Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
AQUAFIN NV |
6 september 2018 |
21 september 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart |
26 juli 2018 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
26 juli 2018 |
14 augustus 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
AQUAFIN NV |
26 juli 2018 |
29 augustus 2018 |
Ongunstig |
Fluvius |
26 juli 2018 |
7 augustus 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
PROXIMUS |
26 juli 2018 |
10 augustus 2018 |
Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
26 juli 2018 |
1 augustus 2018 |
Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam |
26 juli 2018 |
26 juli 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
26 juli 2018 |
27 juli 2018 |
stadsontwikkeling/ team stadsbouwmeester - welstandscommissie |
26 juli 2018 |
17 augustus 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
de breedte van een looppad moet minimum 1,5m zijn. De gang naar de meterlokalen in de kelder moet toegankelijk zijn, De breedte van deze gang heeft over een afstand van 10m een breedte van 1m, dit is te smal;
de parkeerplaatsen voor mindervaliden dienen zich zo dicht mogelijk tegen de ingang van de constructie te bevinden.
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
de fietsen werden voorzien met een tussenafstand van 40cm. Dit is te smal voor een plaatsing in één laag of één niveau. Indien bedoeld is om ze in hoog-laagsysteem te plaatsen, zou deze afstand goed zijn, maar dit is niet zo opgetekend. Vanaf 30 fietsen moet er minimaal 1 elektrisch oplaadpunt voorzien worden;
Sectorale wetgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De Lamorinièrestraat en omgeving wordt gekenmerkt door één - en meergezinswoningen in gesloten bebouwing. De beoogde meergezinswoning is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Wegens het verdwijnen van de bestaande handelszaken werd volgend advies gegeven door de stedelijke dienst ‘ondernemen en stadsmarketing / business en innovatie’:
“Het betreft hier de afbraak van bestaande gebouwen met handelsgelijkvloers voor de realisatie van een monofunctionele woonfunctie. In het dossier is geen motivatie terug te vinden waarom er geen nieuwe economische functie wordt voorzien in het project.
In het kader van ‘Labo XX Werk’ en vanuit heel wat beleidsdocumenten wordt er net gewezen op de noodzaak om functies te verweven en monofunctionele ontwikkelingen te vermijden.
Zowel de bestemming, de omgeving als de projectsite laten een meer verweven ontwikkeling toe.”
Zonder afbreuk te doen aan de terechte wens om woon- en werkfuncties te verweven, is het voorzien van open en groene ruimte op dit perceel een positieve ontwikkeling die stedenbouwkundig alleen maar toegejuicht kan worden. De omgeving wordt sterk gekenmerkt door woonfuncties en een achterliggende school; gevoelige functies die gebaat zijn bij de groene inrichting van het binnengebied.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Door de iets grotere schaal van de betreffende projectgrond ten opzichte van de kenmerkende korrelgrootte in de straat is het ruimtelijk aanvaardbaar om op voldoende afstand van de aanpalende buren beperkt hoger en dieper te bouwen. De ontpitting van het binnengebied is navenant groot en zorgt voor een merkelijke kwaliteitsverhoging van de tuinzone. Het nieuwbouwvolume sluit qua hoogte en diepte aan op beide buurpanden en komt inzake bouwlagen overeen met de configuratie van soortgelijke projecten in de ruimere omgeving.
Alle woongelegenheden worden voorzien van de vereiste woonkwaliteit door de aanwezigheid van voldoende hoge plafonds, grote raamopeningen en ruime private en gemeenschappelijke buitenruimten. Er wordt in een voldoende mix voorzien van 1-, 2- en 3-slaapkamerappartementen. Iedere woongelegenheid beschikt over een kwalitatieve private buitenruimte. Het voorstel is bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 20 parkeerplaatsen. Uit het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit: “De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Er worden 16 wooneenheden gerealiseerd. - 12 appartementen tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1.2 à 12 x 1.2 = 14.4 - 4 appartementen > 90m² met parkeernorm 1.35 à 4 x 1.35 = 5.4 De werkelijke parkeerbehoefte is 20.”
|
De plannen voorzien in 17 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. “Het aantal nuttige parkeerplaatsen is 17.”
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 17. Volgende stedenbouwkundige redenen laten toe om minder parking te voorzien dan de werkelijke parkeerbehoefte: ‘De geleverde inspanning om 17 parkeerplaatsen te voorzien is maximaal, zodat er nog voldoende tuinzone bewaard blijft die niet onderkelderd wordt, nodig voor een goede infiltratie van het regenwater en een hoogwaardige levensvatbare groenaanplanting.’
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3 – 3 = 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 20 – 17 = 3. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Uit het advies mobiliteit: “Er waren 2 woningen en een handelsruimte in de vergunde toestand. Geen van deze functies hadden parkeerplaatsen op eigen terrein. Voor de woningen werden er 2 parkeerplaatsen afgewenteld op het openbaar domein en voor de handelsruimte (werd ingevuld door supermarkt) ook minstens 1. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 3.” Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 3 parkeerplaatsen. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3 – 3 = 0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 29 mei 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Het advies Mobiliteit bevat ook volgende zaken inzake ontsluiting van de parking en de fietsvoorzieningen:
“De toegang van de parking is slechts 2,74m breed. Omdat het niet mogelijk is om te kruisen moet de toegang van de parking geregeld worden met een verkeerslicht.
Er zijn 43 fietsstalplaatsen nodig voor de 16 appartementen volgens de bouwcode. Er worden 44 fietsstalplaatsen voorzien in het bijgebouw. Deze zijn conform de richtlijnen met afmetingen van de bouwcode indien het een hoog-laag systeem betreft. De tussenafstand is immers maar 0.4m.”
De aandachtspunten van de dienst mobiliteit worden integraal bijgetreden. Het gebruik van verkeerslichten en een hoog-laagsysteem voor fietsen wordt als voorwaarde opgelegd bij deze vergunning.
Er wordt bovendien, conform artikels 29 en 30 van de bouwcode, opgelegd om minstens één oplaadpunt te voorzien voor elektrische fietsen en een elektriciteitsvoorziening voor een elektrisch oplaadpunt voor wagens.
Visueel-vormelijke en cultuurhistorische elementen
Het straatbeeld wordt gekenmerkt door aaneengesloten bebouwing met gepleisterde en gemetselde gevels in witte, rode en gele tinten en grote verschillen in stijlen en afwerkingsgraad. De aangevraagde materialisatie in zandkleurig gevelmetselwerk is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Omwille van de schaalvergroting ten opzichte van de bestaande omgeving, werd dit project
voorgelegd aan de welstandscommissie op 17 augustus en werd als volgt geadviseerd:
“Het project werd reeds besproken en de aanpassingen in de ingediende bouwaanvraag liggen voor. De welstandscommissie apprecieert de doorgevoerde detaillering op het gelijkvloers, maar vraagt om eenzelfde aandacht voor detail door te trekken in vb. dorpels, kroonlijsten, rollagen, etc. Wat betreft de balkons vraagt de welstandscommissie om geen uitkragingen te voorzien, maar het parament te laten doorlopen. Een uniforme behandeling van de balkons is wenselijk, zoals nu voorzien aan de linkerzijde.
Het raam op het gelijkvloers, onder de balkons, kan dan meer links geplaatst worden zodat dit aansluit bij de aangepaste gevelindeling (doorlopen parament). De terugliggende daklaag wordt best uitgevoerd in eenzelfde paramentmetselwerk.
Conclusie:
- Balkons: uniforme behandeling zoals aan de linkerzijde, geen uitkragingen voorzien, maar parament laten doorlopen
- Aandacht voor detaillering: dorpels, kroonlijsten
- Daklaag: voorzien in metselwerk ipv pleisterwerk”
Bovenstaande adviezen worden bijgetreden en opgelegd als voorwaarden bij de vergunning. Als detaillering van de kroonlijst wordt aangeraden om het verticaal metselverband uit de plint te herhalen. Er wordt bovendien aangeraden om verdere verfijning van een aantal bouwdetails te onderzoeken, zoals het gebruik van rollagen boven de raamopeningen of een verfijnde plaatsing van arduinen voor dorpelsen lijsten.
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van artikel 27 van de verordening toegankelijkheid. De voorbehouden parkeerplaats nr. 6 wordt namelijk relatief ver van de toegang geplaatst. Op basis van artikel 33 kan hiervoor een afwijking toegestaan worden. De andere voorbehouden parkeerplaats (nr. 14) bevindt zich dichtbij de toegang en ook parkeerplaatsen 11 en 15 bieden ook een relatief hoog gebruiksgemak voor mindervaliden.
Er is geen reden om af te wijken van de toegankelijkheid van de meterlokalen in de kelder. In voorwaarde wordt opgelegd om de gang naar de meterlokalen uit te voeren met een minimale breedte van 1m20 na afwerking, een keerpunt aan het einde van de gang en voldoende opstelruimte bij de toegangsdeuren van de meterlokalen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De inrichting voldoet aan de gestelde eisen inzake hedendaags gebruiksgenot en wooncomfort.
De terrassen respecteren voldoende afstand van de perceelsgrenzen en zijn niet hinderlijk voor de privacy op de omliggende percelen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
6 juli 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
26 juli 2018 |
Start openbaar onderzoek |
1 augustus 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
30 augustus 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
8 november 2018 |
Verslag GOA |
18 oktober 2018 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
1 augustus 2018 |
30 augustus 2018 |
1 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
Beoordeling: Het is inderdaad correct dat het project afwijkt van het referentiebeeld in de omgeving omwille van de schaal die ontstaat door verschillende percelen samen te voegen.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is er geen bezwaar tegen de voorgestelde hoogte in het straatbeeld. De hoogte van het voorgevelvlak sluit in grote mate aan op de kenmerkende kroonlijsthoogte aan deze zijde van de straat. De beperkte verhoging van het gevelvlak in een centrale travee benadrukt de verticale geleding van het gebouw. Door de inplanting van de inpandige terrassen en de plaatselijke verhoging van de kroonlijst leest het gebouw als vier verticale delen die overeenstemmen met de typische korrelgrootte van de omgevende bebouwing. Er wordt gepast aangesloten met de aanpalende gebouwen. De daklaag is beperkt zichtbaar in het straatbeeld en doet geen afbreuk aan de visuele inpassing.
De afwezigheid van sterk geprofileerde gevelversieringen wordt aanvaard als onderdeel van de hedendaagse architectuur. Er dient opgemerkt dat een verscheidenheid aan typologieën, stijlperiodes en schaal ook eigen is aan de stedelijke context en deze omgeving. Toch is er een terechte bezorgdheid over de vervlakking en lage afwerkingsgraad van de gevel. In het kader van de algemene beeldkwaliteit werd advies verleend door de welstandscommissie. Op basis van dit advies worden voorwaarden opgelegd inzake de gevelafwerking. Het bezwaar is deels gegrond;
Beoordeling: Alle voorliggend woongelegenheden voldoen aan de gestelde eisen inzake modern wooncomfort zodat het aangevraagde woonprogramma niet in vraag wordt gesteld. De ingerichte woningen zijn voldoende ruim en kwalitatief, met goede oplossingen voor o.a. autoparkeerplaatsen, fietsenberging, buitenruimte en een gemeenschappelijk afvallokaal.
Door de bestaande bebouwing in de tuinzone te vervangen door een open en groene tuin, wordt hierbij een duidelijke meerwaarde gecreëerd voor de omwonenden die zullen uitkijken op een groen binnengebied. Speculatie over toekomstig gebruik van deze tuin, maakt geen deel uit van deze aanvraag.
Gelet op de hoge kwaliteit van de woningen en de meerwaarde voor het binnengebied, wordt de verdichting hier wel gunstig geacht. Het bezwaar is ongegrond;
Beoordeling: De parkeernormen die gebruikt worden door de stedelijke dienst Mobiliteit houden reeds rekening met een aandeel voor bezoekers. De aanvraag voldoet aan deze parkeernormen en voorziet de volledige parkeerbehoefte op eigen terrein. De inspanningen om parkeerplaatsen te voorzien zijn toereikend voor dit project. Het bezwaar is ongegrond;
Beoordeling: De hoogte van de aangevraagde bebouwing is niet dermate afwijkend van de bestaande bebouwing. De negatieve luchtkwaliteit is niet inherent aan het hoger bouwen, maar aan het vervuilende verkeer in de straat. Oplossingen hiervoor moeten op een ruimere schaal gezocht worden en niet door het beknotten van bouwrechten. De bebouwing bevindt zich bovendien aan de noordwestzijde van de straat, zodat de impact op bezonning beperkt is. Het bezwaar is ongegrond;
Beoordeling: Er is niet noodzakelijk een causaal verband tussen voorliggende oplossing en de te verwachten overlast zoals omschreven in het bezwaarschrift. Vanuit een goed nabuurschap is het evident dat overlast, van welke aard dan ook, steeds beperkt wordt. Bovendien zijn de insprongen wel degelijk afgesloten. De plaatsing van de poorten op 1m50 van het gevelvlak kan stedenbouwkundig aanvaard worden. Het bezwaar is ongegrond;
Beoordeling: Het is correct dat de straatgevel hoofdzakelijk uit slaapkamers bestaat. Er zijn echter ook verschillende terrassen die een levendig gebruik mogelijk maken en op het gelijkvloers bevindt zich ook een keuken en twee doorgangen met zicht op de groene binnentuin, zodat voldoende contact tussen de gebruikers van het gebouw en de straat mogelijk is. De aanvraag voldoet aan artikel 12 ‘levendige plint’ van de bouwcode. Het bezwaar is ongegrond;
Beoordeling: Wonen in een stad houdt een hogere densiteit in, zodat enige inkijk niet kan voorkomen worden. Dit staat goed nabuurschap niet in de weg. Het Burgerlijk Wetboek schrijft een minimumafstand voor voor het creëren van rechtstreekse en schuine zichten op een aanpalend erf. De aanvraag voldoet op alle plaatsen aan deze afstanden door de toegankelijke terrassen op minstens 1m90 van de perceelsgrenzen in te richten. Het bezwaar is ongegrond;
Beoordeling: Er wordt opgemerkt dat er duidelijk melding wordt gemaakt van regenwaterafvoeren in de voorgevel in de plannen, maar dat deze informatie niet op de geveltekening wordt weergegeven. Deze regenwaterafvoeren worden ingewerkt in het gevelmetselwerk en bekleed met een zinken afwerkingsplaat. Er is geen aanleiding om andere afwijkingen te vermoeden. Een aanvraag wordt vergund conform de bij de bouwaanvraag ingediende plannen en de aanvrager is verplicht de werken uit te voeren volgens deze plannen. Het bezwaar is ongegrond;
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018084031 |
Gegevens van de aanvrager: |
Fullerstone Development met als contactadres De Roest d'Alkemadelaan 12 bus 48 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Lamorinièrestraat 178-182 te 2018 Antwerpen (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 6 sectie F nrs. 1317T11 en 1320X9 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
slopen van bestaande bebouwing en bouwen van een nieuwe meergezinswoning met 16 wooneenheden met ondergrondse parkeergarage |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
nr. 178:
nr. 180:
nr. 182:
Laatst vergunde toestand en bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij:
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.