft de parkeerplaatsen en verharding.
Zie beoordeling afwijkingen van de voorschriften; het betreft geen insteekparking, maar een afgesloten ruimte voor opstelling van verkoopswaren. Dit wordt ook in voorwaarde opgenomen. De noodzakelijke constructies hiervoor hypothekeren het toekomstig gebruik niet. De verharding is namelijk gelijk aan de verharding die geplaatst wordt naar de poort en voordeur. Er worden geen bouwvolumes opgetrokken in de voortuin. Het verwijderen van dergelijke constructies is gelijkend en vomrt dus geen hypotheek.
De verkeerswet is niet van toepassing op privaat domein, het betreft geen auto’s die rijden op de openbare weg, maar wagens die verkoopswaar zijn. In voorwaarden wordt ogelegd dat bezoekers en wagens in herstelling inpandig moeten parkeren, en geen terugslag mogen geven op het openbaar domein. Er is voldoende buffer voorzien op het eigen terrein om dit mits een valetservice, of directe doorgang en goede signalisatie op te vangen. Door de opgelegde voorwaarden verzekeren we dat de principes van de gewestwegbeheerder gehandhaafd kunnen worden.
Deze handelszaak is reeds sinds jaren aanwezig, en creëert geen overlast en geen gekende onveiligheidsvoorvallen. Elders in de stad hebben dit type winkel ook dergelijke wijze van uitstalling van verkoopsgoedern, dit ook zonder problemen.
In gevallen waar voldoende ruimte is, voorzien we circulatie op eigen terrein, echter bij deze ondiepe voortuindiepte is dit onmogelijk.
Voorts, de geplande fietsostrade gaat met een fietsbrug over de Ruggeveldlaan, en verknoopt dus niet op dit kruispunt.
Wordt ondervangen met voorwaarden. De volledige voortuin wordt aangelegd in open verharding en deels met haagmasieven. Door de aanleg van grasdallen ingevuld met gras, alsook kiezelf, ontstaat er een betere waterabsorbtie, retentie en infiltraie, dan met een klassieke groene voortuin. Water blijft namelijk meer opgevangen in de honingraatstructuur van grasdallen met gras en kiezelinvulling, dan geoon een voortuin in zand met beplanting. Zeker bij stortbuien is een klassieke groene voortuin niet voldoende om deze korte piek van water op te vangen, in dergelijke stortbuien loopt het water in groene voortuinen af. Met de voorziene grasdallen en kiezelverharding kan er meer water opgevangen worden in de aflopende voortuin en zal er minder water op de straat lopen. Na de stortbui zal er ook meer water kunnen infiltreren in de ondergrond.
Visueel-vormelijke elementen
Op 30 april 2015 werd door het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning voor de regularisatie en uitbreiden van een handelspand met twee appartementen (SV2015425) verleend. In deze vergunning werden er geen voorwaarden opgelegd wat gevelbekleding betreft.
Op de plannen gevoegd bij deze vergunning (ondertekend op 30 april 2018) staat als gevelbekleding, in de bestaande zowel als in de nieuwe toestand, aluminium panelen in lichtgrijs aangegeven. Plannen genieten de voorrang op eventuele begeleidende teksten dit in tegenspraak tot wat vermeld staat in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Door de afbraak van de woning in de Boterlaar 293 en de integratie van de nieuwbouw ervan in de reeds vergunde constructies wordt één geheel bekomen met uniform materiaal gebruik, voor dit hoekperceel is dit stedenbouwkundig verantwoord en aanvaardbaar binnen de context van een goede ruimtelijk ordening.
In het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar wordt aangegeven dat aluminium, voor gebruik in de bouw geen duurzaam materiaal zou zijn. In de bouw is aluminium reeds jaren in gebruik en heeft zijn deugdelijkheid meer dan bewezen en is aluminium ook vooral duurzaam. Naast de lange levensduur is het materiaal ook onderhoudsarm en volledig recycleerbaar. Een oxidelaagje beschermd aluminium tegen verdere corrosie, deze natuurlijk passivering kan versterkt worden door het onder andere een oppervlaktebehandeling via anodiseren te laten ondergaan. Het gebruik van aluminium panelen op het vlak van duurzaamheid is dan ook aanvaardbaar.
Het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014, meermaals gewijzigd, en haar uitvoeringsbesluiten bepalen dat niemand zonder voorafgaande omgevingsvergunning een project dat onderworpen is aan vergunningsplicht mag uitvoeren, exploiteren, verkavelen of veranderen.
Er werd een aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend bij het college, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Aanvrager: Marco Motors & Zn, Ruggeveldlaan 1, 2100 Deurne-Antwerpen. De aanvraag omvat het verbouwen en de exploitatie, na uitbreiding, van een garageherstelwerkplaats.
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie. Ze voert bijkomende motivering toe voor die zaken waar ze een afwijkend standpunt heeft.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden na te leven:
Stedenbouwkundige voorwaarden
de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
de bijgevoegde voorwaarden geformuleerd in het advies van de dienst B&I strikt na te leven en bijkomend een sociaal economische vergunning aan te vragen aangezien de samengevoegde showroom de minimum oppervlakte van 400 m² overschrijdt;
de bijgevoegde voorwaarden inzake de afsluiting van de voortuinstrook, geformuleerd in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer strikt na te leven. Tevens te voldoen aan artikel 19 van de bouwcode en de voortuin af te sluiten door een levende afsluiting, muur of hek van maximaal 1 meter hoog;
te voldoen aan artikel 38 en de nieuwe platte daken te voorzien als groendak; met uitzondering van die delen die op de plannen aangeduid zijn als circulatie en parkeerruimte voor wagens;
de voorwaarden inzake fietsparkeren:
voor fiets 1 van het appartement moet een alternatief gevonden worden. Alle fietsen moeten los van elkaar vlot toegankelijk zijn en gebruikt kunnen worden;
er moet een doorgang zijn van minstens 1,5 meter tussen de parkeerplaatsen naar de fietsenstalling in de kelderverdieping.;
er moeten 3 fietsparkeerplaatsen voorzien worden voor bezoekers van de garage. Deze moeten op een publiek toegankelijke plaats voorzien worden, en zo dicht mogelijk bij de ingang staan. Dit kan op de noodzakelijke verharding (toegangen) in de voortuin;
parkeerplaatsen 1 en 2 in de kelderverdieping moeten ingekort worden zodat er ten allen tijde voldoende manoeuvreerruimte is voor de fietsen. Deze kunnen enkel gebruikt worden voor voertuigen korter dan 4,4 meter.
de voorwaarden inzake laden en lossen:
de auto's voor onderhoud zullen worden overhandigd aan de valetservice. Er mag nooit gebufferd worden op het openbaar domein, de wachtrij moet dus volledig op eigen terrein opgevangen kunnen worden in de voorziene zone;
het laden en lossen aan de kant van Nieuwe Donk mag enkel overdag gebeuren en met kleine voertuigen. De voertuigen mogen enkel voorwaarts de servitudeweg oprijden en moeten deze ook voorwaarts terug verlaten. Manoeuvreren moet dus op eigen terrein gebeuren;
nachtleveringen aan kant Nieuwe Donk zijn niet toegestaan tussen 22.00 uur en 07.00 uur. Deze moeten langs een andere toegang en op eigen terrein gebeuren waar het geen andere bewoners of verkeer hindert;
het laden en lossen van wagens met voertuigen die niet op eigen terrein kunnen rijden, dient te gebeuren buiten de ochtend- en avondspits.
de voorwaarden inzake parkeren en stallen van wagens:
3 autoparkeerplaatsen op niveau -1 moeten publiek toegankelijk zijn. Deze moeten dienen voor bezoekers van de toonzaal. Hiervoor moet voldoende duidelijke signalisatie worden aangebracht op de voorgevel, de autolift, en de vloer van de kelder. Deze 3 plaatsen moeten ten alle tijde worden gereserveerd voor bezoekers;
1 autoparkeerplaats op niveau -1 moet toegankelijk zijn voor de bewoner van het appartement. Hiervoor moet voldoende duidelijke signalisatie worden aangebracht op de vloer van de kelder. Deze plaats moet ten alle tijde worden gereserveerd voor de bewoner;
3 extra autostalplaatsen moeten voozien worden in het atelier op het gelijkvloers.
de voorwaarden inzake het parkeerdak:
het groenscherm zoals getekend op de plannen, moet worden vervangen door een zone aangelegd als intensieve daktuin (dus geen extensief groendak; minimaal 30 cm teelaarde) van minimaal 2 meter breed, gemeten van aan de binnenkant van de dakopstand tot het rijdek. En dit zowel over de volledige linkerzijde en achterzijde. De stalplaats links van de lift vervalt dus;
de massieve ballustrade wordt vervangen door een dakopstand, beperkt tot de noodzakelijke hoogte voor de intensieve daktuin. Een eventuele valbeveiliging/open ballustrade kan worden voorzien tussen rijdek en daktuin;
het dak mag enkel gebruikt worden voor het stallen van wagens in de verkoop, zodat geen bezoekers toegelaten moeten worden op dit dak, en de rijbewegingen minimaal zijn;
de kleur van de dakbedekking (epoxy coating) is uit te voeren in een lichte kleurstelling, om het hitte-eiland effect tegen te gaan zoals bij groendaken;
het hellende dak van het magazijn dat niet opaak wordt uitgevoerd (aan de linkerzijde en palend aan de achtergevel) moet uitgevoerd worden als extensief hellend groendak.
na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Bijzondere voorwaarden
uiterlijk zes maanden na vergunningverlening levert de exploitant analyseresultaten aan van het geloosde bedrijfsafvalwater (omgevingsvergunning@stad.antwerpen.be);
indien er voor de bouwwerken een bemaling nodig is, dient de aannemer hiervoor een melding in te dienen of een vergunning aan te vragen.
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 21 september 2018 voor onbepaalde duur.
Het college beslist de plannen, waarvan een overzicht in bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.