Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
20 juni 2018 |
18 juli 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
20 juni 2018 |
29 juni 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
20 juni 2018 |
3 juli 2018 |
DL adresbeheer (huisnummers) |
20 juni 2018 |
20 juni 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
20 juni 2018 |
4 juli 2018 |
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in een culturele, historische en/of esthetische waarde en in een artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Bij het verbouwen van de winkelpui zou de vloerplaat van het pand aangepast dienen te worden om te voldoen aan bovenstaande voorschriften. Met toepassing van artikel 3 van de verordening toegankelijkheid staat een dergelijk constructief werk niet in verhouding tot de gevraagde verbouwing voor een handelspand van 58 m² en kan een afwijking op deze voorschriften gegeven worden.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat het omvormen van de gelijkvloerse recazaak naar handel en het vermeerderen van het aantal woongelegenheden in de bestaande meergezinswoning van twee naar drie. De woonfunctie blijft dus behouden. Het pand is in harmonie met de kenmerkende woonfuncties met gelijkvloerse handelszaken in de Paardenmarkt. Er wordt geoordeeld dat de draagkracht van het pand noch van de omgeving met deze vermeerdering van het aantal woongelegenheden wordt overschreden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en de functiewijziging. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 1 bijkomende wooneenheid à 1 Voor het handelsgelijkvloers met beperkte oppervlakte moeten geen bijkomende parkeerplaatsen voorzien worden. De werkelijke parkeerbehoefte is 1 |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: ‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. ’ |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 15 december 2014. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats. |
Fietsvoorzieningen
Voor het bijkomend appartement met 1 slaapkamer moeten 2 fietsenstallingen voorzien worden.
Deze worden ingericht op het gelijkvloers.
Laden en lossen
Laden en lossen voor het handelsgelijkvloers moet gebeuren op bestaande laad- en loszones in de omgeving. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het hoofdvolume blijft ongewijzigd. De bestaande achterbouw over drie bouwlagen wordt met behoud van zijn bouwhoogte licht uitgebreid tot een bouwdiepte van 13,80 m. De voorgestelde bouwdiepte is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Het extra volume van de achterbouw bevindt zich slechts 1,80 m voorbij de achtergevel van de linkse aanpaler en heeft bijgevolg geen negatieve gevolgen voor de privacy en de bezonning van de naastgelegen percelen.
Cultuurhistorische aspecten
De werken zijn gesitueerd in een zone die volgens het gewestplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Bovendien is het pand opgenomen in de vastgestelde inventaris als bouwkundig erfgoed dd.14/09/2009. In CHE-gebied en voor panden opgenomen in de inventaris wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
De dienst monumentenzorg adviseert het volgende:
De aanvraag heeft betrekking op een winkelwoonhuis in neoclassicistische stijl dat werd vastgesteld als bouwkundig erfgoed dd 14/09/2009 omwille van zijn stedenbouwkundige, architecturale en esthetische waarde. De aanvraag voldoet aan artikel 5§1 en 5§2 van de stedelijke bouwcode. De geplande werken en de impact op de erfgoedwaarde worden voldoende gemotiveerd in de aanvraag en de nog aanwezige erfgoedelementen blijven behouden. Gezien de stadslandschappelijke waarden worden nog voorwaarden opgelegd m.b.t. de bovengevel en meer bepaald de detaillering van het buitenschrijnwerk. De laatst vergunde gelijkvloers gevelpui en de indeling en afwerking van de appartementen dateert uit de jaren 50. De aanpassingen hieraan zijn dan ook aanvaardbaar vanuit oogpunt monumentenzorg.
Visueel-vormelijke elementen
In de bouwovertreding (20142731) werd vastgesteld dat de bestaande winkelpui zonder vergunning werd aangebracht. De aanvrager wil de huidige winkelpui regulariseren. Vanuit de dienst monumentenzorg wordt er geoordeeld dat de geplande wijzigingen geen impact hebben op de erfgoedwaarde van het pand. De nog aanwezige element worden gevrijwaard. De gevelpui was echter vroeger al verbouwd en niet meer origineel. De huidige pui is nog eens een verbouwing van de reeds niet-originele pui, die in overtreding gewijzigd is. Los van het advies van monumentenzorg, dient een pand nog steeds te voldoen aan de harmonie en zijn omgeving en zal de beeldkwaliteit voldoende hoog moeten zijn voor een ligging in cultureel, historisch en esthetisch gebied volgens gewestplan en als inventarispand.
De laatst vergunde winkelpui bestond, samen met de voordeur tot de appartementen, uit vier verticaal gelede traveeën met twee grote vitrineramen en een centrale inkompartij. Deze pui stond duidelijk in relatie tot de drieledige neoclassicistische bovenbouw.
De huidige pui bestaat uit één grote vitrine met decentrale toegang en breekt volledig qua vormentaal en materiaalgebruik met de historische bovenbouw. De huidige pui komt dan ook niet voor vergunning in aanmerking. Als bijzondere voorwaarde bij deze vergunning wordt opgelegd dat de huidige pui dient te worden gewijzigd volgens volgende richtlijnen:
Op die manier ontstaat er een pui die binnen het hedendaags kader nog steeds verwijst naar het oorspronkelijke gevelontwerp en beter harmonieert met het omgevende cultureel, historisch en esthetisch gebied en het statuut van inventarispand.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet het pand aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Stedenbouwkundige handelingen
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
30 mei 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
20 juni 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
19 augustus 2018 |
Verslag GOA |
1 augustus 2018 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018022586 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Emeric Flies met als adres Generaal Lemanstraat 70 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Paardenmarkt 51 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 2 sectie B nr. 475_ |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een meergezinswoning met handelsgelijkvloers |
Stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.