Terug

2018_CBS_07233 - Omgevingsvergunning - OMV_2018022586. Paardenmarkt 51. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 10/08/2018 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Fons Duchateau, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur
2018_CBS_07233 - Omgevingsvergunning - OMV_2018022586. Paardenmarkt 51. District Antwerpen - Goedkeuring 2018_CBS_07233 - Omgevingsvergunning - OMV_2018022586. Paardenmarkt 51. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

20 juni 2018

18 juli 2018

Voorwaardelijk gunstig

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

20 juni 2018

29 juni 2018

stadsontwikkeling/ mobiliteit

20 juni 2018

3 juli 2018

DL adresbeheer (huisnummers)

20 juni 2018

20 juni 2018

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

20 juni 2018

4 juli 2018

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen 

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in een culturele, historische en/of esthetische waarde en in een artikel  1:   zone voor wonen - (wo1). 

Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’ 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling. 

         De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
    De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
    De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
    • artikel 18:
      Het niveauverschil tussen de straat en de inkomdeur van de handelsruimte bedraagt 15,00 cm. Niveauverschillen tussen 2,00 en 18,00 cm moeten overbrugd worden met een helling conform artikel 19;
    • artikel 24:
      Voor de inkomdeur van de handelsruimte werd geen vrije en vlakke draaicirkel van 1,50 m voorzien;
    • artikel 25:
      Naast de inkomdeur van de handelsruimte werd geen vrije en vlakke wand- en vloerbreedte van 0,50 m voorzien.
       

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
    De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag. 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
    De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode. 

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode. 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 18: het niveauverschil tussen de straat en de inkomdeur van de handelsruimte bedraagt 15,00 cm. Niveauverschillen tussen 2,00 en 18,00 cm moeten overbrugd worden met een helling conform artikel 19;
  • artikel 24: voor de inkomdeur van de handelsruimte werd geen vrije en vlakke draaicirkel van 1,50 m voorzien;
  • artikel 25: naast de inkomdeur van de handelsruimte werd geen vrije en vlakke wand- en vloerbreedte van 0,50 m voorzien.

Bij het verbouwen van de winkelpui zou de vloerplaat van het pand aangepast dienen te worden om te voldoen aan bovenstaande voorschriften. Met toepassing van artikel 3 van de verordening toegankelijkheid staat een dergelijk constructief werk niet in verhouding tot de gevraagde verbouwing voor een handelspand van 58 m² en kan een afwijking op deze voorschriften gegeven worden. 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat het omvormen van de gelijkvloerse recazaak naar handel en het vermeerderen van het aantal woongelegenheden in de bestaande meergezinswoning van twee naar drie. De woonfunctie blijft dus behouden. Het pand is in harmonie met de kenmerkende woonfuncties met gelijkvloerse handelszaken in de Paardenmarkt. Er wordt geoordeeld dat de draagkracht van het pand noch van de omgeving met deze vermeerdering van het aantal woongelegenheden wordt overschreden. 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein). 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen. 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en de functiewijziging.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1

1 bijkomende wooneenheid à 1

Voor het handelsgelijkvloers met beperkte oppervlakte moeten geen bijkomende parkeerplaatsen voorzien worden.

De werkelijke parkeerbehoefte is 1

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. ’

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 15 december 2014. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

Fietsvoorzieningen

Voor het bijkomend appartement met 1 slaapkamer moeten 2 fietsenstallingen voorzien worden.

Deze worden ingericht op het gelijkvloers. 

Laden en lossen

Laden en lossen voor het handelsgelijkvloers moet gebeuren op bestaande laad- en loszones in de omgeving. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning. 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het hoofdvolume blijft ongewijzigd. De bestaande achterbouw over drie bouwlagen wordt met behoud van zijn bouwhoogte licht uitgebreid tot een bouwdiepte van 13,80 m. De voorgestelde bouwdiepte is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Het extra volume van de achterbouw bevindt zich slechts 1,80 m voorbij de achtergevel van de linkse aanpaler en heeft bijgevolg geen negatieve gevolgen voor de privacy en de bezonning van de naastgelegen percelen. 

Cultuurhistorische aspecten

De werken zijn gesitueerd in een zone die volgens het gewestplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Bovendien is het pand opgenomen in de vastgestelde inventaris als bouwkundig erfgoed dd.14/09/2009. In CHE-gebied en voor panden opgenomen in de inventaris wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

De dienst monumentenzorg adviseert het volgende:

De aanvraag heeft betrekking op een winkelwoonhuis in neoclassicistische stijl dat werd vastgesteld als bouwkundig erfgoed dd 14/09/2009 omwille van zijn stedenbouwkundige, architecturale en esthetische waarde.  De aanvraag voldoet aan artikel 5§1 en 5§2 van de stedelijke bouwcode.  De geplande werken en de impact op de erfgoedwaarde worden voldoende gemotiveerd in de aanvraag en de nog aanwezige erfgoedelementen blijven behouden. Gezien de stadslandschappelijke waarden worden nog voorwaarden opgelegd m.b.t. de bovengevel en meer bepaald de detaillering van het buitenschrijnwerk. De laatst vergunde gelijkvloers gevelpui en de indeling en afwerking van de appartementen dateert uit de jaren 50. De aanpassingen hieraan zijn dan ook aanvaardbaar vanuit oogpunt monumentenzorg. 

Visueel-vormelijke elementen

In de bouwovertreding (20142731) werd vastgesteld dat de bestaande winkelpui zonder vergunning werd aangebracht. De aanvrager wil de huidige winkelpui regulariseren. Vanuit de dienst monumentenzorg wordt er geoordeeld dat de geplande wijzigingen geen impact hebben op de erfgoedwaarde van het pand. De nog aanwezige element worden gevrijwaard. De gevelpui was echter vroeger al verbouwd en niet meer origineel. De huidige pui is nog eens een verbouwing van de reeds niet-originele pui, die in overtreding gewijzigd is. Los van het advies van monumentenzorg, dient een pand nog steeds te voldoen aan de harmonie en zijn omgeving en zal de beeldkwaliteit voldoende hoog moeten zijn voor een ligging in cultureel, historisch en esthetisch gebied volgens gewestplan en als inventarispand.
De laatst vergunde winkelpui bestond, samen met de voordeur tot de appartementen, uit vier verticaal gelede traveeën met twee grote vitrineramen en een centrale inkompartij. Deze pui stond duidelijk in relatie tot de drieledige neoclassicistische bovenbouw.
De huidige pui bestaat uit één grote vitrine met decentrale toegang en breekt volledig qua vormentaal en materiaalgebruik met de historische bovenbouw. De huidige pui komt dan ook niet voor vergunning in aanmerking. Als bijzondere voorwaarde bij deze vergunning wordt opgelegd dat de huidige pui dient te worden gewijzigd volgens volgende richtlijnen:

  • het inkomportiek tot de handelszaak moet verwijderd worden;
  • een vlakke vitrine met geïntegreerde toegangsdeur moet geplaatst worden, over de breedte van de huidige gevelopening;
  • de gevelopening van de nieuwe vitrine dient even hoog uitgevoerd te worden als die van de deur naar de appartementen;

Op die manier ontstaat er een pui die binnen het hedendaags kader nog steeds verwijst naar het oorspronkelijke gevelontwerp en beter harmonieert met het omgevende cultureel, historisch en esthetisch gebied en het statuut van inventarispand. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet het pand aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. 

Advies aan het college

Stedenbouwkundige handelingen 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden. 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden 

  1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  2. laden en lossen voor het handelsgelijkvloers moet gebeuren op bestaande laad- en loszones in de omgeving;
  3. de huidige pui dient te worden gewijzigd volgens volgende richtlijnen:
    • het inkomportiek tot de handelszaak moet verwijderd worden;
    • een vlakke vitrine met geïntegreerde toegangsdeur moet geplaatst worden, over de breedte van de huidige gevelopening;
    • de gevelopening van de nieuwe vitrine dient even hoog uitgevoerd te worden als die van de deur naar de appartementen;
  4. het nieuwe houten buitenschrijnwerk in de voorgevel moet conform ‘typedetail: nieuw T-raam naar historisch model met makelaar en kalf met halfrond profiel en bandje/ vergaring in verstek’ worden uitgevoerd. Dit detail is op te vragen bij de stedelijke dienst monumentenzorg;
  5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

30 mei 2018

Volledig- en ontvankelijk

20 juni 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

19 augustus 2018

Verslag GOA

1 augustus 2018

naam GOA

Helia Dezhpoor

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer :

OMV_2018022586

Gegevens van de aanvrager:

de heer Emeric Flies met als adres Generaal Lemanstraat 70 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Paardenmarkt 51 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 2 sectie B nr. 475_

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning met handelsgelijkvloers

Omschrijving aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen 

Relevante voorgeschiedenis

  • 11/04/1876: vergunning (1876#246) voor veranderingen;
  • 22/11/1889: vergunning (1889#1540) voor veranderingen aan de gevel;
  • 19/02/1904: vergunning (1904#9) voor het gedeeltelijk verbouwen van het huis;
  • 17/12/1954: vergunning (18#33159) voor verbouwingswerken;
  • 04/12/2014: bouwovertreding (20142731) voor het wijzigen van de voorgevel en het doorvoeren van constructieve werken zonder vergunning.

Laatst vergunde toestand

  • inventarispand: winkelhuis in neoclassicistische stijl;
  • pand in gesloten bebouwing met drie bouwlagen onder mansardedak;
  • meergezinswoning met twee wooneenheden en een gelijkvloerse functie genaamd ‘café’;
  • wonen en reca zijn beiden bereikbaar langs een afzonderlijke inkom;
  • kroonlijst- en nokhoogte van respectievelijk 10,92 en 14,70 m;
  • gevelafwerking:
    • bepleisterde en beschilderde lijstgevel op een verdiepingshoge plint in hout;
    • houten buitenschrijnwerk;
    • detaillering ramen benedenverdieping in glas-in-lood;
    • houten dakkapel met driehoekig fronton, geflankeerd door twee zinken oeils-de boeuf;
  • het volledige perceel werd dicht gebouwd.

Bestaande toestand

  • de gelijkvloerse functie werd gewijzigd naar handel;
  • de interne circulatie werd deels gewijzigd;
  • gevelafwerking benedenverdieping:
    • wit geschilderde gevelpanelen;
    • houten schrijnwerk, wit geschilderd;
    • gewijzigde indeling door het verwijderen van de gevelplint en de penanten. 

Inhoud van de aanvraag

  • regulariseren van de handelsfunctie op de benedenverdieping;
  • vermeerderen van het aantal wooneenheden van twee naar drie:
    • verbinden van voor- en achterbouw op de eerste verdieping. Het geheel wordt ingericht als appartement met ingesloten terras;
    • opsplitsen van de wooneenheid op de tweede en derde verdieping in twee appartementen;
  • uitbreiden van de bouwdiepte op de eerst en tweede verdieping;
  • doorvoeren van interne constructieve werken;
  • aanpassen van de interne circulatie;
  • wijzigen van de raamopeningen in de achtergevel van het hoofdgebouw;
  • bouwhoogte wijzigt niet.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  2. laden en lossen voor het handelsgelijkvloers moet gebeuren op bestaande laad- en loszones in de omgeving;
  3. de huidige pui dient te worden gewijzigd volgens volgende richtlijnen:
    • het inkomportiek tot de handelszaak moet verwijderd worden;
    • een vlakke vitrine met geïntegreerde toegangsdeur moet geplaatst worden, over de breedte van de huidige gevelopening;
    • de gevelopening van de nieuwe vitrine dient even hoog uitgevoerd te worden als die van de deur naar de appartementen;
  4. het nieuwe houten buitenschrijnwerk in de voorgevel moet conform ‘typedetail: nieuw T-raam naar historisch model met makelaar en kalf met halfrond profiel en bandje/ vergaring in verstek’ worden uitgevoerd. Dit detail is op te vragen bij de stedelijke dienst monumentenzorg;
  5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
  6. de algemene voorwaarden die aan de vergunning gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.