Terug

2018_CBS_07248 - Omgevingsvergunning - OMV_2018069190. Kleinesteenweg 63. District Wilrijk - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 10/08/2018 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Fons Duchateau, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur
2018_CBS_07248 - Omgevingsvergunning - OMV_2018069190. Kleinesteenweg 63. District Wilrijk - Weigering 2018_CBS_07248 - Omgevingsvergunning - OMV_2018069190. Kleinesteenweg 63. District Wilrijk - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse Regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

21 juni 2018

19 juli 2018

Voorwaardelijk gunstig

AQUAFIN NV

21 juni 2018

20 juli 2018

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius

21 juni 2018

22 juni 2018

Voorwaardelijk gunstig

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen

21 juni 2018

Geen tijdig advies ontvangen

DL adresbeheer (huisnummers)

21 juni 2018

21 juni 2018

stadsontwikkeling/ mobiliteit

21 juni 2018

25 juni 2018

stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers

21 juni 2018

19 juli 2018

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen 

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

           De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
    De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
    De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
    De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
    De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
  • artikel 30§3.2 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    Ondanks het programma en de afmetingen van het perceel worden er geen ondergrondse parkeerplaatsen voorzien.
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    §1.2: De aansluitpunten op de openbare riolering moeten minsten 0,20 m en hoogstens 0,50 m uiteen liggen. De aansluitpunten liggen in de aanvraag ca. 4,35 m uiteen.

§4: het gebruik van waterspuwers als waterafvoer van daken en terrassen is verboden. In de aanvraag is het onduidelijk hoe het hemelwater komend van de terrassen aan de voorgevel wordt afgevoerd.;

  • artikel 43 Septische putten:
    De aanvraag vermeld de inhoud van de septische put niet. Er dienen 12 gebruiksequivalenten in rekening te worden gebracht, wat resulteert in een put met een minimale inhoud van 4.000 l.

Sectorale wetgeving

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Het bouwen van een meergezinswoning is principieel in overeenstemming met de bestemming van het perceel en de woonfuncties op de omliggende percelen.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het bouwvolume op zich is niet vreemd in de omgeving en voldoet aan het stedenbouwkundig attest dat werd afgeleverd in 2016. Echter het voorzien van een bijkomend dakterras op het hoogste plat dak is niet kenmerkend in de omgeving en overschrijdt het maximaal toelaatbare volume. Bovendien verstoord het gebruik van een terras op die hoogte het straatbeeld en is de toegang via een draaitrap aan de achtergevel gevaarlijk en niet aanvaardbaar.

Gelet op de ligging vlakbij de districtskern en het kernwinkelgebied rond de Bist is het voorzien van slechts 1 inpandige parkeerplaats voor 5 wooneenheden onaanvaardbaar.

De ontbrekende parkeerplaatsen zullen afgewenteld worden op het openbaar domein, waar in deze omgeving reeds een grote parkeerdruk aanwezig is.

Door het voorzien van 5 woonentiteiten zonder voldoende parkeerplaatsen op eigen  perceel wordt de draagkracht van het perceel overschreden.

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Artikel 30§3.2° van de bouwcode bepaald bovendien in volgorde van voorkeur hoe het parkeren van wagens is toegelaten.  In functie van een nieuwbouw van een meergezinswoning met 5 woonentiteiten en gelet op de afmetingen van het perceel wordt uitgegaan van ondergronds parkeren binnen het bouwvolume. De aanvraag voldoet hier niet aan.

In de aanvraag liggen de aansluitpunten op de openbare riolering 4,35 meter uit elkaar.

Artikel 41 van de bouwcode schrijft voor dat deze minsten 0,20 m en hoogstens 0,50 m uiteen mogen liggen.

Dit artikel schrijft eveneens voor dat de waterafvoer van daken en terrassen enkel door waterspuwers is verboden. Op de tekeningen is niet duidelijk hoe het water van de terrassen in de voorgevel wordt afgevoerd.

Volgens artikel 43 van de bouwcode moet de septische put een minimale inhoud hebben van 4000 liter.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein). 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

Op een braakliggend terrein wordt een appartementsgebouw voor 5 appartementen gebouwd.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1

Er is dus een werkelijke parkeerbehoefte van 5 x 1 = 5 parkeerplaatsen.

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5.

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Vanuit oogpunt goede ruimtelijke ordening en gelet op de parkeerdruk in de omgeving is dit onaanvaardbaar. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein. Niet vatbaar voor vergunning.

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 4

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Visueel-vormelijke elementen

De materialisatie in sierpleister op zich is aanvaardbaar gelet op de stedelijke omgeving.

Om vervlakking van het straatbeeld tegen te gaan is het echter van belang om voldoende detaillering te voorzien. Gelet op de kenmerken van de omgeving wordt gevraagd in voorliggend project een uitstekende kroonlijst te voorzien, alle dorpels in blauwe steen te voorzien die uit het gevelvlak steken, alsook een plint in blauwe steen.

De arrière corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te voorzien.

Het contrast van donker schrijnwerk in een witte gevel geeft een strenge aanblik van het gebouw in het straatbeeld. Er wordt gevraagd een toon-op-toon kleurstelling na te streven.

Om een samenhang in de voorgevel te verkrijgen en een meer levendige plint te voorzien in het straatbeeld wordt gevraagd om de ramen op het gelijkvloers qua breedte af te stemmen op de bovenliggende ramen en een verblijfsruimte te voorzien achter de voorgevel i.pl.v. slaapkamers.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Om een mix op vlak van stedenbouwkundige, maatschappelijke en woonkwaliteitseisen te stimuleren is het noodzakelijk woonentiteiten te voorzien van verschillende grootte.

Het voorzien van overwegend kleine woonentiteiten met 1 slaapkamer is bijgevolg niet aanvaardbaar, de draagkracht van het perceel wordt overschreden zoals blijkt uit het niet voldoen van de parkeerbehoefte en de geringe woonkwaliteit van de appartementen.

Slaapkamer 2 op het gelijkvloers heeft slechts een breedte van 1,78 meter. Deze breedte is te beperkt voor een slaapkamer waardoor deze niet voldoet aan het hedendaags wooncomfort voor een slaapkamer. Voor een slaapkamer wordt verwacht dat ze minstens een breedte heeft van 2,20 meter zoals bepaald in de ontwerprichtlijnen voor sociale woningbouw.

Indien een trap met fietsgoot wordt voorzien naar de ondergrondse fietsenberging moet de goot op minstens 25 cm van de muur worden voorzien.

Gelet op de aard van de aanvraag werd er advies gevraagd aan de dienst stadsontwikkeling/ontwerp en uitvoering. Hun advies luidt als volgt: “ In de onmiddellijke omgeving van het perceel zijn er riolerings- en wegeniswerken in uitvoering. De aanvraag vereist de inrichting van een voetpad met afgeschuinde boordsteen en aanpassingen aan de witte belijning en stootband in de parkeerstrook, om de toegang tot de nieuwe garage mogelijk te maken. Alles buiten de eigendomsgrens, deel uit makend van Openbaar Domein, dient afgestemd te worden met de consulent Openbaar Domein van het district Wilrijk.”

Gelet op bovenstaande argumentatie wordt voorgesteld aan het college om de aanvraag te weigeren.

Advies aan het college

Stedenbouwkundige handelingen

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van:

  • het ontbreken van voldoende parkeerplaatsen;
  • het overschrijden van de draagkracht van het perceel door het voorzien van overwegend kleine woonentiteiten.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

7 juni 2018

Volledig- en ontvankelijk

21 juni 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

20 augustus 2018

Verslag GOA

3 augustus 2018

naam GOA

Karel Bauwens

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de periode van de bevraging van de omwonenden werd 1 bezwaarschrift ingediend, die zich als volgt laat samenvatten:

  1. 1.      Onvoldoende parkeerplaatsen: De bezwaarindiener geeft aan dat er slechts 1 parkeerplaats voorzien wordt voor 5 bijkomende woongelegenheden. Hij is bevreesd dat de ontbrekende parkeerplaatsen op het openbaar domein zullen worden afgewenteld terwijl er bij de heraanleg van de straat net gestreefd is om meer parkeerplaatsen voor de buurt te voorzien.

Beoordeling:

Het klopt dat het voorzien van 1 parkeerplaats voor 5 woonentiteiten op voorliggend perceel, gelet op de afmetingen van het perceel, onvoldoende is. En dat de parkeerdruk op het openbaar domein zal worden afgewenteld.

Het bezwaar is gegrond.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer :

OMV_2018069190

Gegevens van de aanvrager:

NV WINVEST Holding met als adres Plantinkaai 5 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Kleinesteenweg 63 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 43 sectie A nrs. 344X6 en 577B

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van meergezinswoning met 5 appartementen

Omschrijving aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • 01/01/1975: vergunning (1312#187) voor het slopen van de bebouwing;
  • 24/06/2016: stedenbouwkundig attest (20163) slopen van een bijgebouw en bouwen van een appartementsgebouw met 3 appartementen;
  • 25/08/2017: vergunning (20171233)  voor het slopen van een aantal woningen, beperkte inrichtingswerken en afsluiten van het terrein ter voorbereiding van de heraanleg van de Kleinesteenweg;
  • 06/10/2017: vergunning (20171190) voor het heraanleggen  van de Kleinesteenweg.

Laatst vergunde toestand

  • 01/01/1975: vergunning (1312#187) voor het slopen van de bebouwing.

Bestaande toestand

  • het perceel is onbebouwd en heeft een breedte aan de straat van 9,61 meter;
  • op de rooilijn beplant met een levende haag;
  • momenteel wordt de straat heraangelegd.

Inhoud van de aanvraag

  • bouwen van een meergezinswoning van 5 appartementen op een braakliggend terrein;
  • bouwvolume bestaat uit drie bouwlagen onder platte daken;
  • bouwdiepte op het gelijkvloers is 17 meter, op de verdiepingen 13 meter;
  • kroonlijsthoogte is 9,51 meter en is gelijk aan dat van het links aanpalende woongebouw;
  • kelder is voorzien van:
    • een fietsenberging van 29,3 vierkante meter;
    • een afvalberging van 9 vierkante meter;
    • een meterlokaal en vijf bergingen;
  • het gelijkvloers:
    • gemeenschappelijke inkomhal;
    • drie-slaapkamerappartement met achterliggend terras en tuin;
    • aan de linkerzijde wordt een garage van 14,7 vierkante meter voorzien;
  • de 1ste verdieping:
    • worden twee één-slaapkamer appartementen voorzien met beiden een uitkragend terras aan de voorzijde;
    • aan de achterzijde worden 2 uitpandige terrassen gecreëerd op het dak van de gelijkvloerse aanbouw;
  • de tweede verdieping:
    • worden twee één-slaapkamer appartementen voorzien met beiden een uitkragend terras aan de achterzijde;
  • dakterrassen:
    • 2 dakterrassen die horen bij de 2 appartementen op de 2de verdieping op het plat dak van de hoofdbouw;
  • de gevels worden afgewerkt met witte buitenbepleistering en een plint in blauwe hardsteen aan de voorgevel;
  • de uitkragende terrassen zijn uit beton met balustrades in antracietkleurig aluminium;
  • het buitenschrijnwerk bestaat uit antraciet aluminium;
  • alle platte daken worden als groendak aangelegd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

  • de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
  • het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist om de omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.