Terug

2018_CBS_10692 - Omgevingsvergunning - OMV_2018095604. Rosier 11-13. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 14/12/2018 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_10692 - Omgevingsvergunning - OMV_2018095604. Rosier 11-13. District Antwerpen - Goedkeuring 2018_CBS_10692 - Omgevingsvergunning - OMV_2018095604. Rosier 11-13. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018095604

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Hilde Smet met als adres Jozef Lambrechtslei 32 te 2540 Hove

Ligging van het project:

Rosier 11-13 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 4sectie D nr. 1780M

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

opsplitsen van een pand in 3 wooneenheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          Rosier 11-13. 28/1/1993: niet volledig uitgevoerde vergunning (86#920692) verbouwing rijwoning;

-          Rosier 11. 11/12/1936: vergunning (18#6649) binnenveranderingen.

Laatst vergunde toestand

-          2 panden in gesloten bebouwing van 4 bouwlagen onder hellend dak en met een geuniformiseerde voorgevel;

-          het linker pand betreft een eengezinswoning met links een achterbouw tot op de achtergrens en rechts een stadstuin;

-          het rechter pand beperkt zich tot het hoofdvolume en is ingedeeld met 5 studio’s met een gemeenschappelijke keuken en badkamer.

Bestaande toestand

-          het linker pand is conform de laatst vergunde toestand, alleen werd de ruimte rechts achteraan op het gelijkvloers van het hoofdvolume bij het rechter pand gevoegd;

-          het rechter pand werd ingericht als een eengezinswoning.

Inhoud van de aanvraag

-          opdelen van het pand in 3 woonentiteiten;

-          in het rechter pand nr. 13 blijft de bestaande functie van een eengezinswoning behouden, deze woonentiteit telt 2 slaapkamers en bezit een oppervlakte van 114m²;

-          het linker pand nr. 11 wordt opgedeeld in 2 appartementen met een respectievelijke vloeroppervlakte van 137m² en 162m²;

-          op de 3de verdieping wordt horend bij het bovenste triplex-appartement op de achterbouw een dakterras aangelegd van 15m² met achterliggend een groendak;

-          de (scheidings) muren rond dit dakgedeelte werden reeds opgehoogd ten opzichte van de laatst vergunde toestand en blijven ongewijzigd;

-          de voorgevel wordt volledig gerestaureerd met lichtgrijs pleisterwerk en de achtergevels worden lichtgrijs gekaleid;

-          al het schrijnwerk wordt vernieuwd in wit geschilderd hout, de bestaande voordeuren blauw-grijze voordeuren blijven bewaard.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

6 september 2018

24 september 2018

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius

6 september 2018

18 september 2018

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

6 september 2018

25 september 2018

Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam

6 september 2018

6 september 2018

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in volgende zones: artikel 1: zone voor wonen - (wo1).

 

Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

 

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad op volgend punt:

  • Artikel 2.1.11.2 Terrassen op platte daken: het gepland dakterras op de 3de verdieping en de verhoging van de muren van de achterbouw ten opzichte van de laatst vergunde toestand vallen buiten het maximaal toegelaten bouwvolume.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 24 minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: de lichtdoorlatende oppervlakte van het dakvlakvenster in slaapkamer 2 op de 3de verdieping van pand nr. 11 bedraagt slechts 0.78m² in plaats van de minimaal vereiste 1,08m²;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: er is geen autoparkeerplaats voorzien voor de bijkomende woongelegenheid;
  • artikel 43 Septische putten:

het is verplicht om bij verbouwingen waar het afvoerstelsel zal aangepast worden een septische put te voorzien. Het volume van de bestaande beerput die in gebruik blijft staat niet vermeld op de plannen.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad op volgend punt:

          Artikel 2.1.11.2 Terrassen op platte daken: het gepland dakterras op de 3de verdieping en de verhoging van de muren van de achterbouw ten opzichte van de laatst vergunde toestand vallen buiten het maximaal toegelaten bouwvolume. Rekening houdend met de grote bouwdiepte –en hoogte van de vergunde achterbouw in het reeds dens bebouwde binnengebied van het bouwblok kan geen afwijking op de voorschriften worden toegestaan. Voldoende licht, lucht en zonlichttoetreding in dergelijke binnengebieden zijn immers van groot belang voor de woonkwaliteit. Het verhogen van de (scheidings)muren ten opzichte van de laatst vergunde toestand van de achterbouw en het dakterras worden bijgevolg uitgesloten uit de vergunning, zoals in rood aangeduid op de plannen.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

-        artikel 24 minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: de lichtdoorlatende oppervlakte van het dakvlakvenster in slaapkamer 2 op de 3de verdieping van pand nr. 11 bedraagt slechts 0.78m² in plaats van de minimaal vereiste 1,08m². Voldoende licht en lucht worden gezien als basiskwaliteiten voor elke verblijfsruimte. Als voorwaarde bij de vergunning wordt bijgevolg opgelegd dat het dakvlakvenster een minimale lichtdoorlatende oppervlakte dient te hebben van 1,08 m²;

-          artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: er is geen autoparkeerplaats voorzien voor de bijkomende woongelegenheid. Dit wordt besproken in onderstaande paragraaf ‘Mobiliteitsimpact’;

-          artikel 43 Septische putten:

het is verplicht om bij verbouwingen waar het afvoerstelsel zal aangepast worden een septische put te voorzien. Het volume van de bestaande beerput die in gebruik blijft staat niet vermeld op de plannen. Als voorwaarde bij de vergunning wordt opgelegd dat de put een minimale inhoud van 3.200 l dient te hebben (9 GE= 3.200 liter).

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat het omvormen van een eengezinswoning tot meergezinswoning met twee woongelegenheden. De woonfunctie blijft dus behouden. Het pand is in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Rozier. Er wordt geoordeeld dat de draagkracht van het pand noch van de omgeving met deze vermeerdering van het aantal woongelegenheden wordt overschreden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden.

De linker eengezinswoning wordt verbouwd tot 2 appartementen, de rechter eengezinswoning blijft behouden. Dat is een uitbreiding met 1 wooneenheid.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

De werkelijke parkeerbehoefte is 1.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

‘De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een gebouw dat een beeldbepalende stadslandschappelijke waarde heeft en een lijstgevel met een hoge architecturale waarde. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom mogen geen parkeerplaatsen voorzien worden.’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

De laatst vergunde toestand betreft een eengezinswoning en 5 kamerwoningen, welke samen een parkeerbehoefte hebben van 2.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaatsen.

 

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De werken beperken zich binnen het bestaande en vergunde volume waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.

 

Visueel-vormelijke elementen

De lichte kleurstelling van de gevels is gunstig te adviseren omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de inpassing in het straatbeeld.

 

Cultuurhistorische aspecten

Het complex is gesitueerd in een zone die volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud.  Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

De dienst stadsontwikkeling/onroerend erfgoed/monumentenzorg adviseert voorwaardelijk gunstig als volgt:

Na analyse van exterieur, plattegrond en interieur kunnen we stellen dat het complex in kwestie een beeldbepalende stadslandschappelijke waarde heeft. Het behoort tot de 19de-eeuwse fase van de Rosier waar panden met oudere kern getransformeerd werden tot lijstgevels of nieuwe 19de-eeuwse bebouwing werd opgetrokken. De contextwaarde is hoog. Bovendien is dit nog een bijzonder voorbeeld van een 19de-eeuws pre-industrieel complex met twee woningen en een achterbouw waar de industriële activiteit plaatsvond. Dezelfde vorm en structuur als moment van ontstaan zijn nog afleesbaar. De ensemblewaarde is hoog. Ook de architecturale waarde van de lijstgevel is hoog.

De voorliggende aanvraag die werd voorbesproken, houdt rekening met de hoge erfgoedwaarde en de gestelde randvoorwaarde. Zowel de structuur als de 19de-eeuwse indeling met enfilade blijven duidelijk afleesbaar en bewaard. Ook de nog aanwezige interieurelementen (lijstplafonds, schouwmantels, binnenschrijnwerk) blijven bewaard. Daarnaast zijn we ook zeer blij dat ook de voorgevel wordt gerestaureerd en wordt voorzien van nieuw geschilderd houten schrijnwerk. Detailtekeningen van de t-ramen kunnen bekomen worden bij onze dienst of dienen voorgelegd ter controle. De voorgevel inclusief de kroonlijst dient in een witte kleur te worden geschilderd, de blauwe hardstenen onderdelen uitgezonderd. Dit wordt opgelegd als voorwaarden bij het verlenen van de vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De positionering van verblijfsruimtes aan de voorgevel op het gelijkvloers, zorgt ervoor dat het pand een levendige plint heeft die de straat aangenaam maakt om in te wonen en te wandelen.

Het aan de achterzijde voorziene dakterras bevindt zich op de derde verdieping en de scheidingsmuren zijn slechts 1,33 m hoger dan de vloerpas van het terras. Er worden bijgevolg vanop het terras storende zichten gecreëerd naar de aangrenzende eigendommen, wat onaanvaardbaar is. Het dakterras wordt bijgevolg uitgesloten uit de vergunning, zoals in rood aangeduid op de plannen.
Gelet op de erfgoedwaarde van het pand is het ook niet aangewezen om een inpandig terras te voorzien voor het bovenste appartement. In toepassing van artikel 3 van de bouwcode kan een afwijking worden toegestaan op artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimte dat een buitenruimte oplegd voor deze bijkomende woongelegenheid.

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden in het advies van Eandis dienen strikt opgevolgd te worden;

3.      het dakvlakvenster van slaapkamer 2 op de 3de verdieping van pand nr. 11 dient een minimale lichtdoorlatende oppervlakte te hebben van 1,08 m²;

4.      een septische put voorzien met een minimale inhoud van 3.200 l te hebben;

5.      de voorgevel inclusief de kroonlijst dient in een witte kleur te worden geschilderd (blauwe hardstenen onderdelen uitgezonderd);

6.      detailtekeningen van de nieuwe houten, geschilderde t-ramen worden voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg, indien gewenst beschikt de dienst over de nodige   typedetails;

7.      de waardevolle interieurelementen moeten bewaard blijven;

8.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Uitsluitingen

9.     het verhogen van de (scheidings)muren ten opzichte van de laatst vergunde toestand van de achterbouw wordt uitgesloten uit de vergunning, zoals in rood aangeduid op de plannen;

10.  het dakterras op de bestaande achterbouw wordt uitgesloten uit de vergunning, zoals in rood aangeduid op de plannen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 augustus 2018

Volledig- en ontvankelijk

6 september 2018

Start openbaar onderzoek

13 september 2018

Einde openbaar onderzoek

12 oktober 2018

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

20 december 2018

Verslag GOA

27 november 2018

naam GOA

Helia Dezhpoor

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

13 september 2018

12 oktober 2018

0

0

0

0

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden in het advies van Eandis dienen strikt opgevolgd te worden;

3.      het dakvlakvenster van slaapkamer 2 op de 3de verdieping van pand nr. 11 dient een minimale lichtdoorlatende oppervlakte te hebben van 1,08 m²;

4.      een septische put voorzien met een minimale inhoud van 3.200 l te hebben;

5.      de voorgevel inclusief de kroonlijst dient in een witte kleur te worden geschilderd (blauwe hardstenen onderdelen uitgezonderd);

6.      detailtekeningen van de nieuwe houten, geschilderde t-ramen worden voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg, indien gewenst beschikt de dienst over de   nodige typedetails;

7.      de waardevolle interieurelementen moeten bewaard blijven;

8.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het  besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Uitsluitingen

Het verhogen van de (scheidings)muren ten opzichte van de laatst vergunde toestand van de achterbouw wordt uitgesloten uit de vergunning, zoals in rood aangeduid op

de plannen.

Het dakterras op de bestaande achterbouw wordt uitgesloten uit de vergunning, zoals in rood aangeduid op de plannen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.