Terug

2018_CBS_07251 - Omgevingsvergunning - OMV_2018068774. Aakstraat 44. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 10/08/2018 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Fons Duchateau, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur
2018_CBS_07251 - Omgevingsvergunning - OMV_2018068774. Aakstraat 44. District Antwerpen - Goedkeuring 2018_CBS_07251 - Omgevingsvergunning - OMV_2018068774. Aakstraat 44. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt.

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

28 juni 2018

16 juli 2018

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius

28 juni 2018

11 juli 2018

Voorwaardelijk gunstig

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

DL adresbeheer (huisnummers)

28 juni 2018

Geen tijdig advies ontvangen

stadsontwikkeling/ mobiliteit

28 juni 2018

12 juli 2018

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

  • De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

    Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
    De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
    De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
    De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van de bouwcode. Het ontwerp wijkt af op het volgende punt:

  • artikel 27 Open ruimte:
    de oprit naar de autolift heeft een breedte van 3,63 m i.p.v. de opgelegde maximale breedte van 3m;

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen: er worden geen fietsstalplaatsen ingetekend op de plannen. 

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 27 ‘open ruimte’. De voorgestelde oprit van 3.63 meter breedte wijkt af van de maximaal toegelaten 3 meter. Ten opzichte van de vorige aanvraag ref.2017/1736 blijft de breedte ongewijzigd, een afwijking werd vergund met volgende motivering: “Gelet op de beperkte afmetingen van de oprit is de oppervlakte van de bijkomende verharding beperkt. De waterhuishouding van het ruime perceel wordt omwille van de voorziene breedte dan ook niet negatief beïnvloed. Een afwijking op artikel 27 is vanuit stedenbouwkundig oogpunt dan ook aanvaardbaar. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van artikel 3 van de Bouwcode.” De voorgestelde oprit verlengt wel met +/- 1.5 meter ten opzichte van de voorgaande aanvraag. Dit komt de impact op de publieke ruimte ten goede, omdat de oprit voor de garage met autolift dan een lengte van een volledige wagen kent, zodat bij het (korte) wachten op de autolift het voetpad niet wordt geblokkeerd. Bijkomend veroorzaakt de verlenging van de oprit slechts een geringe impact op de open ruimte op het perceel. Op basis van bouwcode artikel 3 is een afwijking dan ook stedenbouwkundig aanvaardbaar.

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 29 ‘fietsstalplaatsen’. Er worden geen fietsstalplaatsen ingetekend op de plannen. Als voorwaarde bij de vergunning wordt opgelegd dat minstens 16 fietsstalplaatsen in de ondergrondse parkeergarage moeten voorzien worden, in navolging van het advies van Mobiliteit: Voor de 5 appartementen zijn 16 fietsstalplaatsen nodig. Deze zijn niet ingetekend op de plannen. Er is enkel gereserveerde ruimte aangeduid. Het is echter niet duidelijk hoe die ruimte gebruikt zal kunnen worden en vermoed wordt dat de ruimte niet toereikend is voor 16 fietsen. De 16 fietsstalplaatsen moeten op de plannen ingetekend worden waaruit afgeleid kan worden dat alle plaatsen comfortabel gebruikt kunnen worden. De inrichting van de fietsstalplaatsen dient te gebeuren volgens de richtlijnen uit de bouwcode. De dienst mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:

  • De 16 fietsstalplaatsen moeten op de plannen ingetekend worden waaruit afgeleid kan worden dat alle plaatsen comfortabel gebruikt kunnen worden. De inrichting van de fietsstalplaatsen dient te gebeuren volgens de richtlijnen uit de bouwcode.

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft in hoofdzaak een gewijzigde inplanting van deze reeds vergunde, nog te bouwen nieuwbouw meergezinswoning met vijf woongelegenheden. De directe omgeving wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van één- en meergezinswoningen. De aanvraag is bijgevolg functioneel inpasbaar in de omgeving.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.

De werkelijke parkeerbehoefte blijft ongewijzigd ten opzichte van de aanvraag 2017/1736:

De parkeerbehoefte wordt berekend voor de nieuwbouw met 5 appartementen.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1

De werkelijke parkeerbehoefte is 5.

De plannen voorzien in 5 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Er zijn 5 ondergrondse parkeerplaatsen bereikbaar met een autolift. Het aantal nuttige plaatsen is 5.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5.

Dit aantal is toereikend.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag wijzigt niets aan het recent vergunde volume. Er wordt opnieuw voorzien in een nieuwbouwvolume met drie bouwlagen onder plat dak. In de omgeving werden recent gelijkaardige volumes vergund. Noch de draagkracht van het perceel, noch deze van de omgeving, worden overschreden.

Het destijds vergunde tuinterras aan de linkerzijgevel van het gelijkvloerse appartement wordt niet uitgevoerd. In plaats daarvan wordt het terras aan de achterzijde vergroot tot 25m², en wordt een tuinpad aan de linkerzijgevel toegevoegd. Op die manier is in de linkerzijtuinstrook een strook van minstens 3 meter breed onverhard.

Visueel-vormelijke elementen

De gevels worden afgewerkt met bruin-oranje gevelsteen, donkergrijs buitenschrijnwerk, en accenten in grijs beton. Dit kleur- en materiaalgebruik past binnen de omgeving.

Bodemreliëf

Met uitzondering van de ondergrondse parkeergarage wijzigt het bodemreliëf niet.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Eandis gaf voorwaardelijk gunstig advies. Deze oordeelt dat er geen

behoefte is aan een lokaal voor de oprichting van een middenspanningscabine. Voor aardgas is een netuitbreiding noodzakelijk.

Mits voldaan aan de voorwaarden voldoet de aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening.

Advies aan het college

Stedenbouwkundige handelingen

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

  2. het bijgevoegde advies van Eandis is strikt na te leven;

  3. er moeten minstens 16 fietsstalplaatsen in de ondergrondse parkeergarage voorzien worden. De fietsstalplaatsen moeten uitgevoerd worden conform de bouwcode artikel 29 ‘fietsstalplaatsen’;

  4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

5 juni 2018

Volledig- en ontvankelijk

28 juni 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 augustus 2018

Verslag GOA

6 augustus 2018

naam GOA

Helia Dezhpoor

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer :

OMV_2018068774

Gegevens van de aanvrager:

de heer Roger Van de Sande met als adres Jozef Mulsstraat 21 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Aakstraat 44 te 2040 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 20 sectie B nr. 224R2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

wijzigen van de inplanting van eens reeds vergunde meergezinswoning

Omschrijving aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • 20/10/2017: vergunning (20171736) voor het slopen van een eengezinswoning en bouwen van een meergezinswoning.

Laatst vergunde toestand

  • afbraak van de bestaande bebouwing;

  • bouwen van een meergezinswoning van drie bouwlagen met vijf wooneenheden;

  • er wordt een ondergrondse garage voorzien voor vijf wagens, ook de fietsenberging wordt ondergronds voorzien;

  • op de benedenverdieping is een appartement ingericht met drie slaapkamers;

  • op de bovenliggende verdiepingen komen vier appartementen met telkens twee slaapkamers;

  • het platte dak wordt voorzien van een groendak en zonnepanelen.

Bestaande toestand

  • de eengezinswoning is reeds gesloopt;

  • het bouwen van de meergezinswoning moet nog starten.

Inhoud van de aanvraag

  • wijzigen van de inplanting van de reeds vergunde, maar nog uit voeren meergezinswoning;

  • het gebouw wordt evenwijdig aan de laterale perceelgrenzen 1,50 m naar achter geschoven ten opzichte van de rooilijn;

  • aan de gevels of de indeling van de vergunde meergezinswoning wijzigt niets.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven;

  2. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

  3. het bijgevoegde advies van Eandis is strikt na te leven;

  4. er moeten minstens 16 fietsstalplaatsen in de ondergrondse parkeergarage voorzien worden. De fietsstalplaatsen moeten uitgevoerd worden conform de bouwcode artikel 29 ‘fietsstalplaatsen’;

  5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

Artikel 3

Het college beslist de plannen, waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.