Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
30 juli 2018 |
31 augustus 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
30 juli 2018 |
2 augustus 2018 |
stadsontwikkeling/ geacht vergund |
30 juli 2018 |
2 augustus 2018 |
Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam |
30 juli 2018 |
30 juli 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
30 juli 2018 |
31 juli 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in volgende zones: artikel 1 zone voor wonen - (wo).
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
Algemene voorschriften:
Bijzondere voorschriften:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft een functiewijziging van garagewerkplaats naar detailhandel en magazijn. Detailhandel is niet toegelaten in ‘zone voor wonen’ met uitzondering van hoekpercelen. De functie detailhandel is bijgevolg functioneel niet inpasbaar.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met de kroonlijstverhoging van het linker pand. Het volume in binnengebied zoals voorgesteld is echter storend voor de omgeving, strijdig met de verordenende voorschriften en niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Zo dient de open ruimte, de beplantingen en de niet verharde bodem van de nog maar schaarse aanwezige binnenplaatsen en tuinen zorgvuldig bewaard te blijven. Bij verbouwingen, uitbreiding of toevoeging van bijgebouwen moet het percentage open ruimte/bebouwde ruimte per perceel vergroten of gelijk blijven. Door het dichtbouwen van de koer is er geen open ruimte meer aanwezig.
Daarenboven is de aanvraag niet duidelijk en niet ondubbelzinnig opgemaakt in functie van de bouwdiepte van het hoofdvolume en de aansluiting met de buurpanden.
De aanvraag maakt ook geen melding van welke werken, handelingen of wijzigingen werden uitgevoerd zonder vergunning en voor welke van deze werken, handelingen of wijzigingen nu vergunning wordt aangevraagd.
De buurprofielen stemmen, zowel in grondplannen als in de snedes, niet overeen met de werkelijkheid.
Door tegenstrijdige gegevens is het niet mogelijk een correcte evaluatie te maken van de werken, handelingen of wijzigingen aan de bouwdiepte van het hoofdvolume op de verdiepingen en de terrassen.
Visueel-vormelijke elementen
Het verlagen van de kroonlijst ter hoogte van de achtergevel is niet wenselijk. Het oorspronkelijke zadeldak in zijn zuivere vorm, waarbij de kroonlijsthoogte achteraan en vooraan zich op dezelfde hoogte bevinden, gaat zo verloren.
Verder dient opgemerkt dat de dakkapellen zeer groot zijn, waardoor de oorspronkelijke vorm van het dak vanaf de straat nog moeilijk herkenbaar is. Verder is de verhoudingen tussen gesloten en open delen in de dakkapellen ook zeer vreemd.
Tenslotte wenst de bouwheer de voorgevel te isoleren en te bepleisteren. Het na - isoleren van de gevels is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar. Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd. Om vervlakking van het straatbeeld tegen te gaan, dient moet er vanuit de zorg voor de architecturale kwaliteit echter aandacht worden besteed aan een aantal ontwerpdetails bij het opnieuw bepleisteren van de gevel. Concreet dienen de afmetingen van de raamopeningen en de arrière corps behouden te blijven (ook tussen de 2 panden in voorliggende aanvraag), moeten de bestaande decoratieve gevelreliëfs steeds evenveel uit het vernieuwde gevelvlak springen als in bestaande toestand het geval is, en moet er gebruik worden gemaakt van hoekprofielen voor het pleisterwerk die niet zichtbaar zijn in de gevel. De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14cm uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De leefruimte op de 1ste verdieping van de rechterwoning beschikt over onvoldoende wooncomfort mits deze aan de achterzijde enkel over een zeer kleine gevelopening beschikt door de aanwezigheid van het achterliggend magazijn.
De uitkragende terrassen op de 2de verdieping ter hoogte van de achtergevel zorgen voor privacy hinder voor de aanpalende woningen.
Verder voldoet de aanvraag, gezien de vele strijdigheden met de verordende voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan 2060, niet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. Voorliggende aanvraag is storend voor de omgeving en niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen. Er wordt geen wijziging gedaan in het aantal woongelegenheden en ook de impact van de functie op de begane grond blijft behouden. De aanvraag betreft dus geen wijziging van de parkeerbehoefte.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Voor zowel de commerciële functie, als de woonfunctie wordt er geen ruimte voorzien voor fietsenstallingen. Het is wenselijk om voor beide functies afzonderlijk ruimte te voorzien voor het stallen van fietsen op een liefst afgesloten locatie.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
6 juli 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
30 juli 2018 |
Start openbaar onderzoek |
6 augustus 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
4 september 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
12 november 2018 |
Verslag GOA |
17 oktober 2018 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
6 augustus 2018 |
4 september 2018 |
1 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
Beoordeling:
Het klopt dat er een functiewijziging wordt doorgevoerd op de gelijkvloerse verdieping ten opzichte van de laatst vergunde toestand beschikbaar in de stedelijke archieven.
Het klopt echter niet dat men ten onrechte doet vermoeden dat er geen volume uitbreidingen zouden zijn door te wijzen op het feit dat er geen stijging zou zijn van het aantal woongelegenheden. Het aantal woongelegenheden staat los van de volume uitbreiding. De volume uitbreiding in de hoogte en het volume van de terrassen wordt weergegeven op plan.
Het klopt wel dat de plannen geen duidelijke en dubbelzinnige informatie bevat en niet stroken met de werkelijkheid, zoals bezwaarindiener aantoont via foto’s. Hierdoor zijn de wijzigingen met betrekking tot de bouwdiepte op de verdiepingen niet beoordeeldbaar.
Het bezwaar is gedeeltelijk gegrond.
aanpalende buren ongewijzigd blijven en bestaand zijn.”Met deze bewering wordt zowel in de plannen (inclusief de inplanting) alsook in de snedes de waarheid geweld aangedaan. Zo beweert men o.a. dat het perceel van bezwaarindiener (Oranjestraat 54) volledig bebouwd zou zijn, terwijl in realiteit er een vergunde patio is van ca. 10 tot 16 m na de voorgevellijn. Daarenboven tekent men de achtergevellijn van de voorbouw van het betrokken pand 2m te diep. Dit maakt dat de aangevraagde terrassen op eigen terrein niet 3.14m in uitbouw voorzien zijn, maar zelfs ruim 5m! Deze terrassen die vanwege de kolomstructuur zonder meer een bouwvolume betreffen, lopen m.a.w. quasi-volledig langs de vergunde patio. Door de foute weergave van de gabarieten doet men vermoeden dat de terrassen geen hinder zouden geven voor de omwonenden. Dit is echter manifest onjuist. Aangezien de weergegeven diepte incorrect werd opgegeven, zullen de terrassen de voorgevel van de vergunde achterbouw raken. Deze liggen ook boven het niveau van de bestaande scheidingsmuur zodat ze -gezien de oriëntatie — het enige licht wegnemen op de patio van het pand van bezwaarindiener te Oranjestraat 54. Tevens is dit een ernstige inbreuk op de privacy van cliënt gelet op de directe inkijk op de patio en de voorbouw van de Oranjestraat 54. Eenzelfde situatie doet zich ook voor de buurman aan de andere zijde, m.n. te Oranjestraat 48.
Beoordeling:
Het klopt dat de aanvraag niet duidelijk en dubbelzinnig is opgemaakt in functie van de wijzigingen met betrekking tot de bouwdiepte van het hoofdvolume en de aansluiting met de buurprofielen en dat de open ruimte bij het buurpand niet correct werd weergegeven.
Het klopt tevens dat de nieuwe terrassen voor privacyhinder zullen zorgen bij de buurpanden.
Het bezwaar is gegrond.
Beoordeling:
Het kan kloppen dat dit onduidelijk is voor bezwaarindiener. Het is echter niet duidelijk welk bezwaar bezwaarindiener met bovenstaande melding wil stellen.
Het bezwaar is ongegrond.
De materialen van dit schrijnwerk wordt weergegeven op de gevelplannen. Het betreffen grotendeels PVC ramen. Gelet op het klassieke gevelconcept, is de plaatsing van PVC ramen tegen elke regel van goede ruimtelijke ordening in.
Beoordeling:
Het klopt niet dat PVC ramen gezien het klassiek gevelconcept stedenbouwkundig niet aanvaardbaar zijn. Het betreft geen beeldbepalend pand. Er zijn meerder panden in de Oranjestraat gekend met PVC ramen. PVC ramen zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar voor voorliggende aanvraag.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling:
Het klopt dat de aanvraag niet duidelijk en dubbelzinnig is opgemaakt in functie van de bouwdiepte van het hoofdvolume en de aansluiting met de buurpanden.
De aanvraag maakt ook geen melding van welke werken, handelingen of wijzigingen werden uitgevoerd zonder vergunning en voor welke van deze werken, handelingen of wijzigingen nu vergunning wordt aangevraagd.
Het klopt ook dat geen foto’s werden toegevoegd van de achtergevel.
Door tegenstrijdige gegevens is het niet mogelijk een correcte evaluatie te maken van de werken, handelingen of wijzigingen aan de bouwdiepte van het hoofdvolume op de verdiepingen en de terrassen.
Het bezwaar is gegrond.
plannen/tekeningen). Bij brand is een brandoverslag onvermijdbaar. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de nieuwe terrassen worden gebouwd boven een bestaand brandbaar dak, hetgeen ook niet in lijn kan worden gebracht met de regels inzake brandpreventie. Ook bij de bestaande ramen in de achtergevel is er geen brandoverslag noch El waarde voorzien.
Beoordeling:
Voorliggende aanvraag werd voorgelegd ter advies aan de brandweer, zij formuleerden een voorwaardelijk gunstig advies.
Het bezwaar is ongegrond.
4.9 Overdruk — binnengebied
Ontpitting (het verwijderen van magazijnen en koterijen waardoor er tuinen kunnen gecreëerd worden) is een belangrijk speerpunt in dit RUP. De binnengebieden van de bouwblokken moeten maximaal ontpit worden ten behoeve van tuinen en groen"
Volledigheidshalve merkt bezwaarindiener nog op dat op de snede men het bestaande magazijn tekent als op betonstroken gefundeerd. De scheidingsmuur met het pand te Oranjestraat 54A is volledig op houten palen gefundeerd volgens de Amsterdamse methode zonder schuifhout. Wijzigingen aan deze muur zoals het voorzien van profielen voor de opbouw van terrassen zijn niet mogelijk daar deze met puntlast kunnen zorgen voor de instabiliteit van de muren. In zoverre deze terrassen reeds zouden kunnen geplaatst, quod certe non, staat het nog steeds vast dat kolomstructuren op eigen terrein dienen te worden opgelost.
Bezwaarindiener merkt tevens op dat op de tekening van de achtergevel een slagschaduw
werd getekend afkomstig van het pand van nummer 54, en dit om opnieuw het
onjuiste vermoeden te geven dat het pand van bezwaarindiener dieper zou liggen dan het
pand dat voorwerp is van de aanvraag. Dit is manifest onjuist. Ook de foto’s van
de voorgevel en de straat die worden toegevoegd, dateren van 2013 en geven
geen correct beeld van de actuele situatie.
Beoordeling:
Het klopt dat de eerste verdieping van de linkse woning van voorliggende aanvraag door de aanwezigheid van het achterliggend magazijn onvoldoende woonkwaliteit heeft.
Het klopt dat functiewijzigingen in binnen gebied toegestaan zijn onder een aantal voorwaarden. Een van de voorwaarden is dat 50% van de grondoppervlakte verwijderd wordt. Ook dient de bebouwing beperkt tot 1 bouwlaag met een maximale bouwhoogte van 4,5 meter. Verder dient het percentage open ruimte bewaard ten opzichte van de laatst vergunde toestand per perceel te vergroten of gelijk blijven.
De instabiliteit van de scheidsmuren, waarover bezwaarindienen melding maakt, betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die los staat van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid.
Het klopt dat de aanvraag niet duidelijk en dubbelzinnig is opgemaakt in functie van de bouwdiepte van het hoofdvolume en de aansluiting met de buurpanden.
De aanvraag maakt ook geen melding van welke werken, handelingen of wijzigingen werden uitgevoerd zonder vergunning en voor welke van deze werken, handelingen of wijzigingen nu vergunning wordt aangevraagd.
Het klopt ook dat geen foto’s werden toegevoegd van de achtergevel.
Door tegenstrijdige gegevens is het niet mogelijk een correcte evaluatie te maken van de werken, handelingen of wijzigingen aan de bouwdiepte van het hoofdvolume op de verdiepingen en de terrassen.
Bezwaarindiener meldt dat de foto’s van de voorgevel en de straat die worden toegevoegd van 2013 dateren en geen correct beeld van de actuele situatie geven. De vergunning verlenende overheid kan enkel afgaan op de informatie die wordt verstrekt door de opdrachtgever. Ondanks de inhoud van het bezwaar, wordt er geen tegenbewijs aangeleverd.
Het bezwaar is deels gegrond.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018084507 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Frank Celis met als adres Driesstraat 4 te 3460 Bekkevoort |
Ligging van het project: |
Oranjestraat 50-52 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 7 sectie G nrs. 193B8 en 193D10 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van twee eengezinswoningen met een handelsgelijkvloers |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatste vergunning:
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij:
Het college beslist om de omgevingsvergunning te weigeren.