2018_CBS_09530 - Stedelijk bedrijfsvastgoed - Extern. Hendrik Conscienceplein 2-4 te Antwerpen. Opzeg bezettingsovereenkomst wegens overlijden en toewijzing nieuwe bestemming - Goedkeuring

Gemeentedecreet artikel 57§3,1°: "Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels".

De kinderen en kleinkinderen van wijlen mevrouw Blanche Van Hoof (A8183002000) hebben allen de erfenis verworpen. De woning werd inmiddels vrijgegeven en kon worden leeggemaakt. 

De voormalige conciërgewoning gelegen Hendrik Conscienceplein 2-4 ligt temidden van de bibliotheek. 

De dienst Cultuur, Sport, Jeugd en Onderwijs / Cultuur / Musea / Erfgoedbibliotheek zou graag de ruimte betrekken in functie van de bibliotheek.

Het is aangewezen om aan de voormelde dienst de toelating te geven om de woning te betrekken, aangezien deze niet bruikbaar is voor verhuring op de private huurmarkt.De woning is enkel toegankelijk via de ingang van de bibliotheek aan de kant van het Hendrik Conscienceplein. Het is niet wenselijk dat externen vrij kunnen rondlopen in het gebouw waar de bibliotheek gehuisvest is.

Met besluit van het managementteam van 10 oktober 2018 (jaarnummer 390) werd gunstig geadviseerd om ter goedkeuring voor te leggen aan het college:

• stopzetten van de facturatie aan wijlen mevrouw Blanche Van Hoof (A8183002000) met ingang van augustus 2018 met betrekking tot de voormalige conciërgewoning gelegen Hendrik Consciencelaan 2-4 te Antwerpen;
• beëindigen van de bezetting ter bede tussen de stad Antwerpen en wijlen mevrouw Blanche Van Hoof;
• toewijzen van de voormalige conciërgewoning gelegen Hendrik Conscienceplein 2-4 te Antwerpen aan de dienst Cultuur, Sport, Jeugd en Onderwijs / Cultuur / Musea / Erfgoedbibliotheek.

Met collegebesluit van 29 maart 2007 (jaarnummer 4431) werd onder meer beslist om wijlen mevrouw Blanche Van Hoof (A8183002000) met ingang van 1 mei 2007 gedurende één jaar op proef te belasten met de taak van voltijds huisbewaarder stadsbibliotheek, Hendrik Conscienceplein 2 te 2000 Antwerpen. Deze taak heeft zij uitgeoefend tot en met 31 januari 2014. In ruil hiervoor verkreeg zij de vergoeding van woonst, verwarming en licht van de conciërgewoning, gelegen Hendrik Conscienceplein 4 te Antwerpen.

Aangezien wijlen mevrouw Blanche Van Hoof sinds 1 februari 2014 de functie van conciërge niet meer uitoefende en de vraag had gesteld om de woning alsnog te kunnen blijven bewonen, heeft de stad Antwerpen bij wijze van tegemoetkoming het voornoemde pand tijdelijk ter bewoning aangeboden aan haar. Omdat de stad Antwerpen andere toekomstplannen had met het pand, wilde zij de voormalige conciërgewoning ter beschikking stellen van wijlen mevrouw Van Hoof onder de vorm van een bezetting ter bede, die de bezetter geen zekerheid geeft op bewoning voor een lange duur.

Op 29 januari 2016 (jaarnummer 796) keurde het college de nieuwe operationele werking goed met betrekking tot de beleidsvoorbereiding en –advisering voor huisvesting en huisvestingsbehoeften van alle stadsdiensten en stedelijke processen in of op stedelijk bedrijfsvastgoed.

Op 21 december 2016 (jaarnummer 752) nam het managementteam kennis van de geactualiseerde uitgangspunten voor goed beheer van de stedelijke vastgoedportefeuille.  

Op datum van 15 augustus 2017 is wijlen mevrouw Blanche Van Hoof overleden.

Op 15 december 2017 (jaarnummer 11020) besliste het college om de vastgoedcompetenties en -beheer van groep stad Antwerpen zoveel mogelijk te centraliseren bij AG VESPA. 

De facturatie aan wijlen mevrouw Blanche Van Hoof (A8183002000) met betrekking tot de bezetting ter bede aan het Hendrik Conscienceplein 2-4 te Antwerpen stopzetten. Volgens de gerechtelijk beheerder dient de overeenkomst te worden stopgezet eind juli 2018. 

De waarborg ten bedrage van 1.352,08 euro werd vrijgegeven aan de stad Antwerpen.
Wijlen mevrouw Blanche Van Hoof is overleden op 15 augustus 2017. De laatste bezettingsfactuur die betaald werd, is die van juli 2017.
De facturen van augustus 2017 tot en met juli 2018, ten bedrage van 5.625,84 euro, werden in onwaarde gebracht wegens niet invorderbaar. 
Mits vorderingen in onwaarde zijn gebracht, is er een vordering opgemaakt ten bedrage van 1.352,08 euro.

Er werden nog verkeerdelijk vorderingen opgemaakt voor augustus + september + oktober 2018. Augustus werd onterecht in onwaarde genomen mits niet invorderbaar maar moest gecrediteerd worden. September werd gecrediteerd. Oktober staat nog open en moet alsnog worden gecrediteerd.