Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
30 juli 2018 |
27 augustus 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
AQUAFIN NV |
30 juli 2018 |
24 augustus 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius |
30 juli 2018 |
13 augustus 2018 |
Geen bezwaar |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
27 juli 2018 |
31 juli 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
27 juli 2018 |
1 augustus 2018 |
Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam |
27 juli 2018 |
27 juli 2018 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
27 juli 2018 |
6 augustus 2018 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
27 juli 2018 |
31 juli 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 1-2 Sint-Bavostraat-Dr Donnyplein en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 23 februari 1993. Volgens dit bijzonder plan van aanleg ligt het goed in volgende zones: zone a voor woningen.
Bijzondere plannen van aanleg kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgende punten:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is strijdig met BPA nr. 1-2-ST.-Bavostraat. Voor alle gevels geldt dat ze moeten uitgevoerd worden in gebakken gevelsteen waarvan de kleur in harmonie is met de kleursfeer van het straatbeeld. Schildering is daarbij verboden. De gevels van het nieuwe pand worden uitgevoerd in een bakstenen gevelsteen die wit geschilderd wordt. Een afwijking op het wit schilderen van de bakstenen gevels kan worden bekomen om volgende redenen. Ten eerste werd een openbaar onderzoek gevoerd waarbij geen bezwaar werd getekend tegen de voorliggende aanvraag, een afwijking is daardoor mogelijk. Ten tweede is de witte kleur van de gevel in harmonie met de kleursfeer van het straatbeeld. De Sint-Bavostraat is gekenmerkt door licht beige of witte gevels en rood genuanceerde gevels, waarbij het hoekgebouw met de Kortestraat en het naastliggend pand van het hoekgebouw werden uitgevoerd in een bakstenen gevel die wit geschilderd werd, net zoals in voorliggende aanvraag aangevraagd wordt. Ten derde wordt een witte kleur gunstig geadviseerd omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de historische waarde (Antwerpen is immers historisch een ‘witte stad’). Een witte kleur wordt door de stad dan ook aangeraden. Een afwijking op het schilderen van de gevels kan worden bekomen omwille van bovenstaande redenen.
De scheimuur van de bebouwing aan de Kortestraat (tuin- en fietsberging) is niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Deze 30cm kan bekomen worden door het dakpakket ter hoogte van de scheimuur minder dik uit te voeren of het volledig dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uit te voeren. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning. Een verhoging van de scheimuur is eveneens een oplossing. Echter dit maakt het voorwerp uit van een nieuw openbaar onderzoek, waarvoor in dat geval een nieuwe bouwaanvraag moet worden ingediend.
Op het kelderplan werd de inhoud van de septische put niet weergeven, waardoor de aanvraag mogelijks strijdig is met artikel 43 van de bouwcode. Volgens de dimensionering van septische putten dient de septische put in voorliggende aanvraag een minimale inhoud te hebben van 5.750l. Dit wordt opgelegd in de voorwaarden.
Inzake toegankelijkheid is de aanvraag strijdig met volgende artikels. Volgens artikel 17 mogen brandhaspels, brandblusapparaten of andere uit de wand stekende constructies het gebruik van het looppad niet in gedrang brengen. De brandmeldcentrale en het brandblusapparaat hindert het gebruik van het looppad. In voorwaarde wordt gesteld dat de brandmeldcentrale en het brandblusapparaat in een nis ingewerkt worden zodat ze niet buiten het afgewerkte muurvlak uitsteken.
Artikel 18 van de verordening toegankelijkheid stelt dat niveauverschillen tot en met 18cm minstens met een helling overbrugd moeten worden. In de gemeenschappelijke hal op het gelijkvloers is er tussen de inkomdeur van de appartementen en de toegangsdeur aan de achterzijde van het pand een niveauverschil van 7cm, waarbij er geen helling aangeduid staat. Het is op de plannen niet duidelijk of het niveauverschil met een helling wordt overbrugd. In voorwaarde wordt opgenomen om het niveauverschil van 7cm van een helling te voorzien, conform aan artikel 18.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het slopen van een werkplaats met garages, magazijnen, bureaus, een kleedkamer en een refter. Het gebouw wordt volledig gesloopt en maakt plaats voor een nieuwbouw met een woongebouw langs de Sint-Bavostraat bestaande uit vier bouwlagen, inclusief zadeldak, een parkeerkelder, een tuinzone en een tuin- en fietsenberging achteraan, aansluitend aan de Kortestraat. Het voorzien van woonfuncties is toelaatbaar in een straat waar aan de zijde van het perceel voornamelijk appartementen en eengezinswoningen aanwezig zijn. De overzijde is gekenmerkt door de Sint-Bavokerk, het heemmuseum Wilrica en het park Steyrelinck. De beoogde inrichting van 7 appartementen overschrijdt de draagkracht van het perceel, dat rijkt tot aan de Kortestraat, en die van de omgeving niet en is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 10 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Het betreft volledige sloop en nieuwbouw. 0 appartementen < 60m² met parkeernorm 1,2 5 appartementen tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1,35 à 5 x 1,35 = 6,75 2 appartementen > 90m² met parkeernorm 1,55 à 2 x 1,55 = 3,10 Er verdwijnen door de verbouwing parkeerplaatsen, maar aangezien ook de vorige functie volledig weg is, tellen we deze niet bij de parkeerbehoefte. De werkelijke parkeerbehoefte is 6,75 + 3,10 = 9,85 à 10 parkeerplaatsen |
De plannen voorzien in 10 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 10. Dit aantal is toereikend. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 10 - 10 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen
Voor de 7 2-slaapkamerappartementen is er een fietsparkeerbehoefte van 7 x (2+1) = 21 fietsenstallingen. Aan de tuin van één van de gelijkvloersappartementen is er een fietsenberging voor 3 fietsen. Er wordt in de tuin een gemeenschappelijke fietsenberging voorzien voor de overige appartementen. De stallingen moeten voorzien worden van een hoog-laagsysteem. De twee fietsen tegen de zijmuur in het midden, worden best met een hangsysteem voorzien in het midden, zodat er meer manoeuvreerruimte is voor de andere fietsen. In voorwaarde wordt opgenomen om de 16 fietsen langs de kant van een hoog-laag parkeersysteem te voorzien en de 2 fietsen aan de zijmuur via een hangsysteem te laten parkeren.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het perceel wordt volledig vrijgemaakt van bebouwing. Aan de Sint-Bavostraat wordt het woongedeelte voorzien met vier bouwlagen en ondergrondse parking. De fietsen- en tuinberging wordt achteraan voorzien in 1 bouwlaag. Tussen beide gebouwen bevindt zich de tuinzone voor de twee appartementen op het gelijkvloers. Het hoofdgebouw heeft een hoogte van 13,50m en heeft een hoogteverschil van 41cm tegenover de linkerwoning (nr. 75). De voorziene bouwdieptes zijn aanvaardbaar op een dergelijk perceel en tegenover de omliggende omgeving. Er worden geen storende effecten veroorzaakt voor de aanliggende percelen op vlak van schaal en ruimtegebruik.
Visueel-vormelijke elementen
De voor- en achtergevel worden opgetrokken in een wit geschilderde baksteen. Hiervoor wordt een afwijking voorzien wegens strijdigheid met de geldende voorschriften. Het dak word uitgevoerd in rood geschakeerde dakpannen. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in een houtnerfstructuur of aluminium. Onderaan wordt een plint van arduin geplaatst. Achteraan wordt zwart stalen smeedwerk toegevoegd aan de inpandige terrassen. De fietsen- en tuinberging achteraan worden opgetrokken in witte sierpleister met een garagepoort in plankenstructuur in een aluminium zwarte kleur, als toegang naar de parkeergarage. De opmerkingen van de welstandcommissie met ongunstig besluit op 13/02/2018 hadden voornamelijk betrekking op de het visuele aspect van het nieuwe pand. Deze opmerkingen werden verwerkt in de voorliggende aanvraag. De toegepaste materialen zijn aanvaardbaar. Er worden vanuit stedenbouwkundig oogpunt geen storende effecten verwacht met betrekking tot de visuele en vormelijke aspecten.
Cultuurhistorische aspecten
Het pand is gelegen in woongebied met culturele, historische en/of esthetische (CHE) waarde. Advies werd gevraagd aan onroerend erfgoed/ monumentenzorg. Het advies luidt als volgt:
“De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie gelegen in CHE-gebied of opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. De geplande werken werden voorbesproken met de stedelijke dienst monumentenzorg. De aanvraag voldoet aan artikel 5§1 en 5§2 van de stedelijke bouwcode. Het che-rapport heeft uitgewezen dat het complex geen uitzonderlijke erfgoedkenmerken bevat of getuigt van enige architecturale kwaliteit. Daarnaast hebben de verschillende verbouwingscampagnes, leegstand en de gewijzigde stedenbouwkundige context, de erfgoedwaarden van het pand dusdanig uitgehold dat vervanging door een kwalitatieve nieuwbouw bespreekbaar is. Het ontwerp dient op welstand getoetst. Indien er tijdens de sloop van de panden nog extra gegevens aan het licht komen die de bouwhistoriek vervolledigen, dan dienen deze onderzocht en gedocumenteerd (structurele opbouw voorhuis,….). Mogelijke aanvullende informatie mag bezorgd worden aan de stedelijke dienst monumentenzorg.”
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De appartementen zijn ruim met voldoende lichtinval, worden telkens voorzien van een buitenruimte met voldoende respect voor privacy en zijn gebruiksvriendelijk ingericht.
Het laten begroeien van de wachtgevel, gelegen aan het onbebouwd perceel, met inheems plantgoed kan gunstig worden geadviseerd omdat groen, onder eender welke vorm, een positief effect heeft op de algemene leefkwaliteit in een stedelijke omgeving. De klimplanten zullen worden geleid tegen de gevelleien waarbij de constructie op een eenvoudige manier te verwijderen is indien nr.79 wil bouwen.
Het onderbroken voetpad (nu uitgevoerd in straatkeien) ter hoogte van de voormalige garage aan de Sint-Bavostraat dient doorgetrokken te worden en het bestaande voetpad dient heraangelegd te worden daar de garage intrit aan deze zijde verdwijnt.
Alle noodzakelijke wijzigingen buiten de eigendomsgrens, deel uit makend van Openbaar Domein, dient afgestemd te worden met de consulent Openbaar Domein van het district Wilrijk en de (her)aanleg zelf gebeurt via Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud;
Mits voldaan aan de voorwaarden zijn de geplande werken stedenbouwkundig aanvaardbaar en verenigbaar met de goede ruimtelijke aanleg van de plaats. De voorliggende aanvraag wordt voorwaardelijk gunstig beoordeeld.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
5 juli 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
27 juli 2018 |
Start openbaar onderzoek |
3 augustus 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
1 september 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
9 november 2018 |
Verslag GOA |
16 oktober 2018 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
3 augustus 2018 |
1 september 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018069945 |
Gegevens van de aanvrager: |
Algemeen Bouwbedrijf M.C.M. met als adres Energieweg 12 te 2390 Malle |
Ligging van het project: |
Sint-Bavostraat 77 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 42 sectie B nr. 50Y |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
slopen van een bedrijfsgebouw en bouwen van een nieuw woongebouw |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Bestaande en vergund geachte toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.