2018_CBS_07288 - Rechtsgeding VRB2016036 - vzw DuikClub Amphora. Correctiebestelling - Regularisatie ondergeraamde bestelbon - Goedkeuring

Artikel 57 §3, 4° van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 stelt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor het voeren van de gunningsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.

Meester Gitte Laenen vertegenwoordigde en vertegenwoordigt de stad in de verschillende gerechtelijke procedures. Het advocatenkantoor dient hiervoor nu een tussentijdse ereloonstaat in voor geleverde prestaties ten bedrage van 9.509,72 EUR, hiervoor werd er nog geen budget vastgelegd, correctiebestelbon 4105040579 werd hiervoor opgemaakt. De betaling van de ontvangen ontwerp-ereloonstaat kan enkel via een bijkomende vastlegging.

Dienstmededeling financiën 'Bestellen en betalen binnen de stad en de districten'.
Collegebesluit met jaarnummer 16450 van 24 december 2010: bestellingen op het exploitatiebudget onder 5.500,00 EUR (exclusief btw) die gebeuren op basis van een correctiebestelling (de vroegere regularisatiebon of R-bon), vallen ook onder de toepassing van het budgethouderschap zoals ingevoerd bij collegebesluit van 31 augustus 2007 met jaarnummer 11164. Het visum voor deze bestellingen zal verleend worden door de financieel verantwoordelijken. De budgethouder zal een maandelijks rapport over de correctiebestellingen overmaken aan de stedelijke bedrijfseenheid Financiën/cel Visum. Alle andere correctiebestellingen vallen onder de bevoegdheid van het college.

Bij besluit van 9 december 2011 (jaarnummer 16309) werd de raamovereenkomst voor juridische diensten binnen het domein overheidsopdrachten gegund.

AG VESPA sloot op 22 juli 2009 voor de stad Antwerpen een (nieuwe) concessieovereenkomst af met vzw Duikclub Amphora voor de sportinfrastructuur gelegen aan de August Van De Wielelei 220 te Deurne, eigendom van de stad Antwerpen.

In uitvoering van de beslissing van het college van 5 december 2014 (jaarnummer 12408) over basisafspraken tussen AG VESPA en de bedrijfseenheid Stadsbeheer over stedelijk bedrijfsvastgoed informeerden de stad Antwerpen en AG VESPA op 17 maart 2015 alle huurders, concessiehouders,… dat de stad Antwerpen het beheer van de overeenkomsten opnieuw overnam.

Gelet op de geplande start van de realisatie van het deelproject 'jeugdkamer met realisatie van jeugdcentrum en infrastructuur voor twee jeugdverenigingen' ter uitvoering van het masterplan Park Groot Schijn - fase 2 besliste het college op 28 april 2017 (jaarnummer 3922) de concessie op te zeggen tegen 31 augustus 2017.

Op 2 mei 2017 heeft de stad Antwerpen de opzeg betekend met ingang van 1 juni 2017 en eindigend op 31 augustus 2017.

Op 4 juli 2017 dagvaardde Amphora de stad Antwerpen en AG VESPA in kort geding.
Zowel de stad Antwerpen als AG VESPA stelden –in overleg- advocatenkantoor GD&A advocaten aan om hun belangen te behartigen. Wat de stad Antwerpen betreft gebeurde dit met collegebeslissingen van 7 juli 2017 (jaarnummer 6274) en 15 september 2017 (jaarnummer 7967) en 27 juli 2018 (jaarnummer 6905).

Kort geding Amphora
Amphora voerde aan dat de opzeg van de concessie door AG VESPA had moeten worden betekend.
Met het vonnis van 10 augustus 2017 verklaarde de rechtbank de vordering van Amphora ontvankelijk doch ongegrond. Zij oordeelde dat op het eerste zicht niet gesteld kan worden dat de opzeg van de overeenkomst onregelmatig gebeurde.

Hoger beroep kort geding
Op 29 augustus 2017 werd een verzoekschrift hoger beroep ingediend tegen het vonnis in kort geding.
Op 7 maart 2018 besliste het hof van beroep dat AG VESPA opzeg had moeten betekenen. De rechter meent ook dat de stad Antwerpen zich in de concessieovereenkomst heeft geëngageerd om door middel van van een concessie voor negen jaar Amphora een nieuwe locatie te vinden. De rechter geeft ook de stad Antwerpen en AG VESPA een verbod om op enige wijze afbreuk te doen aan het exclusief persoonlijk recht op het in concessie gegeven onroerend goed tot aan de uitspraak ten gronde (op straffe van een dwangsom van 25.000,00 EUR per dag).

Kort geding stad
Op 28 september 2017 dagvaardde de stad Antwerpen Amphora in kort geding tot uitdrijving.
Op 7 november 2017 besliste de rechter dat de stad Antwerpen enkel toegang heeft voor onderzoeksverrichtingen.

Dagvaarding ten gronde Amphora
Op 8 augustus 2017 ging Amphora over tot dagvaarding ten gronde van de stad Antwerpen en AG VESPA.

In hoofdorde vraagt Amphora dat de rechtbank de beëindiging van de concessieovereenkomst onrechtmatig en zonder gevolg verklaart. In ondergeschikte orde vordert zij een schadevergoeding van de stad Antwerpen voor de opstallen die zij zegt te hebben gerealiseerd op het perceel van de stad Antwerpen, ze begroot de schade  provisioneel op 177.500,00 EUR.

De pleitdatum was vastgesteld op 9 april 2018. Ingevolge de vraag van Amphora voor bijkomende conclusietermijnen en het inroepen van een belangenconflict in hoofde van de advocaat van de stad Antwerpen - die zowel de stad Antwerpen als AG VESPA vertegenwoordigt - werd de pleitdatum vastgesteld op 30 mei 2018. Partijen kregen elk 14 dagen bijkomende conclusietermijn.

Beslissing Stafhouder
Met zijn beslissing van 13 april 2018 verplicht de Stafhouder de door de stad Antwerpen aangestelde advocaat om zich integraal terug te trekken uit dit dossier (zowel als advocaat voor de stad Antwerpen als voor AG VESPA), dit in navolging van het arrest van het hof van beroep van 7 maart 2018 waarin de betrokkenheid van AG VESPA wordt bevestigd.

Op 27 april 2018 keurde het college de verklaring van "Informed consent" goed (jaarnummer 3757) om over te maken aan de Stafhouder.

In deze verklaring die AG VESPA en de stad Antwerpen gezamenlijk ondertekenden bevestigden zij dat:

• er geen enkel belangenconflict bestaat;
• zij nooit enige vordering ten aanzien van elkaar zullen instellen;
• zij wensen dat GD&A advocaten hun belangen blijft behartigen of minstens dat enkel voor AG VESPA een nieuwe raadsman wordt aangesteld.