Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
20 juni 2018 |
18 juli 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart |
20 juni 2018 |
Geen tijdig advies ontvangen |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor aan de adviesvereiste kan worden voorbijgegaan |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
DL adresbeheer (huisnummers) |
20 juni 2018 |
20 juni 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
20 juni 2018 |
5 juli 2018 |
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Op het platte dak van de tweede verdieping wordt achter het nieuwe volume in de daklaag een dakterras aangebracht waardoor de bouwdiepte op dit niveau 11 m bedraagt en hierdoor ca. 2 m dieper rijkt dan die van het referentiebeeld;
het gedeelte van de scheidingsmuren boven het nieuwe plat dak is niet voorzien van 30cm dakopstand;
de inhoud van de put werd niet vermeld.
Sectorale wetgeving
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding met 1 wooneenheid. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. Door de verbouwing verdwijnt er 1 parkeerplaats. Deze dient bij de parkeerbehoefte bijgeteld te worden. De werkelijke parkeerbehoefte van de verbouwing is 2. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. Een bestaande poort met stalplaats mag derhalve ook verdwijnen ifv het creëren van een levendige functie aan de voorgevel. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. In geval een vergunning wordt verkregen wordt het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 15 december 2014. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen
Er dienen door de verbouwing 2 fietsstalplaatsen voorzien te worden. Deze worden in de hal voorzien. De ruimte die voorzien wordt is echter zeer krap, waardoor het onwaarschijnlijk is dat de fietsenstalling kan gebruikt worden voor 2 fietsen.
Fietsenstallingen moeten voldoen aan de voorschriften zoals gesteld in artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen van de bouwcode. Dit heeft tot gevolg dat de indeling van het gelijkvloers ingrijpend moet herbekeken worden. De aanvraag dient bijgevolg geweigerd te worden.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het gelijkvloers wordt achteraan deels weer opengewerkt zodat er een stadstuin ontstaat voor het gelijkvloerse appartement, wat de woonkwaliteit verbetert. Daarnaast zijn open binnengebieden zeer belangrijk voor de woon- en leefkwaliteit binnen een bouwblok en voor de ecologische kwaliteiten van de wijk.
Het nieuwe volume wordt opgetrokken in de daklaag met behoud van de bestaande kroonlijst, wat voorkomt in de bebouwde omgeving, zei het echter sporadisch. De nieuwe daklaag is niet storend in het straatbeeld, maar heeft door het dakterras achteraan een te grote bouwdiepte.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwe daklaag wordt bekleed met gevelleien zodat het aanschijn van een dakverdieping wordt verkregen. De lichte kleurstelling van de nieuw bepleisterde gevels is gunstig te adviseren omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de inpassing in het straatbeeld.
Rekening houdend met het rooilijndecreet enerzijds en de beoogde verduurzaming van de woning anderzijds, wordt tevens opgemerkt dat het gevelpakket ter hoogte van de voorgevel (isolatie en bepleistering) maximaal moet worden voorzien, met een totale dikte van 14cm ten opzichte van de gevellijn. Dit werd immers niet gespecifieerd in de aanvraag.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De oorspronkelijke garage wordt heringericht als slaapkamer zodat er weer een levendige plint ontstaat die de straat aangenaam en sociaal veiliger maakt.
Het aan de achterzijde voorziene dakterras in de nieuwe daklaag behoudt conform artikel 678 van het Burgerlijk Wetboek een afstand van 1,90m ten opzichte van de laterale perceelgrenzen. Door het ontbreken van een vierde bouwlaag bij de naburige panden, de niet kenmerkende bouwdiepte van 11 m en de specifieke ligging van het pand in de hoek van het bouwblok, worden er vanop het terras storende zichten gecreëerd naar de aangrenzende eigendommen. Het terras is storend voor de privacy en niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. Het dakterras komt niet voor vergunning in aanmerking.
Daarenboven heeft het appartement in de nieuwe daklaag slechts een oppervlakte van 45,20 m² en biedt het plaats aan een ruime slaapkamer, een bureau - dat door zijn grootte gemakkelijk als een tweede slaapkamer in gebruik kan worden genomen, een badkamer en een leefruimte met een kleine open keuken. De oppervlakte van het daggedeelte staat niet in verhouding tot het nachtgedeelte van het appartement. De indeling van de nieuwe daklaag dient te worden herbekeken en de aanvraag geweigerd.
Stedenbouwkundige handelingen
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van:
een aantal zaken werden niet gespecifieerd of ontbreken in de aanvraag, zoals de dikte van het isolatiepakket voorbij de rooilijn, de inhoud van de septische put, een afdoende oplossing voor de brandoverslag ter hoogte van de scheidingsmuren van de nieuwe achterbouw.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
29 mei 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
20 juni 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
19 augustus 2018 |
Verslag GOA |
1 augustus 2018 |
naam GOA |
Karel Bauwens |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018065066 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Hasan Palit met als adres Sint Bernardsesteenweg 940 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Willem Van Laarstraat 35 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 21 sectie B nr. 71S7 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning |
Omschrijving aanvraag
Stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist om de omgevingsvergunning te weigeren.