Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
12 september 2018 |
5 oktober 2018 |
Ongunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
12 september 2018 |
18 september 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
12 september 2018 |
19 september 2018 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
12 september 2018 |
24 september 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in volgende zones: artikel 1:: zone voor wonen - (wo1).
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Lichtdoorlatende oppervlakte van de verblijfsruimte moet min. 10% van netto-vloeroppervlakte zijn. Slaapkamer 1 op gelijkvloers heeft geen buitenraam.
Meergezinswoningen met minimaal 4 woningen dienen een gemeenschappelijke afgescheiden ruimte voor afvalverzameling te hebben. Volgens vergunde toestand zijn momenteel 7 appartementen in gebouw. 4m³ + 1 m³ (3 extra): 5 m². Er is geen afvalberging voorzien, maar was wel voorzien in vergunde toestand.
bij functiewijziging moet minimaal 20% van de oppervlakte van het perceel op het niveau van het maaiveld buitenruimte zijn (20% van 231 m²: 46,2 m²).
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is strijdig met artikel 27 van de bouwcode wegens het niet voorzien van een buitenruimte van minimaal 20% van het perceel. Vanwege de configuratie van het perceel, namelijk bebouwd tot tegen de Sint-Michielskaai en de Verbrande Entrepotstraat met aan beide straatzijde toegangspoorten, laat het perceel geen open ruimte toe. Op basis van artikel 3 van de bouwcode wordt afgeweken van de strijdigheden omwille van bovengenoemde reden.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat een functiewijziging van kantoor naar appartement op het gelijkvloers en de 1ste verdieping. Beiden ruimten worden intern verbouwd. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is er principieel geen bezwaar tegen de functiewijziging van kantoor naar wonen. De aanvraag is functioneel inpasbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van kantoor naar wonen. Het kantoor van +/- 200m2 wordt verbouwd naar een appartement met 4 slaapkamers (bureau wordt meegeteld als slaapkamer). 1 appartement > 90m² met parkeernorm 1.35 à 1 x 1.35 = 1.35 De werkelijke parkeerbehoefte is 1. |
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. De bestaande parkeerplaatsen worden behouden. We gaan ervan uit dat het kantoor minstens over 1 parkeerplaats beschikte. Deze kan nu voor het appartement gebruikt worden. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit aantal is toereikend. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen:
Voor het bijkomende appartement moeten er 5 fietsstalplaatsen voorzien worden: 1 appartement met 4 slaapkamers = 1 x 5 (4 slaapkamers + 1 extra) = 5 fietsstalplaatsen. In de parkeergarage is een fietsenberging ingetekend maar het is niet duidelijk hoe daar 5 fietsen kunnen gestald worden conform de afmetingen van de bouwcode. In een voorwaardelijk gunstige vergunning wordt in voorwaarde opgenomen om minstens 5 fietsstalplaatsen te voorzien, conform artikel 29 van de bouwcode. Bij voorkeur worden deze in de kelderverdieping geplaatst.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het bouwvolume veranderd niet door de voorliggende aanvraag. Een beoordeling inzake schaal en ruimtegebruik is niet van toepassing.
Visueel-vormelijke elementen
Zowel de voor- als de achtergevel wijzigen niet. De visuele en vormelijke elementen worden niet aangetast.
Cultuurhistorische aspecten
Het pand is gelegen in een zone met culturele, historische en/ of esthetische waarde. Advies werd gevraagd aan monumentenzorg. Het advies luidt als volgt: “Vanuit oogpunt monumentenzorg geen bezwaar. Het pand heeft geen erfgoedwaarde en er wordt geen afbreuk gedaan aan de waardevolle che-omgeving.”
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De woonindeling is onlogisch opgebouwd. De inkom is groot en de slaapkamers op het gelijkvloers zijn eerder klein. Slaapkamer 1 op het gelijkvloers is bovendien strijdig met artikel 24. Het artikel stelt dat elke verblijfsruimte een lichtdoorlatende oppervlakte dient te hebben. Slaapkamer 1 grenst niet aan een buitenruimte en kan niet van een buitenraam voorzien worden, waardoor er onvoldoende lucht- en daglichttoetreding is. Slaapkamer 1 komt niet in aanmerking van vergunning en dient uitgesloten te worden uit de vergunning. Deze ruimte kan enkel als een berging in gebruik genomen worden en niet als verblijfsruimte. Verder is de badkamer op het gelijkvloers zeer smal met een breedte van 1,25m, waardoor deze een negatief effect heeft op het gebruiksgenot. Een indeling van de badkamer ontbreekt op de geleverde tekeningen. Mits er in deze badkamer enkel het hoogstnodige voorzien wordt, is de badkamer aanvaardbaar. Meergezinswoningen met minimaal 4 woningen dienen volgens artikel 26 een afgescheiden ruimte voor afvalverzameling te hebben. De vergunde toestand heeft 7 appartementen waardoor een afvalberging van minstens 5m² verplicht is. In de vergunde toestand (31/07/1997) is een afvalberging op het gelijkvloers aanwezig. Deze werd vervangen door een parkeerplaats in de bestaande toestand. Vanuit oogpunt van comfort en hygiëne kan niet worden afgeweken van de strijdigheid. Bij een voorwaardelijk gunstige vergunning wordt in voorwaarde opgenomen om de afvalberging opnieuw te voorzien net zoals in de vergunde toestand (31/07/1997).
Mits voldaan aan hierboven vermelde voorwaarden komt de aanvraag in aanmerking voor een voorwaardelijk gunstige vergunning. Echter, voor de brandveiligheid wordt steeds advies gevraagd aan de brandweer. Het advies dat zij verleend hebben is ongunstig. Het ongunstig advies heeft betrekking tot de evacuatieluiken, de trappenhal en de deuren en de lift. De opmerkingen van de brandweer kunnen niet in voorwaarden worden opgenomen en een afwijking op brandveiligheid kan niet worden toegestaan wegens gevaar voor veiligheid en gezondheid. Het dossier wordt ongunstig geadviseerd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van het ongunstig advies Brandweer.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
22 augustus 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
12 september 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
11 november 2018 |
Verslag GOA |
22 oktober 2018 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018100706 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Reginald Van Hulle met als adres Dirk Martensstraat 2 bus 6 te 8200 Brugge |
Ligging van het project: |
Sint-Michielskaai 7 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 4 sectie D nr. 3477C3 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
intern verbouwen en wijzigen van functie van kantoorruimte naar appartement |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 31/07/1997: vergunning (86 # 970051) voor het bouwen van woonblok met 9 verdiepingen (2 ondergrondse) met een plat dak.
- 20/05/1999: vergunning (86 # 980358) voor aanbrengen dakterras (6e verdieping).
Laatst vergunde toestand
- op het gelijkvloers en de 1e verdieping bevinden zich kantoren.
- op de 2e tot 6e verdieping zijn 6 appartementen aanwezig.
Bestaande toestand
- gelijkvloers en 1e verdieping conform vergunde toestand, enkel op gelijkvloers is vergunde afvalberging achteraan vervangen door een autostalplaats;
- het raam in de voorgevel op de gelijkvloerse verdieping is anders uitgevoerd dan de opgetekende plannen van de vergunde toestand uit 1997 weergeven.
- raam op 1e verdieping in zijgevel, thv kantoor 4, is verschoven richting berging.
Inhoud van de aanvraag
- functiewijziging van kantoor op gelijkvloers en 1e verdieping naar appartement op gelijkvloers en 1e verdieping;
- intern verbouwen van gelijkvloers en 1e verdieping, met slaapkamers op gelijkvloers en woonruimten + slaapkamer op 1e verdieping;
- de overige delen van het pand maken geen deel uit van de aanvraag.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist om de omgevingsvergunning te weigeren.