Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Fluvius |
21 juni 2018 |
Geen tijdig advies ontvangen |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor aan de adviesvereiste kan worden voorbijgegaan |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
21 juni 2018 |
26 juni 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
21 juni 2018 |
22 juni 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
21 juni 2018 |
4 juli 2018 |
DL adresbeheer (huisnummers) |
21 juni 2018 |
21 juni 2018 |
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
het gelijkvloers van een gebouw dat aan de openbare weg grenst, moet aan de straatzijde een verblijfsruimte bevatten met een raamopening aan de straatzijde zodat een regelmatig contact tussen de gebruikers van het gebouw en de straat mogelijk is. De plint is ingevuld met een poort en de voordeur naar de achterliggende trappenhal;
bij functiewijzigingen dient minimaal 20% van de oppervlakte van het perceel op niveau van het maaiveld onbebouwd te zijn. Het perceel blijft volledig bebouwd op het gelijkvloers;
§3 inrichting: de parkeerplaatsen voldoen niet allemaal aan de minimale maatvoering die wordt opgelegd in artikel 30 (zie ook advies mobiliteit);
het dak van het hoofdvolume wordt niet aangelegd als groendak. Het is nochtans verplicht om nieuwe daken van vergunningsplichtige constructies, groter dan 20m² en met een helling van minder dan 15° te voorzien van groendak.
Sectorale wetgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Het ontwerp wijkt af van de bouwcode op volgende artikels:
Functionele inpasbaarheid
Een woonfunctie is op deze locatie functioneel inpasbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen. “Advies Mobiliteit: De parkeerbehoefte wordt bepaald voo reen functiewijziging van autobergplaats en burelen naar wonen. Er worden 3 appartementen voorzien. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 De werkelijke parkeerbehoefte is 3.” |
De oppervlakte van het gelijkvloers maakt het mogelijk 4 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen, in te richten. Advies Mobiliteit: “Er worden 7 plaatsen ingetekend maar de ruimte tussen de 4 langse parkeerplaatsen moet minstens 3m bedragen wat hier niet het geval is. Hier tellen we dus 2 plaatsen niet mee als nuttige plaatsen. Ook de haakse parkeerplaatsen zijn te smal (minstens 2m50) en we tellen de middelste daarom niet mee als nuttige plaats. Door een andere indeling zouden er dus 4 parkeerplaatsen kunnen voorzien worden.” |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4. Dit aantal is toereikend. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0 parkeerplaatsen. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 29 mei 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
De dienst Mobiliteit bracht eveneens advies uit over de fietsvoorzieningen:
“Voor de 3 appartementen moeten er 9 fietsstalplaatsen voorzien worden:
3 appartementen met 2 slaapkamers = 3 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 9
De bureauruimtes zijn groot genoeg om in te richten als kleine slaapkamer.
Er worden 10 fietsstalplaatsen voorzien op het gelijkvloers.”
Er kan geconcludeerd worden dat de fietsenstalling voldoende groot is.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het voorgestelde is voor wat betreft volume en inplanting inpasbaar in de stedelijke omgeving en verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Hoewel het links en rechts aanpalende pand lager zijn dan het voorgestelde volume, is een kroonlijsthoogte van 12,72 meter toelaatbaar op deze locatie. De straat wordt nl. gekenmerkt door panden met 3 à 4 bouwlagen (en vier bouwlagen op de hoek met de Abdijstraat).
Ook de bouwdiepte van 13 meter op de verdiepingen is in overeenstemming met wat kenmerkend is in de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
De materialen zijn in overeenstemming met de stedelijk context van het perceel.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De wooneenheden voldoen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en veiligheid.
Stedenbouwkundige handelingen
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
31 mei 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
21 juni 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
20 augustus 2018 |
Verslag GOA |
2 augustus 2018 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018030551 |
Gegevens van de aanvrager: |
KASIA met als adres Abdijstraat 100 te 2020 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Kanunnikenstraat 14 te 2020 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 9 sectie I nr. 2438L8 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van garage met burelen naar meergezinswoning met 3 appartementen |
Omschrijving aanvraag
Stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.