Terug

2018_CBS_09456 - Omgevingsvergunning - OMV_2018084507. Oranjestraat 50. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 26/10/2018 - 09:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_09456 - Omgevingsvergunning - OMV_2018084507. Oranjestraat 50. District Antwerpen - Weigering 2018_CBS_09456 - Omgevingsvergunning - OMV_2018084507. Oranjestraat 50. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse Regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

30 juli 2018

31 augustus 2018

Voorwaardelijk gunstig


Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ mobiliteit

30 juli 2018

2 augustus 2018

stadsontwikkeling/ geacht vergund

30 juli 2018

2 augustus 2018

Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam

30 juli 2018

30 juli 2018

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

30 juli 2018

31 juli 2018


Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in volgende zones: artikel 1 zone voor wonen - (wo).

Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:

Algemene voorschriften:

  • artikel 1.3: De uitkragende terrassen op de 2de verdieping ter hoogte van de achtergevel zorgen voor privacyhinder voor de aanpalende woningen door de verhouding van de diepte met de afstand ten opzichte van de perceelsgrens én door hun hoogteligging.
  • artikel 1.7.1: Door het dichtbouwen van de koer is er geen open ruimte meer aanwezig.
  • artikel 1.9.2: Bij functiewijziging van de bestaande vergunde activiteit gelegen in het binnengebied zijn ateliers en opslag mogelijk. Op voorwaarde dat 50% van de grondoppervlakte van het gebouw verwijderd wordt en bebouwing beperkt wordt tot 1 bouwlaag, met een maximale bouwhoogte van 4,5. In voorliggende aanvraag is echter het volledige perceel dicht gebouwd en de bebouwing heeft een bouwhoogte groter dan 4,5m.

Bijzondere voorschriften:

  • artikel 1.1: De aanvraag betreft een functiewijziging van garagewerkplaats naar detailhandel met magazijn. Detailhandel is niet toegelaten in zone voor wonen uitgezonderd op hoekpercelen. Het perceel betreft geen hoekperceel. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
    De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
    De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
    De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
    De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt

geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft een functiewijziging van garagewerkplaats naar detailhandel en magazijn. Detailhandel is niet toegelaten in ‘zone voor wonen’ met uitzondering van hoekpercelen. De functie detailhandel is bijgevolg functioneel niet inpasbaar.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met de kroonlijstverhoging van het linker pand. Het volume in binnengebied zoals voorgesteld is echter storend voor de omgeving, strijdig met de verordenende voorschriften en niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

Zo dient de open ruimte, de beplantingen en de niet verharde bodem van de nog maar schaarse aanwezige binnenplaatsen en tuinen zorgvuldig bewaard te blijven. Bij verbouwingen, uitbreiding of toevoeging van bijgebouwen moet het percentage open ruimte/bebouwde ruimte per perceel vergroten of gelijk blijven. Door het dichtbouwen van de koer is er geen open ruimte meer aanwezig.

Daarenboven is de aanvraag niet duidelijk en niet ondubbelzinnig opgemaakt in functie van de bouwdiepte van het hoofdvolume en de aansluiting met de buurpanden.

De aanvraag maakt ook geen melding van welke werken, handelingen of wijzigingen werden uitgevoerd zonder vergunning en voor welke van deze werken, handelingen of wijzigingen nu vergunning wordt aangevraagd.

De buurprofielen stemmen, zowel in grondplannen als in de snedes, niet overeen met de werkelijkheid.

Door tegenstrijdige gegevens is het niet mogelijk een correcte evaluatie te maken van de werken, handelingen of wijzigingen aan de bouwdiepte van het hoofdvolume op de verdiepingen en de terrassen.

Visueel-vormelijke elementen

Het verlagen van de kroonlijst ter hoogte van de achtergevel is niet wenselijk. Het oorspronkelijke zadeldak in zijn zuivere vorm, waarbij de kroonlijsthoogte achteraan en vooraan zich op dezelfde hoogte bevinden, gaat zo verloren.

Verder dient opgemerkt dat de dakkapellen zeer groot zijn, waardoor de oorspronkelijke vorm van het dak vanaf de straat nog moeilijk herkenbaar is. Verder is de verhoudingen tussen gesloten en open delen in de dakkapellen ook zeer vreemd.

Tenslotte wenst de bouwheer de voorgevel te isoleren en te bepleisteren.  Het na - isoleren van de gevels is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar. Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd. Om vervlakking van het straatbeeld tegen te gaan, dient moet er vanuit de zorg voor de architecturale kwaliteit echter aandacht worden besteed aan een aantal ontwerpdetails bij het opnieuw bepleisteren van de gevel. Concreet dienen de afmetingen van de raamopeningen en de arrière corps behouden te blijven (ook tussen de 2 panden in voorliggende aanvraag), moeten de bestaande decoratieve gevelreliëfs steeds evenveel uit het vernieuwde gevelvlak springen als in bestaande toestand het geval is, en moet er gebruik worden gemaakt van hoekprofielen voor het pleisterwerk die niet zichtbaar zijn in de gevel. De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14cm uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De leefruimte op de 1ste verdieping van de rechterwoning beschikt over onvoldoende wooncomfort mits deze aan de achterzijde enkel over een zeer kleine gevelopening beschikt door de aanwezigheid van het achterliggend magazijn.

De uitkragende terrassen op de 2de verdieping ter hoogte van de achtergevel zorgen voor privacy hinder voor de aanpalende woningen.

Verder voldoet de aanvraag, gezien de vele strijdigheden met de verordende voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan 2060, niet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. Voorliggende aanvraag is storend voor de omgeving en niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.

Er wordt geen wijziging gedaan in het aantal woongelegenheden en ook de impact van de functie op de begane grond blijft behouden. De aanvraag betreft dus geen wijziging van de parkeerbehoefte.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit aantal is toereikend.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.


Voor zowel de commerciële functie, als de woonfunctie wordt er geen ruimte voorzien voor fietsenstallingen. Het is wenselijk om voor beide functies afzonderlijk ruimte te voorzien voor het stallen van fietsen op een liefst afgesloten locatie.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

6 juli 2018

Volledig- en ontvankelijk

30 juli 2018

Start openbaar onderzoek

6 augustus 2018

Einde openbaar onderzoek

4 september 2018

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

12 november 2018

Verslag GOA

17 oktober 2018

naam GOA

Wim Van Roosendael

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

6 augustus 2018

4 september 2018

1

0

0

0


Bespreking van de bezwaren

  1. 1.     Functiewijziging: bezwaarindiener merkt op dat in de stedenbouwkundige nota  het volgende werd bepaald: ”Er zijn  geen functiewijzigingen en uitbreidingen van het aantal woongelegenheden”. Volgens bezwaarindiener is er wel degelijk sprake van functiewijzigingen: Enerzijds werden achteraan  in  het magazijn  op de bestaande toestand  kantoren getekend.  Dit  stemt  niet  overeen  met  de  realiteit.  In  nieuwe  toestand  zouden deze kantoren ook geen daglicht hebben, tenzij  beperkt via een golfplaten dak; Anderzijds doet men ten onrechte vermoeden dat er geen volume uitbreidingen zouden  zijn  door te wijzen  op  het feit dat er geen  stijging zou  zijn  van  het aantal woongelegenheden.  Er  is  wel  degelijk  sprake  van  een  volume  uitbreiding  In  de hoogte en in de diepte.  Niet het minst door ver uitgebouwde en op de kolommen steunende terrassen aan de achtergevel; Gelet op  het voorgaande,  dient te worden  vastgesteld  dat er wel  degelijk  sprake is  van  functiewijzigingen.

Beoordeling:

Het klopt dat er een functiewijziging wordt doorgevoerd op de gelijkvloerse verdieping ten opzichte van de laatst vergunde toestand beschikbaar in de stedelijke archieven.

Het klopt echter niet dat men ten onrechte doet vermoeden dat er geen volume uitbreidingen zouden zijn door te wijzen op het feit dat er geen stijging zou zijn van het aantal woongelegenheden. Het aantal woongelegenheden staat los van de volume uitbreiding. De volume uitbreiding in de hoogte en het volume van de terrassen wordt weergegeven op plan.

Het klopt wel dat de plannen geen duidelijke en dubbelzinnige informatie bevat en niet stroken met de werkelijkheid, zoals bezwaarindiener aantoont via foto’s. Hierdoor zijn de wijzigingen met betrekking tot de bouwdiepte op de verdiepingen niet beoordeeldbaar.

Het bezwaar is gedeeltelijk gegrond.

  1. 2.     Scheidsmuren, wegnemen van licht en inbreuk op privacy: bezwaarindiener merkt op dat in de aanvraag voorts wordt beweerd dat "de scheidingsmuren met de

aanpalende buren ongewijzigd blijven en bestaand zijn.”Met deze bewering wordt zowel in de plannen (inclusief de inplanting) alsook in de snedes de waarheid geweld aangedaan. Zo beweert men o.a. dat het perceel van bezwaarindiener (Oranjestraat 54) volledig bebouwd zou zijn, terwijl in realiteit er een vergunde patio is van ca. 10 tot 16 m na de voorgevellijn. Daarenboven tekent men de achtergevellijn van de voorbouw van het betrokken pand 2m te diep. Dit maakt dat de aangevraagde terrassen op eigen terrein niet 3.14m in uitbouw voorzien zijn, maar zelfs ruim 5m! Deze terrassen die vanwege de kolomstructuur zonder meer een bouwvolume betreffen, lopen m.a.w. quasi-volledig langs de vergunde patio. Door de foute weergave van de gabarieten doet men vermoeden dat de terrassen geen hinder zouden geven voor de omwonenden. Dit is echter manifest onjuist. Aangezien de weergegeven diepte incorrect werd opgegeven, zullen de terrassen de voorgevel van de vergunde achterbouw raken. Deze liggen ook boven het niveau van de bestaande scheidingsmuur zodat ze -gezien de oriëntatie — het enige licht wegnemen op de patio van het pand van bezwaarindiener te Oranjestraat 54. Tevens is dit een ernstige inbreuk op de privacy van cliënt gelet op de directe inkijk op de patio en de voorbouw van de Oranjestraat 54. Eenzelfde situatie doet zich ook voor de buurman aan de andere zijde, m.n. te Oranjestraat 48.

Beoordeling:

Het klopt dat de aanvraag niet duidelijk en dubbelzinnig is opgemaakt in functie van de wijzigingen met betrekking tot de bouwdiepte van het hoofdvolume en de aansluiting met de buurprofielen en dat de open ruimte bij het buurpand niet correct werd weergegeven.

Het klopt tevens dat de nieuwe terrassen voor privacyhinder zullen zorgen bij de buurpanden.

Het bezwaar is gegrond. 

  1. 3.     Uitbreiding dak volume/draagvloer: bezwaarindiener merkt op dat in de stedenbouwkundige nota men kan lezen dat ”De linkse woning wordt uitgebreid in dak volume en hoogste draagvloer 6. 6m2”. Het is bezwaarindiener volstrekt onduidelijk waar deze omschrijving betrekking op heeft.

Beoordeling:

Het kan kloppen dat dit onduidelijk is voor bezwaarindiener. Het is echter niet duidelijk welk bezwaar bezwaarindiener met bovenstaande melding wil stellen.

Het bezwaar is ongegrond.

  1. 4.     Het buitenschrijnwerk / afwijkingen klassiek concept: tevens leest bezwaarindiener in de stedenbouwkundige nota dat er "nieuw buitenschrijnwerk” zou worden geplaatst.

De materialen van dit schrijnwerk wordt weergegeven op de gevelplannen. Het betreffen grotendeels PVC ramen. Gelet op het klassieke gevelconcept, is de plaatsing van PVC ramen tegen elke regel van goede ruimtelijke ordening in.

Beoordeling:

Het klopt niet dat PVC ramen gezien het klassiek gevelconcept stedenbouwkundig niet aanvaardbaar zijn. Het betreft geen beeldbepalend pand. Er zijn meerder panden in de Oranjestraat gekend met PVC ramen. PVC ramen zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar voor voorliggende aanvraag.

Het bezwaar is ongegrond.

  1. 5.     Cruciale fouten in de plannen/tekeningen wat betreft de aanpalende woning: de bezwaarindiener merkt op dat de inplanting van het vergunde pand te Oranjestraat 54 wordt weergegeven als een voorbouw van 12.09m en aansluitend een achterbouw van 23.23.m. Dit stemt niet overeen met de werkelijkheid. Het pand van bezwaarindiener betreft een voorbouw van 10.2m, een patio van 6m en een achterbouw van gemiddeld 18m. Zoals hiervoor aangehaald, is de afwijking in het aanvraagdossier in vergelijking met de realiteit aanzienlijk. Deze plannen geven een geheel vertekend beeld van de realiteit. Het is opmerkelijk dat er geen enkele foto wordt bijgevoegd van de situatie ter plaatse van de achtergevels van de voorbouw. Dit is uiteraard omdat de situatie in realiteit niet strookt met de getekende weergave: noch in tekening noch in afmeting. Zoals reeds aangehaald, zijn op basis van deze foutieve plannen de voorziene terrassen 5m uitgebouwd i.p.v. de voorgestelde 3.14m. Deze fout in de tekeningen/plannen heeft aanzienlijke complicaties voor de stedenbouwkundige orde en de rechten van de omwonenden (privacy, enz.).

Beoordeling:

Het klopt dat de aanvraag niet duidelijk en dubbelzinnig is opgemaakt in functie van de bouwdiepte van het hoofdvolume en de aansluiting met de buurpanden.

De aanvraag maakt ook geen melding van welke werken, handelingen of wijzigingen werden uitgevoerd zonder vergunning en voor welke van deze werken, handelingen of wijzigingen nu vergunning wordt aangevraagd.

Het klopt ook dat geen foto’s werden toegevoegd van de achtergevel.

Door tegenstrijdige gegevens is het niet mogelijk een correcte evaluatie te maken van de werken, handelingen of wijzigingen aan de bouwdiepte van het hoofdvolume op de verdiepingen en de terrassen.

Het bezwaar is gegrond.

  1. 6.     Brandveiligheid niet gerespecteerd: de bezwaarindiener merkt op dat men op de plannen nieuwe metalen liggers en kolommen ter ondersteuning van de nieuw ontworpen terrassen voorziet. Het is volstrekt onduidelijk hoe deze gaan lopen als men de tekeningen consulteert. Naast het enorme bouwvolume van de terrassen, zijn er ook aanzienlijke problemen te voorzien in het licht van brandpreventie. Deze terrassen grenzen quasi aan het achterliggende hoofdgebouw van de Oranjestraat 54 (gelet op de fout in de

plannen/tekeningen). Bij brand is een brandoverslag onvermijdbaar. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de nieuwe terrassen worden gebouwd boven een bestaand brandbaar dak, hetgeen ook niet in lijn kan worden gebracht met de regels inzake brandpreventie. Ook bij de bestaande ramen in de achtergevel is er geen brandoverslag noch El waarde voorzien.

Beoordeling:

Voorliggende aanvraag werd voorgelegd ter advies aan de brandweer, zij formuleerden een voorwaardelijk gunstig advies.

Het bezwaar is ongegrond.

  1. 7.     Achtergevel, het binnengebied en de snede: de bezwaarindiener merkt op dat wat de achtergevel en de snede betreft het ongezien is dat ramen van een woning uitgeven ofwel direct op het dak ofwel zelfs in een magazijn. Dit is eveneens een inbreuk op alle waarden van goede woonkwaliteit. Het is duidelijk op de snede en de tekening van de achtergevel dat de pas van de woningen een stuk lager ligt dan het dak van het achterliggende magazijn. Een tuinzone is niet alleen in het kader van de woonkwaliteit doch ook vanuit de regelgeving voorzien in het ruimtelijk uitvoeringsplan 2060 (RUP 2060: inzake ontpitting) een correctere oplossing:

4.9 Overdruk — binnengebied

Ontpitting (het verwijderen van magazijnen en koterijen waardoor er tuinen kunnen gecreëerd worden) is een belangrijk speerpunt in dit RUP. De binnengebieden van de bouwblokken moeten maximaal ontpit worden ten behoeve van tuinen en groen"

Volledigheidshalve merkt bezwaarindiener nog op dat op de snede men het bestaande magazijn tekent als op betonstroken gefundeerd. De scheidingsmuur met het pand te Oranjestraat 54A is volledig op houten palen gefundeerd volgens de Amsterdamse methode zonder schuifhout. Wijzigingen aan deze muur zoals het voorzien van profielen voor de opbouw van terrassen zijn niet mogelijk daar deze met puntlast kunnen zorgen voor de instabiliteit van de muren. In zoverre deze terrassen reeds zouden kunnen geplaatst, quod certe non, staat het nog steeds vast dat kolomstructuren op eigen terrein dienen te worden opgelost.

Bezwaarindiener merkt tevens op dat op de tekening van de achtergevel een slagschaduw

werd getekend afkomstig van het pand van nummer 54, en dit om opnieuw het

onjuiste vermoeden te geven dat het pand van bezwaarindiener dieper zou liggen dan het

pand dat voorwerp is van de aanvraag. Dit is manifest onjuist. Ook de foto’s van

de voorgevel en de straat die worden toegevoegd, dateren van 2013 en geven

geen correct beeld van de actuele situatie.

Beoordeling:

Het klopt dat de eerste verdieping van de linkse woning van voorliggende aanvraag door de aanwezigheid van het achterliggend magazijn onvoldoende woonkwaliteit heeft.

Het klopt dat functiewijzigingen in binnen gebied toegestaan zijn onder een aantal voorwaarden. Een van de voorwaarden is dat 50% van de grondoppervlakte verwijderd wordt. Ook dient de bebouwing beperkt tot 1 bouwlaag met een maximale bouwhoogte  van 4,5 meter. Verder dient het percentage open ruimte bewaard ten opzichte van de laatst vergunde toestand per perceel te vergroten of gelijk blijven.

De instabiliteit van de scheidsmuren, waarover bezwaarindienen melding maakt, betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die los staat van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid.

Het klopt dat de aanvraag niet duidelijk en dubbelzinnig is opgemaakt in functie van de bouwdiepte van het hoofdvolume en de aansluiting met de buurpanden.

De aanvraag maakt ook geen melding van welke werken, handelingen of wijzigingen werden uitgevoerd zonder vergunning en voor welke van deze werken, handelingen of wijzigingen nu vergunning wordt aangevraagd.

Het klopt ook dat geen foto’s werden toegevoegd van de achtergevel.

Door tegenstrijdige gegevens is het niet mogelijk een correcte evaluatie te maken van de werken, handelingen of wijzigingen aan de bouwdiepte van het hoofdvolume op de verdiepingen en de terrassen.

Bezwaarindiener meldt dat de foto’s van de voorgevel en de straat die worden toegevoegd van 2013 dateren en geen correct beeld van de actuele situatie geven. De vergunning verlenende overheid kan enkel afgaan op de informatie die wordt verstrekt door de opdrachtgever. Ondanks de inhoud van het bezwaar, wordt er geen tegenbewijs aangeleverd.

Het bezwaar is deels gegrond.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer:

OMV_2018084507

Gegevens van de aanvrager:

de heer Frank Celis met als adres Driesstraat 4 te 3460 Bekkevoort

Ligging van het project:

Oranjestraat 50-52 te 2060 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 7 sectie G nrs. 193B8 en 193D10

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van twee eengezinswoningen met een handelsgelijkvloers


Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • Oranjestraat 50 -52
    • 07/03/1947: vergunning (18#22510) voor 2 benzineputten;
    • 24/07/2015: ingetrokken dossier (20152079) studentenhuisvesting (ongunstig toegankelijkheid)
    • 06/10/2015: ingetrokken dossier (20152079) studentenhuisvesting (ongunstig toegankelijkheid)
    • 08/04/2016: ingetrokken dossier (20152079) studentenhuisvesting (ongunstig brandweer)
    • 14/04/2017: weigering (201765) voor het verbouwen van twee panden met handel en woonst tot studentenhuisvesting met 25 eenheden;
  • Oranjestraat 50
    • 17/05/1946: vergunning (18#20711) voor gevel- en binnenveranderingen;
  • Oranjestraat 52
    • 20/05/1925: vergunning (1925#20914) voor gevel- en binnenveranderingen
    • 15/05/1929: vergunning (1929#33456) voor binnenveranderingen;

Laatste vergunning:

  • gelijkvloers: garagewerkplaats met 2 benzineputten op het gelijkvloers;
  • verdiepingen: geen duidelijke gegevens op de stukken in het archief.

Bestaande toestand

  • op de gelijkvloerse verdieping bevindt zich links op nummer 52 een handelsruimte, met een glazen gevelpui, en rechts op nummer 50 een beperkte doorgang naar een achterliggende magazijn in plaats van een garagewerkplaats met poorten;
  • de volledige gelijkvloerse verdieping werd dichtgebouwd;
  • op de verdieping in het magazijn werden bureelruimte ingericht;
  • in elk pand bevindt zich op de verdiepingen telkens één woning;
  • de toegang van de linker woning is gesupprimeerd;
  • uit bezwaarschrift blijkt dat de aanvraag niet duidelijk en dubbelzinnig is opgemaakt in functie van de bestaande bouwdiepte van het hoofdvolume en de aansluiting met de buurprofielen.

Inhoud van de aanvraag

  • functiewijziging van het gelijkvloers van garagewerkplaats naar een detailhandel en een magazijn met bureelruimten op de verdieping in het magazijn;
    • hierbij wordt het volledige gelijkvloerse verdieping dichtgebouwd en de gevelpui gewijzigd;
  • verbouwen van de twee bovengelegen woningen;
    • uitbreiden van het volume in de diepte en hoogte;
    • voorzien van uitkragende terrassen aan de achtergevel;
    • opnieuw een aparte inkom voor de linkse woning voorzien;
    • beide gevels worden geïsoleerd en bekleed met crepi.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

  • de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt 
  • het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist om de omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.