Terug

2018_CBS_07259 - Omgevingsvergunning - OMV_2018072569. Laaglandlaan 15. District Merksem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 10/08/2018 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Fons Duchateau, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur
2018_CBS_07259 - Omgevingsvergunning - OMV_2018072569. Laaglandlaan 15. District Merksem - Goedkeuring 2018_CBS_07259 - Omgevingsvergunning - OMV_2018072569. Laaglandlaan 15. District Merksem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

26 juni 2018

19 juli 2018

Voorwaardelijk gunstig

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

26 juni 2018

10 juli 2018

stadsontwikkeling/ mobiliteit

26 juni 2018

3 juli 2018

DL adresbeheer (huisnummers)

26 juni 2018

26 juni 2018

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

  • De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
    De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
    De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
  • (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
  • De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
    De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

    • Artikel 6 Harmonie en draagkracht: de woonentiteit op de gelijkvloerse verdieping garandeert onvoldoende woonkwaliteit door de directe relatie met de handelsactiviteit en het achtergelegen magazijn. Bovendien is de private buitenruimte met een muurtje van 1.20m van onvoldoende kwaliteit en hypothekeert de goede werking van de handelsactiviteit zodat kan geconcludeerd worden dat de draagkracht wordt overschreden.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

    Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Het omvormen van een handelszaak op een gelijkvloerse verdieping naar een meergezinswoning sluit aan bij de bestaande functies aanwezig op de omliggende percelen in de Laaglandlaan.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

Projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1plaats per wooneenheid.

1 x 1 = 1

Er verdwijnen door de verbouwing geen parkeerplaatsen.

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.’

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1- 0 =  1 .

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1 .

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 15 december 2014. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

Visueel-vormelijke elementen

Het bestaande etalageraam wordt vervangen door 2 raamopeningen. De voorgevel wordt afgewerkt met grijze bezetting en wit PVC buitenschrijnwerk. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De bijkomende wooneenheid op de gelijkvloerse verdieping is bereikbaar langs de straatzijde maar ook langs de gemeenschappelijke open ruimte, via een onderdoorgang. De reeds bestaande wooneenheden op de hogere gelegen verdiepingen zijn enkel bereikbaar langs de onderdoorgang en de gemeenschappelijke ruimte.

Grenzend aan de gemeenschappelijke open ruimte wordt een terras voorzien dat dienst doet als open ruimte voor de bijkomende wooneenheid. Echter wordt de gemeenschappelijke open ruimte ook gebruikt als circulatie voor de achterliggende werkplaatsen en magazijnen wat niet bevorderlijk is voor de leefkwaliteit van het terras. De open ruimte (buitenruimte) is ca. 2,2 m breed. Deze breedte is niet comfortabel naar buitenruimte, zeker niet als deze gedeeld wordt met circulatie. Echter is er geen andere mogelijkheid om voldoende kwaliteitsvolle open ruimte aan te bieden waardoor de aanvraag aanvaardbaar is.

Advies aan het college

Stedenbouwkundige handelingen

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

  2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

13 juni 2018

Volledig- en ontvankelijk

26 juni 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

25 augustus 2018

Verslag GOA

3 augustus 2018

naam GOA

Helia Dezhpoor

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer :

OMV_2018072569

Gegevens van de aanvrager:

B.T.U. namens de heer Arslan Karayel met als adres Laaglandlaan 15 te 2170 Merksem ( Antwerpen)

Ligging van het project:

Laaglandlaan 15 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 41 sectie B nr. 336C4

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van een meergezinswoning met een handelsgelijkvloers en een magazijn

Omschrijving aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • 04/04/2008: vergunning (20074876) voor het verbouwen van een meergezinswoning en een handelspand;

  • 21/05/2010: vergunning (20102125 ) voor het regulariseren en uitvoeren van verbouwingswerken aan een bestaand handelspand en magazijn;

  • 03/03/2015: proces-verbaal (2015214) voor een inbreuk in strijd met de stedenbouwkundige vergunning, werken: vermeerderen aantal woongelegenheden en het niet naleven van de brandweervoorwaarden.

  • 22/12/2017: weigering (20172645) voor het verbouwen van een kantoor tot een appartement.

Laatst vergunde toestand

  • op de gelijkvloerse verdieping bevindt zich een handelszaak met bureel en een magazijn, gelegen in het bijgebouw tegen de achterste perceelgrens;

  • op de verdiepingen zijn twee appartementen, namelijk één op de eerste- en één op de tweede verdieping;

  • het appartement op de tweede verdieping heeft toegang tot een inpandig  balkon in voorkantzijde van het zadeldak.

Bestaande toestand

  • de gelijkvloerse verdieping doet dienst als een woonentiteit, hoewel deze vergund is als handelsruimte met bureau en achtergelegen magazijn dd. 21/05/2010 vergunning 20102125;

  • er werd een proces-verbaal opgesteld in 2015 voor het vermeerderen van het aantal woongelegenheden van twee naar drie woonentiteiten;

  • de functie industrie en ambacht werd gedeeltelijk gewijzigd naar de functie wonen;

  • hiervoor werd op de eerste verdieping achteraan de werkplaats schrijnwerk/ montage omgevormd tot living met keuken met een benaderende oppervlakte van 25,45 m²;

  • de kleedkamer van de heren werd ingericht als slaapkamer met een benaderende oppervlakte van 12,22 m² ;

  • deze verdieping is ook een badkamer aanwezig.

Inhoud van de aanvraag:

  • de voorgevel wordt op de gelijkvloerse verdieping aangepast aan de nieuwe interne indeling;

  • er wordt een toegangsdeur voorzien tegen de linker en rechter perceelgrens met centraal twee ramen in witkleurig PVC schrijnwerk voorzien van een plint  in grijskleurige bezetting;

  • de handelsfunctie van de gelijkvloerse verdieping wordt omgevormd naar een woonfunctie;

  • achterliggend atelier blijft behouden;

  • in de doorgang die toegang biedt tot het achterliggend atelier en de twee bovengelegen appartementen wordt een private buitenruimte van de nieuwe wooneenheid voorzien;

  • de private buitenruimte wordt afgescheiden door een muurtje van 1.20 m;

  • er wordt aan de zijgevel een verticale circulatie toegevoegd die toegang geeft tot de kelder.

  • de achtergevel blijft ongewijzigd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven;

  2. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

  3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Artikel 3

Het college beslist de plannen, waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.