Terug

2018_CBS_07246 - Omgevingsvergunning - OMV_2018059427. Kanunnik Peetersstraat 115. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 10/08/2018 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Fons Duchateau, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur
2018_CBS_07246 - Omgevingsvergunning - OMV_2018059427. Kanunnik Peetersstraat 115. District Berchem - Goedkeuring 2018_CBS_07246 - Omgevingsvergunning - OMV_2018059427. Kanunnik Peetersstraat 115. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

         De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
    De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
    De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
    De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
    De aanvraag is niet in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
    • art. 34§2: de regenwaterafvoer van de uitbouw is voorzien in de scheimuur.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Afwijking van de voorschriften

Het voorzien van de regenwaterafvoer in de scheimuur is strijdig met de bouwcode, en bovendien bouwkundig niet correct (stabiliteit en akoestiek). In voorwaarden zal worden opgelegd deze elders te voorzien.

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Kannunik Peetersstraat.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De feitelijke toestand van de omgeving wijst uit dat de Kannunik Peetersstraat gekenmerkt wordt door eengezinswoningen met drie bouwlagen onder een plat dak. De hoofdbouwen zijn er aan de achterzijde vaak uitgebreid met achterbouwen.

In voorliggende aanvraag wordt de bestaande drie bouwlagen hoge hoofdbouw behouden. Een gedeelte van de bestaande gelijkvloerse achterbouw wordt gesloopt en aangevuld met een uitbreiding tot op de rechter perceelgrens en een bouwdiepte van 13,10 m. De voorgestelde bouwdiepte is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Na de verbouwing blijft er voldoende ruimte over op het gelijkvloers om een kwalitatieve tuinzone te behouden. Het extra volume van de achterbouw bevindt zich tussen de hoofdbouw van de rechter buur en de bestaande twee bouwlagen hoge achterbouw op eigen perceel en heeft bijgevolg geen negatieve gevolgen voor de privacy en de bezonning van de naastgelegen percelen.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De rechter scheidingsmuur wordt ter hoogte van het nieuwe verhoogde terras, dat 1,20 m hoger ligt dan de tuin, en de buitentrap verhoogd tot 1,90 m ten opzichte van de vloerpas van het terras. Deze ophoging bedraagt 1,05 m over een lengte van 4 m, waardoor geen ontoelaatbaar nadeel met betrekking tot bezonning voor het naburige perceel wordt gegenereerd. De bestaande linker scheidingsmuur blijft behouden tot een hoogte van 4 m. Er worden bijgevolg vanop het terras geen storende zichten gecreëerd naar de aangrenzende eigendommen. Het verhoogd terras is niet storend voor de privacy en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

De gelijkvloerse achtergevel wordt voorzien van een groot raam naar de aangrenzende stadstuin. Hierdoor wordt het contact tussen de verblijfsruimte en de buitenruimte versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

De woning voldoet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

Advies aan het college

Stedenbouwkundige handelingen

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1.  De regenafvoer van de uitbouw mag niet voorzien worden in de gemeenschappelijk te maken scheidingsmuur. 
  2.  Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

31 mei 2018

Volledig- en ontvankelijk

21 juni 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

20 augustus 2018

Verslag GOA

31 juli 2018

naam GOA

Karel Bauwens

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

1

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de periode van de bevraging van de omwonenden werd 1 bezwaarschrift ingediend, die zich als volgt laat samenvatten:

1.     Overname scheimuur: de bezwaarindiener geeft aan dat bij de verbouwing gebruik gemaakt wordt van een niet-gemeenschappelijke muur die zijn eigendom is. Deze moet deze overgenomen worden, inclusief de fundering.

Beoordeling:

Het klopt dat scheimuren dienen overgenomen te worden. Dit is echter een burgerrechtelijke aangelegenheid, en heeft geen invloed op de verguning.

Het bezwaar is ongegrond.

2.     Behoud bestaande constructie: de bezwaarindiener geeft aan dat zijn tuin over de volledige lengte afgemaakt is met een decoratieve houten tuinafsluiting. Deze tuinafsluiting moet volledig en intact behouden blijven.

Beoordeling:

De rechter scheidingsmuur wordt ter hoogte van het nieuwe verhoogde terras, dat 1,20 m hoger ligt dan de tuin, en de buitentrap verhoogd tot 1,90 m ten opzichte van de vloerpas van het terras. Deze ophoging bedraagt 1,05 m over een lengte van 4 m, waardoor geen ontoelaatbaar nadeel met betrekking tot bezonning voor het naburige perceel wordt gegenereerd. Dit is stedenbouwkundig vergunbaar. In hoeverre hier nog sprake kan zijn van behoud van de bestaande afsluiting is onduidelijk, en hoogst onzeker. Evenwel betreft ook dit een burgerrechtelijke aangelegenheid, en heeft geen invloed op de verguning. Het is aan de eigenaars om hier tot een uitvoerbaar akkoord te komen

Het bezwaar is ongegrond.

3.     Bouwdiepte: de bezwaarindiener stelt dat de bouwdiepte van 13,19m in strijd is met de voorschriften (max. 14cm), en  stelt bijkomend; “ Zonder deze afwijking zou de nieuwe achtergevel in dezelfde lijn liggen van de onze, hetgeen visueel resulteert in een uniformer en rustiger geheel.”

Beoordeling:

De bezwaarindiener gaat er ten onrechte van uit dat hier het rooilijndecreet geldt, waarbij max. 14cm mag nageïsoleerd worden op gevels. Gezien het een nieuwe achtergevel betreft, is deze beperking hier niet van toepassing. Voorts is er geen vastgelegde maximale bouwdiepte op dit perceel, de aangevraagde bouwdiepte is in harmonie met de directe omgeving.

Het bezwaar is ongegrond.

4.     Regenwaterafvoer in de gemene muur: De regenafvoer van de uitbouw wordt voorzien in de gemeenschappelijk te maken scheidingsmuur. 

Beoordeling:

Het bezwaar is gegrond. Dit is strijdig met art. 34§2 van de bouwcode. Er zal in voorwaarden worden opgenomen deze elders te voorzien.

 5.     Verharding van de tuin: de bezwaarindiener stelt dat aangezien een groot oppervlak van de tuin verhoogd en verhard wordt, de nodige aandacht moet besteed worden aan een efficiënte waterafvoer om te voorkomen dat het water geëvacueerd wordt via aanpalenden.

Beoordeling:

Het klopt dat hier de nodige aandacht moet aan besteed worden. Dit is echter een bouwtechnische aangelegenheid, en heeft geen invloed op de vergunning, maar op de uitvoering.

Het bezwaar is ongegrond.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer :

OMV_2018059427

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Nele Kuypers met als contactadres Kanunnik Peetersstraat 115 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Kanunnik Peetersstraat 115 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 21 sectie A nr. 174C5

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

Omschrijving aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • 22 oktober 1947: vergunning (961#5655) voor het bouwen van een woning;
  • 10 februari 1965: vergunning (957#1424) voor gevelveranderingswerken.

Laatst vergunde toestand

  • de laatst vergunde toestand is gelijk aan de bestaande toestand.

Bestaande toestand

  • het pand bestaat uit 3 bouwlagen en een halfverzonken kelder;
  • de voorgevel is afgewerkt in rood parament met een witte natuurstenen plint en witte natuurstenen accenten op de verdiepingen;
  • in de voorgevel zit donkergrijs PVC schrijnwerk;
  • het hoofdvolume heeft een bouwdiepte van 9,13 meter;
  • achter het hoofdvolume is er links een uitbouw op de gelijkvloerse en eerste verdieping met een totale bouwdiepte van 5,86 meter.

Inhoud van de aanvraag

  • het betreft de verbouwing van een eengezinswoning;
  • in de voorgevel wordt de witte natuursteen gerestaureerd en de voordeur vervangen;
  • het achterste gedeelte van de gelijkvloerse uitbouw wordt afgebroken;
  • aansluitend aan het hoofdvolume wordt de gelijkvloerse uitbouw tot op de rechter perceelgrens uitgebreid tot een totale bouwdiepte van 13,10 meter;
  • intern wordt het gelijkvloers heringericht;
  • achter de vernieuwde uitbouw wordt perceelsbreed een verhoogd terras voorzien dat via een luie trap toegang geeft tot de lagergelegen tuin (120 cm lager);
  • de rechter scheidingsmuur wordt ter hoogte van het verhoogde terras en de buitentrap verhoogd tot 1,90 m ten opzichte van de vloerpas van het terras;
  • het resterende deel van de woning blijft ongewijzigd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

  • de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
  • het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven;
  2. de regenafvoer van de uitbouw niet te maken in de gemeenschappelijk scheidingsmuur;
  3. na uitvoering van de werkente te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.