2018_CBS_08373 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Ongunstig advies - OMV_2018092861. Scheldelaan 482. District Antwerpen - Goedkeuring

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij de deputatie, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

• een openbaar onderzoek te houden;
• advies uit te brengen. 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

• Op 15 november 2013 verleende het college stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//20134865) voor het realiseren van een terreinnivellering en voorbereidende grondwerken voor het aanleggen van verhardingen in functie van de toekomstige bouw van een nieuwe luchtsplitsingsinstallatie voor industriële gassen;
• Op 14 februari 2014 verleende het college stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//20136054) voor het bouwen van een luchtsplitsingsinstallatie voor de productie van industriële gassen en bijhorende technische- en personeelsgebouwen inclusief de omgevingsaanleg;
• Op 17 september 2014 verleende de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar (8.00/0004/116.2) stedenbouwkundige vergunning voor de aanleg van 3 ondergrondse leidingen en toebehoren.

Inhoud van de aanvraag

• De bouw van een meet- en regelstation.

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

• de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
• het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Grotendeels geldt hier ook het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven. De Scheldelaan, gelegen aan de westzijde van de aanvraag, is bestemd als Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel daaraan loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.

Op circa 385 meter ten westen van de aanvraag is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemming Natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten en Bijzondere natuurgebieden en -voor de Schelde- bestaande Waterweg.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag. Volgens het hemelwaterformulier bij de aanvraag kan het hemelwater op natuurlijke wijze op het eigen terrein in de bodem infiltreren.

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

De Vlaamse overheid en niet de provinciale overheid is voor voorliggende aanvraag de bevoegde vergunningverlenende overheid.

Volgens de Vlaamse lijst uit het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten behoren aanvragen met betrekking tot infrastructuur voor het vervoer via pijpleiding van vloeibare stoffen en gassen naar het openbare distributienet, met uitzondering van leidingen voor hemelwater, oppervlaktewater, afvalwater en water tot de Vlaamse lijst. Met het vervoer van vloeibare stoffen en gassen wordt verwezen naar de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen. Het betreft hier ook (niet limitatief):

• voorzieningen rechtstreeks verbonden aan de functie van transport en het beheer ervan zoals (…), drukreduceerstations, regelstations, (…);
• werfzones en tijdelijke (grond)stockages met het oog op de uitvoering van de handelingen.

Uit het bijkomend bezorgde grondplan (in een betere resolutie dan het aanvankelijk op het omgevingsloket opgeladen) is op te maken dat het gehele project onder toepassing van de Gaswet valt.

De bestaande pijpleidingen waarop het project aansluiting zoekt, zijn tevens in eerder vergund door de Vlaamse overheid (toen nog binnen het toepassingsveld van de bijzondere procedure).

Gelet op deze procedurefout kan deze aanvraag niet rechtsgeldig vergund worden.

Functionele inpasbaarheid – Visueel-vormelijke elementen

In het noorden van een terrein waarop een luchtsplitsingseenheid gebouwd is, wordt, op minstens 5 meter van de terreingrenzen, een meet- en regelstation gebouwd, met de bedoeling een bijkomende verbinding te realiseren van de industriële installatie met een naburig bedrijf dat zuurstof verbruikt, volgens informatie uit de nota bij de aanvraag. Deze maakt echter geen deel uit van voorliggende aanvraag, waardoor het noordwestelijk deel van het aangevraagde project geen zin heeft bij ontstentenis van een latere vergunning voor die verbinding. Het meet- en regelstation waarvan sprake wordt echter tevens verbonden met 2 reeds bestaande vergunde pijpleidingen.

De constructie bestaat uit een betonnen vloerplaat met daarop wanden uit gewapend beton met een dikte van 30 centimeter. De vloerplaat heeft een oppervlakte van circa 90 m², de wanden hebben een hoogte van 2,95 meter.

Rondom het nieuwe station blijft de bestaande grindverharding behouden. 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Daar de aanvraag een beperkte uitbreiding van een bestaande en vergunde installatie betreft, is deze in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Gelet op de aard van de aanvraag heeft de vergunningverlenende overheid het advies ingewonnen van Brandweer/ Risicobeheer/ Preventie.

Advies van het college

Ongunstig: niet de provincie, wel het Vlaams gewest is de bevoegde vergunningverlenende overheid.

Verder is er echter geen principieel bezwaar tegen voorliggende aanvraag, rekening houdend met volgende voorwaarden:

• De constructie is niet uitvoerbaar zolang de verbinding met het andere bedrijf waarvan sprake niet behoorlijk vergund is. Mogelijkerwijze vormt dit een onderdeel van een afzonderlijk project.
• De voorwaarden uit het ingewonnen advies van Brandweer/ Risicobeheer/ Preventie moeten strikt worden nageleefd.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten